Het sociaal zekerheidsstelsel is bedoeld om personen of gezinnen, die vanwege bepaalde omstandigheden in problemen komen:
1. financieel te helpen (bijvoorbeeld bijstandsuitkering)
2. zorg te bieden en begeleiding (bijvoorbeeld WMO)
Sociale zekerheid in Nederland is gebaseerd op solidariteit en samenhorigheid: er wordt collectief gezorgd voor alle Nederlanders. Mensen met een hoog inkomen dragen meer bij aan het stelsel dan mensen met een laag inkomen.
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
rechtenMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 54 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
sociaal zekerheidsstelsel
Het sociaal zekerheidsstelsel is bedoeld om personen of gezinnen, die vanwege bepaalde omstandigheden in problemen komen:
1. financieel te helpen (bijvoorbeeld bijstandsuitkering)
2. zorg te bieden en begeleiding (bijvoorbeeld WMO)
Sociale zekerheid in Nederland is gebaseerd op solidariteit en samenhorigheid: er wordt collectief gezorgd voor alle Nederlanders. Mensen met een hoog inkomen dragen meer bij aan het stelsel dan mensen met een laag inkomen.
Slide 1 - Diapositive
hoe ziet het sociaal zekerheidsstelsel in elkaar?
het sociaal zekerheidsstelsel is te verdelen in:
sociale verzekeringen
sociale voorzieningen
sociale verzekeringen zijn zelf weer op te delen in:
volksverzekeringen
werknemersverzekeringen
Slide 2 - Diapositive
sociale verzekeringen
volksverzekeringen gelden voor iedere ingezetene en kun je herkennen aan de beginletter A
werknemersverzekeringen zijn niet voor iedere ingezetene, want gekoppeld aan werk in loondienst
Slide 3 - Diapositive
sociale voorzieningen
zijn een vangnet en komen dus pas aan bod als je geen (volledig) beroep kunt doen op een sociale verzekering
hiermee wordt een bestaansminimum enn/of verzorgingsmogelijkheid gegarandeerd
Slide 4 - Diapositive
Stelsel
Hierna volgt het schema van het sociaal zekerheidsstelsel
Leer dit uit je hoofd, want het staat niet in je kleine gids!!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Uitvoering van de wetten
Er zijn meerdere uitvoeringsinstanties van de sociale zekerheidswetten, zoals de gemeente, UWV, SVB, etc.
Welke wet door welke instantie wordt uitgevoerd staat allemaal in je kleine gids op p. 293!!!!
Slide 7 - Diapositive
financiering
het sociaal zekerheidsstelsel moet uiteraard worden gefinancierd. na deze dia, volgt een overzicht hoe dit gebeurd.
Alléén bij de volksverzekeringswetten staat in je kleine gids duidelijk of je premie betaald, bij de rest níet, dus leer ook dit uit je hoofd!!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
AOW
wanneer verzekerd = wonen in nederland of wonen in buitenland en werken in nederland - dit geldt voor alle volksverzekeringen!!
hoogte: min. loon afhankelijk van gezinssituatie 70 of bij samenwonen 50% per persoon. NB. bedragen uitkering achterin KG!!
volledig-gedeeltelijk pensioen = kijken naar 50 jr voor AOW, nl 2% per jaar opbouw = 2% x 50 jr = 100% volledig
volksverzekering uitgevoerd door SVB
Slide 10 - Diapositive
AKW
iedereen met kinderen onder 18 jr die thuiswonen en dus verzorgen recht op kinderbijslag
niet inkomensafhankelijk, dus voor iedereen! in tegenstelling dus tot het kindgebonden budget dat wel inkomensafhankelijk is!
wel leeftijdsafhankelijk! Nb. bedragen achterin KG
ontvangen per kwartaal
volksverzekering uitgevoerd door SVB
Slide 11 - Diapositive
ANW
2 uitkeringen binnen de ANW!:
nabestaande-uitkering
wezenuitkering
volksverzekering uitgevoerd door SVB
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
WLZ
gaat hier niet om een uitkering maar om zorg
voor mensen die langdurig oftewel 24 per dag zorg of permanent toezicht nodig hebben
CIZ-indicatie nodig om dit te krijgen
volksverzekering uitgevoerd door zorgkantoren (overgedragen door zorgverzekeraar)
Slide 16 - Diapositive
WMO
ook dit geen uitkering maar zorg!
recht op zorgvoorzieningen om deel te kunnen blijven nemen aan de maatschappij
voorzieningen bestaan uit of algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen die in je KG staan!
sociale voorziening uitgevoerd door Gemeente
Slide 17 - Diapositive
ZVW
de zorgverzekeringswet regelt zorg en is dus ook geen uitkering.
iedereen in nederland vanaf 18 jr is verplicht dit (incl. voor hun kinderen) af te sluiten. Zorgverzekeraar is verplicht je te accepteren!
door afsluiten recht op zorg uit het basispakket en betaal je een nominale premie
wil je verzekerd zijn voor méér zorg dan kan je aanvullende verzekering nemen en betaal je een aanvullende premie
de polisvoorvoorwaarden van je (aanvullende) verzekering bepalen dus of je recht op zorg hebt!
je hebt een verplicht eigen risico dat je eerst moet opmaken voordat je zorg gratis krijgt, met uitzondering van een aantal zorgposten, zie je KG!!
de zvw is privaatrecht en wordt uitgevoerd door de de zorgverzekeraars
Slide 18 - Diapositive
WULBZ
Wet uitbetaling loon bij ziekte (ook privaatrecht, nl in BW!)
max 104 weken doorbetaling bij ziekte werknemer
bij een tijdelijk contract dat afloopt vóór bereiken 104 weken ziekte, dan alleen doorbetalen tot einde contract en de rest van de weken tot aan 104 weken via ZW-uitkering!!
de hoogte is minimaal 70% laatstverdiende loon (vaak via CAO krijg je een hoger % bij ziekte)
Slide 19 - Diapositive
Ziektewet-ZW
Kun je géén loondoorbetaling (meer) krijgen van een werkgever en val je wel onder de kring verzekerden, dan mogelijk recht op ziektewet-uitkering!
de kring van verzekerden ziet op mensen met werk in loondienst. Dit staat op p. 35/36 KG en is óók van toepassing op de WW en WIA!!
Je hebt pas recht op de ziektewet-uitkering als je door ziekte of gebrek je werk niet doen én geen recht meer hebt op de loondoorbetaling van de werkgever
Slide 20 - Diapositive
ZW
in totaal max 104 weken recht op deze uitkering
heb je eerst recht op loondoorbetaling en vervolgens zw-uitkering dan ook samen max 104 weken!
De hoogte van de Zw-uitkering is gekoppeld aan je laatstverdiende loon oftewel het dagloon.
Dagloon bereken je door het jaarinkomen te delen door 261, zie p. 44 KG (óók voor WW en WIA!!)
je ZW-uitkering is dan 70% van het dagloon
Vermogen of inkomen van een evt. partner is niet relevant!!
Slide 21 - Diapositive
Recht op WIA? zo ja, welke uitkering: IVA of WGA?
WGA: welke uitkering dan?
Alléén als je 35% of meer ao bent na 104 weken ziekte, dán WIA
80-100% ao én duurzaam ao, dan iva-uitkering 75% loon tot max AOW
Dus géén 80-100% ao dan altijd WGA
Én dus niet duurzaam 80-100% ao óók altijd WGA
WGA dan altijd eerst kijken of aan de wekeneis is voldaan. Ja, dan loongerelateerd (zelfde als WW-let op: 2 jaren ziekte tellen mee bij arb.verleden!) tot max 24 mnd
Ná loongerelateerd óf als je geen recht op loongerelateerde had, dán loonaanvulling of vervolg tot max AOW
Voor de vraag loonaanvulling of vervolg kijken of diegene weer werkt (= inkomenseis). Géén werk, dan altijd vervolguitkering (% minimum loon!)
Wél werk, dan loonaanvulling áls hij hiermee minstens 50% rvc benut. Nee, alsnóg vervolg
Slide 22 - Diapositive
hoogte WIA-uitkeringen
IVA-uitkering is 75% dagloon
loongerelateerde-uitkering = zelfde als bij ww, nl 75% 1e en 2e mnd, daarna 70% dagloon
loonaanvullingsuitkering is 70% dagloon - loon uit werk
vervolguitkering = NIET gekoppeld aan je dagloon, maar een bepaald percentage van het wettelijk minimumloon, dit % hangt af van de hoogte van je ao percentage, zie p. 61 KG!!
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Vervolg WW-arbeidsverleden
als iemand recht heeft op ww én aan de jareneis wordt voldaan en dus recht heeft op méér dan de basisuitkering van 3mnd, dan moet je het arbeidsverleden uitrekenen
hoe reken je dit nu uit? Eerst fictief:
Kijk altijd eerst in welk jaar iemand geboren is, bv 1970.
tel 18 jaar op bij de geboortedatum, dus 1970 + 18= 1988
de jaren tussen je 18e en 1998 is nl je fictieve arbeidsverleden, dus doe je de som 1998-1988 = 10 jr. Dit is je fictieve arbeidsverleden!
Als je niet 18 jr bent vóór 1998, dan heb je nooit fictief arbeidsverleden!
Slide 25 - Diapositive
vervolg arbeidsverleden
bij je fictieve arbeidsverleden kijk je dus niet naar of je gewerkt hebt, bij je feitelijk arbeidsverleden juist wél!!
bij het feitelijk arbeidsverleden kijk je alleen naar de gewerkte jaren vanaf 1998, dus niet de jaren daarvóór!
Ben je begonnen in 2011 en nu werkloos in 2021, dan doe je ook hier de som: 2021-2011 = 10 jaar feitelijk arb.verleden
het maximale aantal jaren feitelijk arbeidsverleden kan nooit meer zijn dan 2021-1998= 23 jaren!
tel vervolgens fictief bij feitelijk op en je hebt het totale arb.verleden!!
Slide 26 - Diapositive
duur van de ww-uitkering
heb je het arbeidsverleden uitgerekend dan check altijd eerst of het er niet meer zijn dan 10 jaar, want dan is het simpel: 1 jr gelijk aan 1 mnd, dus 10jr arb.verl. is ook 10 mnd ww!
Is je arbeidsverleden méér dan 10 jr, dus 11 of meer, dan tellen alléén de gewerkte jaren vanaf 2016 niet als 1 mnd, maar een 0,5 mnd per gewerkt jaar!! dit zijn max 5 jaren waarover dit gaat, waarvoor je dan dus 2,5 mnd ww krijgt, want 2021-2016= 5 x 0,5 = 2,5 mnd ww
alle andere jaren die dan overblijven van het arbeidsverleden, die tellen gewoon als een volle mnd!
vb.1: 12 jaar arb. verleden waarvan 5jr gewerkt tussen 2016 en 2021 = 2021-2016 = 5 jr x 0,5 = 2,5 mnd ww. De andere jaren dus 12jr-5 jr = 7 jr x 1mnd=7 mnd ww = 7 + 2,5 = 9,5 mnd ww!!
vb.2: 9 jaar arbeidsverleden is dus minder dan 11 en dus 9jr x 1 mnd = 9 mnd ww!!
Slide 27 - Diapositive
hoogte van de ww-uitkering
de ww-uitkering is loongerelateerd, dus ook hier net als bij de ZW en WIA gaat het om je dagloon (jaarinkomen :261)
Vermogen of inkomen van een evt. partner is niet relevant!!
de hoogte vd uitkering in de ww is:
- de eerste 2 maanden 75% van dit laatstverdiende loon
- vanaf de 3e maand 70%
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Toeslagenwet (TW)
kom je met een van de hiervoor besproken uitkeringen, zoals de WW onder het sociaal minimum, dan recht op een toeslag uit de TW tot de hoogte van het sociaal minimum
check altijd eerst in de KG p. 183 óf de uitkering kan worden uitgevoerd door de TW, want er zijn uitkeringen die de TW niet aanvult!
let op: als iemand een partner heeft, dan telt dat inkomen ook mee of je onder het sociaal minimum zit!!
TW uitgevoerd door UWV maar is een sociale voorziening!
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
vervolg WAZO
de verschillende verlofvormen met ieder hun eigen periode van verlof en wel of geen recht op (volledige) doorbetaling en door wie dit gebeurd, moet je allemaal toe kunnen passen aan de hand van een casus. Je kunt dit allemaal terugvinden in de KG!
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
vervolg Wajong
Vanaf 2015 heb je alléén nog maar recht op de Wajong-uitkering als je op je 18eduurzaam, dus blijvend, geen arbeidsvermogen meer hebt als gevolg van ziekte of een gebrek (óf na je 18e tijdens je studie wordt!)
Ben je 18 in 2015 en heb je ondanks je gebrek nog wel deels een arbeidsvermogen, dan krijg je dus GEEN Wajong-uitkering en zul je je moeten wenden tot de gemeente voor ondersteuning, bijvoorbeeld voor een bijstandsuitkering
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Bijstandsuitkering uit de PW
de bijstandsuitkering is geregeld in de PW
hij wordt uitgevoerd door de gemeente en is voor mensen die nergens anders een beroep op kunnen doen en is dus een vangnet n daarom een sociale voorziening
op de volgende sheet gaat het over de invloed aan ander inkomen en vermogen. Van belang is dat je weet welk inkomen wel en niet meetelt en wat de vermogensgrens is. Dit staat letterlijk in de KG!
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
hoogte bijstandsuitkering
de bijstandsuitkering is qua hoogte gekoppeld aan het sociaal minimum en hangt af of je alleenstaande/alleenstaande ouder bent (70%) of samenwonend (100%)
deel je je woning met meerdere personen, dan heb je te maken met de kostendelersnorm. Hoe meer personen van 21 of ouder hoe lager je % vh sociaal minimum je krijgt!
Slide 39 - Diapositive
bijzondere bijstand
naast de bijstandsuitkering is er ook bijzondere bijstand
dit is een eenmalige uitkering voor noodzakelijke, onvoorziene kosten
dit is voor alle mensen die een inkomen hebben rond bijstandsniveau!
kun je deze kosten niet op een andere manier, bijvoorbeeld via een zorgverzekering vergoed krijgen, dan recht op
kon je geld voor reserveren maar doe je dat niet, dan bijzondere bijstand in vorm van een lening (denk aan koelkast die na 15 jaar kapot gaat en je niks voor opzij hebt gelegd!)
Slide 40 - Diapositive
IOW/IOAW/IOAZ
deze uitkeringen zijn voor de oudere werkloze werknemers/zelfstandigen
grote verschil met de bijstandsuitkering waar zij anders mee te maken zouden krijgen, is dat er geen vermogenstoets is en bij de IOW ook geen partnertoets
let op!!: het zijn alle 3 sociale voorzieningen!
zie verder het gemailde schema over deze wetten
Slide 41 - Diapositive
Toeslagen
Voor mensen met een laag tot modaal inkomen, die hiermee dus een financiële ondersteuning krijgen om deze kosten, zoals zorg, huur, kinderopvang te kunnen betalen.
De toeslagen zijn: Huurtoeslag, Zorgtoeslag, Kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget
Uitvoering: belastingdienst
Recht hierop hangt af van je toetsingsinkomen. Dit is je jaarinkomen van het jaar ervoor + of - inkomenswijzigingen in dit jaar
Let op: Deze toeslagen zijn niet hetzelfde als de TW-toeslag!!
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
Slide 47 - Diapositive
Slide 48 - Diapositive
Slide 49 - Diapositive
rechtshulp
rechtshulpverlener is het juridisch loket
bij rechtshulp wordt juridisch advies gegeven, maar meer niet!
Je staat dus niemand bij in een zaak/vertegenwoordigd dus niemand naar buiten toe, maar verwijst zo nodig daarvoor juist door naar een rechtsbijstandsverlener !!