Levensfasen- Peuterfase

Levensfasen
Peuterfase
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SOVA Levensfasen-peuterfaseMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Levensfasen
Peuterfase

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  • Wat weten jullie over de peuterfase?
  • Lesdoelen
  • Theorie peuterfase
  • Opdracht filmpje
  • Peuter en medicatie
  • opdracht
  • afsluiten

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen
  • Leerdoel 1: De student kan minstens drie kenmerken van de peuterfase benoemen.
  • Leerdoel 2: De student kan uitleggen waarom de kennis van ontwikkelingskenmerken peuterfase belangrijk is bij het uitoefenen van het beroep Apothekersassistent .
  • Leerdoel 3: De student kan informatie over toediening van medicatie integreren naar adviezen voor ouders/verzorgens van peuters.

Slide 3 - Diapositive

Peuterfase

Slide 4 - Carte mentale

Peuterfase 1.5 tot 4 jaar

  • Fysieke ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Taalontwikkeling
  • Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling

Slide 5 - Diapositive

Fysieke ontwikkeling
-Rond de leeftijd 18 maanden, lengte rond 82 cm en gewicht 10 kilo.
-Een 4 jarig kind is gemiddeld 1 meter en 18 kilo ,Sprake van breedte groei. 
- De meeste peuters kunnen met 18 maanden lopen.
- Lopen zorgt voor een enorme bewegingsvrijheid, maken hier veel gebruik van. Niets is meer veilig!
- Grove motoriek: Lopen, klimmen, klauteren, schoppen, gooien.
- Fijne motoriek: Beperkt. Knippen, plakken enz.

Slide 6 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling 
  • Exploratiedrang: is de intense behoefte van een peuter om de wereld te ontdekken. Ook wel ontdekkingsdrang genoemd.
  • Koppigheidsfase of peuterpuberteit: Geen boze opzet, moeten koppig zijn. Peuter oefent en experimenteert met eigen wil om te kunnen groeien tot zelfstandige en wilskrachtige persoonlijkheid.
     



Slide 7 - Diapositive

Het denken 
  • Concreet denken: denken van peuter richt zich alleen op hier en nu.
  • Magisch denken: geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie.
  •  Animistisch denken: menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze dingen

Slide 8 - Diapositive

taalontwikkeling
  • Eerst tweewoordzinnetjes ( pop stout / poes eten)
  •  Daarna driewoordzinnen ( daar snoep eten / auto hans mee) 
  • Leren dat alles een naam heeft ( warm, koud, bal, hard, groot) 
  • Leren dat alles in perspectief staat ( in, op, boven, onder)

Slide 9 - Diapositive

Sociale persoonlijkheidsontwikkeling
  • Normbesef: Het vormen van het geweten.
  • Zelfbesef:Alles wat er gebeurd doet hij, Bijv. hij krabt ieman.
  • Egocentrisme: Bekijkt de wereld van eigen ervaring, eigen gevoelens. Niet kunnen inleven.
  • Behoefte aan sociale contacten. Eerst samen-naast- elkaar spelen dan samenspelen.

Slide 10 - Diapositive

Peuterfase en apotheek
  • Advies bij gebruik medicatie
  • Wachtkamer afleiding
  • Begrip tonen

Slide 11 - Diapositive

Oraal medicatie toedieningsvorm bij kind

  • Capsules (wel of niet openmaken, doseerfout minimaal)
  • Oplostabletten 
  • Drank

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

4

Slide 14 - Vidéo

00:03
Kijk goed naar het gedrag van de peuter en de moeder in dit filmpje. Er worden hierover vragen gesteld.

Slide 15 - Diapositive

00:22
In dit stukje zie je dat de peuter een eigen willetje heeft. Hoe noem je dit?
A
koppigheidsfase
B
exploratiedrang
C
magisch denken
D
concreet denken

Slide 16 - Quiz

01:01
Hoe kan je dit stukje van het filmpje het best omschrijven?
A
exploratiedrang
B
echocentrisme
C
koppigheidsfase
D
concreet denken

Slide 17 - Quiz

01:29
Is je beeld veranderd nu je hebt geleerd dat dit een fase is die alle peuters in zekere zin doormaken?

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht Antibiotica Peuter
denken-delen-uitwisselenmethode

  1. Bedenk zelfstandig 2 verschillende adviezen voor ouders/verzorgers van een peuter bij het toedienen van antibiotica.     5 minuten
  2. Zoek in tweetal uit met welk kenmerken je rekening houdt bij het geven van de adviezen die jullie hebben opgeschreven. 10 minuten
  3. klassikaal nabespreken. Iedereen moet antwoord geven!

Regels

  1. De eerste 3 minuten zelfstandig werken. Bij vragen, stel dit eerst aan medestudent met wie je samenwerkt. Kom je er nog steeds niet uit, kom dan bij mij.
  2. Bespreken in tweetal doe je door met elkaar te praten. Dus niet met elkaar te chatten. Videobellen via Whatsapp of via Teams. Jullie hoeven mij niet uit te nodigen in het gesprek
  3. Kom op de aangewezen tijd terug ook al ben je nog niet klaar.

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld opdracht
Een peuter met Astma moet salbutamol (luchtwegverwijders) gebruiken bij benauwdheid. 

  • Advies 1: afleiding, door bijv liedje te zingen en hier een ritueel van maken
    Advies 2:  Op schoot laten zitten en goed vasthouden.
  • Met welke kenmerken heb ik rekening gehouden?
    Advies 1: Driftbuien voorkomen door afleiding te zoeken. Een peuter is snel geneigd nee te zeggen.
    Advies 2:  Groffe motoriek. Peuters zijn erg bewegelijk en actief. Indien je  het kind niet op schoot houdt is de kans groot dat het kind  wegloopt en de medicatie uit de inhaler verdwijnt.

Slide 20 - Diapositive

Wat heb je geleerd door deze opdracht uit te voeren?

Slide 21 - Question ouverte

Welk advies zou je zeker gebruiken in praktijk?

Slide 22 - Question ouverte

Zijn er dingen die je lastig vindt aan deze opdracht?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe leerzaam was deze les? Beoordeel het met een cijfer.Een 1 is heel slecht en een 10 heel goed.

Slide 24 - Question ouverte

Zijn de leerdoelen bereikt?
  • Leerdoel 1: De student kan minstens drie kenmerken van de peuterfase benoemen.
  • Leerdoel 2: De student kan uitleggen waarom de kennis van ontwikkelingskenmerken peuterfase belangrijk is bij het uitoefenen van het beroep Apothekersassistent .
  • Leerdoel 3: De student kan informatie over toediening van medicatie integreren naar adviezen voor ouders/verzorgens van peuters.

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk 
  • Lezen reader hoofdstuk 1 t/m 3

Slide 26 - Diapositive