8.2 Toonhoogte en frequentie

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is een geluidsbron? Geef ook een voorbeeld

Slide 3 - Question ouverte

Zet de woorden op de juiste plaats:
Ontvanger
Tussenstof
Geluidsbron

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde voor het horen van geluid in je oor?
A
Trillingen worden omgezet in elektrisch signaal Trommelvlies gaat trillen Trillingen komen tegen het trommelvlies aan Hersenen bepalen wat het geluid is
B
Trillingen komen tegen het trommelvlies aan Trommelvlies gaat trillen Trillingen worden omgezet in elektrisch signaal Hersenen bepalen wat het geluid is
C
Trommelvlies gaat trillen Trillingen komen tegen het trommelvlies aan Trillingen worden omgezet in elektrisch signaal Hersenen bepalen wat het geluid is
D
Hersenen bepalen wat het geluid is Trommelvlies gaat trillen Trillingen worden omgezet in elektrisch signaal Trillingen komen tegen het trommelvlies aan

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Zet de soorten snaren op de juiste plaats:
LAGE TOON
HOGE TOON

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Wat is de frequentie van een snaar die 300 keer per seconde trilt?
A
3 Hz
B
30 Hz
C
300/1 Hz
D
300 Hz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Trillingstijd is de tijd van één volledige trilling.
Lange trillingstijd
Korte trillingstijd
Hoge frequentie
Lage frequentie

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive


Tussen welke twee frequenties (Hz) moet een hondenfluitje zitten zodat wij deze niet horen maar honden wel?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive