bespreken toets h5

Welkom bij Economie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Bespreken toets
nieuwe opgaven

Slide 2 - Diapositive

productiefactoren

Slide 3 - Diapositive

Noem 3 productiefactoren, en welke herken je in het plaatje hiernaast.


Slide 4 - Question ouverte

formele productie
Als je een betaalde baan hebt, werk je in de formele sector. 

Slide 5 - Diapositive

Informele productie
Informele productie:
Je fietsband plakken of vrijwilligerswerk doen is ook productie. Hiervoor wordt niet betaald en deze productie staat niet geregistreerd bij het CBS. Ook zwart werken is informele productie.

Slide 6 - Diapositive

Formele productie wordt geregistreerd door het CBS.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Zwart werken hoort bij informele productie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Je haar laten knippen bij de kapper is een voorbeeld van een goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Omzet berekenen


(verkoop)prijs van het product x het aantal verkochte producten

Slide 10 - Diapositive

Omzet berekenen
Bekijk de gegevens hiernaast.
Bereken de omzet van de winkel

Slide 11 - Diapositive

Bereken de omzet van de winkel

Slide 12 - Question ouverte

Omzet
Inkoopwaarde  -
-----------------
Brutowinst

Omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten = Nettoresultaat

Slide 13 - Diapositive

Een bedrijf had in 2014 €1.000.000 omzet
€ 600.000 inkoopwaarde en € 350.000 bedrijfskosten. Bereken de brutowinst

Slide 14 - Question ouverte

Een bedrijf had in 2016 €1.000.000 omzet
€ 600.000 inkoopwaarde en € 300.000 bedrijfskosten. Bereken het nettoresultaat

Slide 15 - Question ouverte

Omzet bloemkolen
Groenteboer Terpstra verkoopt o.a. bloemkolen. De verkoopprijs was eerst
 € 1,10 per stuk. Er werden bij deze prijs in een maand 280 bloemkolen verkocht. De groenteboer heeft de verkoopprijs verhoogd met 10%.
 Door deze prijsstijging is het aantal verkochte bloemkolen in de daaropvolgende maand gedaald tot 240.
 Was het, als je kijkt naar de omzet, verstandig om de prijs te verhogen?
 Leg je antwoord uit met een berekening.

Slide 16 - Diapositive

Omzet bloemkolen
Oude verkoopprijs = € 1,10
280 verkocht
omzet is 1.10 x 280 = €308,-

Slide 17 - Diapositive

Omzet bloemkolen
Nieuwe verkoopprijs is 10% hoger
1,10 : 100 x 10 = € 0,11 duurder.
Nieuwe verkoopprijs is 1,10 + 0,11 = 1,21

Nieuwe aantal verkochte bloemkolen is 240
omzet is € 290,40

Slide 18 - Diapositive

Omzet bloemkolen.
De oude omzet was € 308,-
de nieuwe omzet is 290,40
Is het verstandig om de prijs te verhogen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

einde
einde

Slide 20 - Diapositive