Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Spreekwoorden &
uitdrukkingen
Slide 1 - Diapositive
Aan het eind van de les:
- Ken je 12 nieuwe Nederlandse spreekwoorden en uitdrukkingen
- Weet je de betekenis van deze spreekwoorden en uitdrukkingen
- Weet je in welke situatie je deze spreekwoorden en uitdrukkingen kunt gebruiken
Slide 2 - Diapositive
Wat is een spreekwoord of uitdrukking?
Juf M legt het uit
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Spreekwoorden en uitdrukkingen:
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat zou dit kunnen betekenen? Overleg met je buurman/buurvrouw
Slide 7 - Diapositive
In April kan het koud of warm zijn, regenen en zelfs sneeuwen!
April doet wat hij wil!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat zou dit kunnen betekenen? Overleg met je buurman/buurvrouw
Slide 10 - Diapositive
Hij is heel blij met iets.
Slide 11 - Diapositive
Wanneer ben jij je de koning te rijk?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Wat zou dit kunnen betekenen?
Slide 14 - Question ouverte
Waar of wanneer voel jij je zo vrij als een vogel?
Slide 15 - Question ouverte
Heb je deze uitdrukking ook in jouw taal? Of iets wat erop lijkt?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Wat betekent dit?
Slide 18 - Diapositive
= het is super simpel (makkelijk)!
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Je voelt je nergens zo fijn (op je gemak) als thuis.
Slide 21 - Diapositive
Je op je gemak voelen
Slide 22 - Diapositive
Je op je gemak voelen
= je ergens heel prettig voelen.
Je kunt je ook bij iemand op je gemak voelen, bijvoorbeeld bij een vriend, vriendin, docent.
Slide 23 - Diapositive
Bij wie voel jij je het meest op je gemak?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
letterlijk
Slide 26 - Diapositive
Je bent ergens heel verbaasd over. Wát??
Van verbazing niet meer weten wat je moet zeggen.
Slide 27 - Diapositive
Je was niet op school omdat je ziek was, maar je bent wel naar de bioscoop geweest?? Nu breekt mijn klomp!
Van verbazing niet meer weten wat je moet zeggen.
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
een kind doet vaak hetzelfde als zijn ouders
Slide 30 - Diapositive
De zoon wordt bakker net als zijn vader. De dochter is ook heel slim, net als haar moeder.
Slide 31 - Diapositive
Waarin lijk jij op je vader of moeder?
Slide 32 - Question ouverte
De hond in de pot vinden
Slide 33 - Diapositive
Overleg met je buurman/buurvrouw wat dit zou kunnen betekenen.
Slide 34 - Diapositive
Te laat zijn voor het eten, alles is op!
Slide 35 - Diapositive
Een gat in je hand hebben
Slide 36 - Diapositive
Je geeft al je geld meteen uit
Slide 37 - Diapositive
Waar geef jij graag geld aan uit?
Slide 38 - Question ouverte
Zo trots als een pauw zijn
Slide 39 - Diapositive
Je bent ergens heel trots op
Slide 40 - Diapositive
waar ben jij trots op?
Slide 41 - Carte mentale
Slide 42 - Diapositive
kinderen horen alles wat grote mensen zeggen.
Slide 43 - Diapositive
Een kind doet vaak hetzelfde als zijn ouders
je geld meteen uitgeven
kinderen horen alles wat volwassenen zeggen
te laat thuis zijn voor het eten
Slide 44 - Question de remorquage
ergens heel verbaasd over zijn
het is nergens zo fijn als thuis
ergens heel trots op zijn
Dat is heel simpel
Slide 45 - Question de remorquage
Opdracht
1 Maak een groepje van drie personen.
2 Kies 3 spreekwoorden uit de lijst.(zorg ervoor dat ieder groepje verschillende spreekwoorden kiest)
3 Probeer uit te vinden wat deze betekenen. Je mag op internet zoeken. Schrijf het op papier en maak er een tekening bij. Per spreekwoord een apart papier.