AGAA C7 week 5: diabetes mellitus

• Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

Leerdoelen (1)

Aan het eind van deze les weet je:

· Welke klachten er bij diabetes optreden;

· Welke mogelijke oorzaken er zijn van diabetes;

· Welke typen diabetes er zijn

· Welke behandelmogelijkheden er zijn voor de verschillende typen diabetes;

· Welke hulpmiddelen er zijn bij de behandeling en controle van diabetes;

· Welke medicatie er gebruikt wordt bij de behandeling van diabetes;

· Welke medicatie er gebruikt wordt om complicaties van diabetes te voorkomen;

· Wat de eigenschappen zijn van de medicatie die gebruikt wordt bij diabetes;

Leerdoelen (2)

Aan het eind van deze les kan je:

· Medicatiebewakingssignalen van medicatie bij diabetes afhandelen;

· Onvolkomenheden in de behandeling van diabetes signaleren en 

   bespreken;

· Advies geven aan mensen met diabetes, zowel medicamenteus als niet – 

   medicamenteus;

· Voorlichting geven over de gebruikte medicatie bij de behandeling van 

   diabetes en medicatie die gebruikt wordt om complicaties te voorkomen;

bekijk de volgende video's en beantwoord steeds de vragen daarna

beschrijf kort wat er een de hand is bij diabetes

Welke twee hoofdsoorten diabetes ken je?

Wat is het grote verschil tussen de verschillende typen diabetes?

sleep de kenmerken naar het goede vakje

diabetes type 1

diabetes type 2

overgewicht

geen insuline

jonge leeftijd

medicijnen (oraal)

behandeling: insuline

vaak oudere leeftijd

behandeling; afvallen

keto-acidose

genetische aanleg

Wat gebeurt er als je veel koolhydraten eet en diabetes hebt?

Noem zeven verschijnselen die op lange termijn kunnen gebeuren als gevolg van diabetes mellitus.

Noem vier verschijnselen die je kan hebben als je diabetes hebt.

hypoglycemie

hyperglycemie

Welke verschijnselen horen bij een hypo- en welke bij een hyperglycemie?

wisselend humeur

honger

slaperigheid

zweten

droge tong

moeheid

veel plassen

bleekheid

slecht zien

Tot welke groep behoren deze geneesmiddelen?

biguaniden

SU-derivaten

DPP-4 remmers

SGLT-2-remmers

GLP-1-agonisten

exenatide

metformine

gliclazide

canagliflozine

liraglutide

tolbutamide

dapagliflozine

vildagliptine

sitagliptine

glibenclamide

hypoglycemie kan worden veroorzaakt door:

1. biguaniden
2. DPP-4 remmers
3. GLP-1 agonisten
4. SU - derivaten

Welk van deze middelen wordt parenteraal toegediend?

1. canagliflozine
2. exenatide
3. gliclazide
4. metformine

Welk van deze middelen werkt in de nier?

1. canagliflozine
2. exenatide
3. gliclazide
4. metformine

Welk van deze middelen geeft gewichtstoename?

1. canagliflozine
2. exenatide
3. gliclazide
4. metformine

Welk van deze middelen geeft een grotere kans op een hypoglycemie?

1. canagliflozine
2. exenatide
3. gliclazide
4. metformine

Verdeel de insulines in de genoemde groepen

kortwerkend

middellang werkend

langwerkend

bifasisch of mengsel

mixtard

Novorapid

Lantus

Tresiba

Humuline NPH

Apidra

Fiasp

novomix

Humuline

Toujeo

Je krijgt een melding met enalpril: kans op hypoglycemie. Hoe handel je dit af?

Casus

De heer M E gebruikt de volgende medicatie: 

• metformine 500 mg 3 maal daags 1
• sitagliptine 50 mg 1 maal daags 1

• Sildenafil 50 mg zo nodig 1

• Enalapril 20 mg 1 maal daags 1

• Hydrochloorthiazide 12,5 mg 1 maal daags 1

• Amlodipine 5 mg 1 maal daags 1

• Acetylsalicylzuur 80 mg 1 maal daags 1

• Brimodine oogdruppels 0,1% 1 maal daags 1 druppel in beide ogen

Kan je het gebruik van sildenafil verklaren?

Hij krijgt ook prednisolon 30 mg 1 maal daags 1, 7 stuks. Wat doe je?

De nierfunctie is 32 ml/min. Na invoeren van enalapril krijg je een melding nierfalen. Wat doe je?

Krijgt de heer M E teststrips en toebehoren vergoed uit de basisverzekering?

Wordt de heer M E volgens de NHG - standaard behandeld?

Als de bloedglucosewaarden niet onder controle zijn volgt de volgende stap: welke is dat?

Wat is een basaal - bolusschema en met welke middelen gebeurt dat?

Wat is een mixschema en welke middelen worden daarbij gebruikt?