Formatieve toets h1 havo-4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herman loopt op een markt met allemaal verschillende kramen. Hij koopt hier bij een kraam met zuivelproducten twee flesjes koffiemelk.

Vragen:
1. Bevind Herman zich op een abstracte of concrete markt?
2. is koffiemelk een substitutie of complementair goed

Geef Twee voorbeelden van een abstracte markt

Stelling: Betalingsbereidheid is niet hetzelfde als de prijs die je ergens voor betaald

Juist of onjuist? Geef je beredenering

Sony is een groot tech-bedrijf ze verkopen onder ander Playstations. Sony wil meer te weten komen over de doelgroep, daarom is de marketing afdeling aan het werk gezet. Deze afdeling is tot de volgende vraaglijn gekomen

Vraagfunctie (Qv) = -0,4 p + 150
Teken in een zelf gemaakt assenstelsel de vraaglijn die hoort bij deze vraagvergelijking

Spreken we bij de vorige opdracht over een collectieve of individuele vraaglijn?

1. Collectief
2. individueel

Er is hier sprake van een verschuiving van de vraaglijn, in welke situatie gebeurd dit ?
Geef ook een concreet voorbeeld.

Benoem de vier vraagfactoren?
Heb je geen idee zoek ze op in je boek en omschrijf ze in je eigen woorden.

Een snackbar besluit om zijn prijzen van een milkshake te verhogen van €3,50 naar €3,75. als gevolg worden er 6% minder milkshakes verkocht.

1. Bereken de prijselasticiteit van de vraag
2. hebben we hier te maken met elastische of inelastische vraag
3. Bereken de elasticiteit als de verkopen van 250 per week naar 225 per week zouden zijn gegaan

Wat gebeurt er met de vraag van luxe goederen als het inkomen veranderd.