Hoofdstuk 5

• Nederlands
• HBO
• Studiejaar 4

LNE4/5/6

Welkom!!

Ga rustig op je plek zitten

Pak je laptop maar houd dicht!

Planning en lesdoelen

Planning

- Quizvragen/ voorkennis

- Uitleg begrippen 

- Afronden

Lesdoelen

Jullie weten aan het einde:

• De kernbegrippen van woordenschatdidactiek en de kernbegrippen van grammatica binnen het NT2-onderwijs hanteren door ze uit te leggen en er voorbeelden van te geven;
• Je weet hoeveel woorden je leerlingen/cursisten moeten leren, om welke woorden het gaat en hoe ze het beste kunnen worden geleerd;
• Je bent op de hoogte van de doelstellingen en de didactiek van het leren en onderwijzen van woorden.

LKT-Toets toets Materiaal:

Hoeveel woorden van een tekst moet je kennen om een tekst te begrijpen?

1. 45%
2. 60%
3. 73%
4. 90%

Hoeveel woorden kent een NL vmbo-lln meer dan een Turkse vmbo-leerling?

1. 300 woorden
2. 3000 woorden
3. 8500 woorden
4. 10.000 woorden

Hoeveel woorden kent een NT2 op staatsexamen II niveau?

1. 50.000 woorden
2. 125.000 woorden
3. 201.000 woorden
4. 268.000 woorden

Hoeveel woorden worden uitgelegd in een NT2-les per uur uitgelegd (gemiddeld)

1. 5
2. 19
3. 46
4. 85

Begrippen:

Lemma

Schooltaalwoorden

Receptieve woordenschat

Productieve woordenschat

Intentioneel leren

- Semantiseren

- Consolideren

- Controleren

Mentale lexicon

Woordleervaardigheden

- Raadvaardigheid

- Woordenboekvaardigheden

Leerlast

Idioom

Valse vrienden

Lemma

Hoofdwoorden in 

een woordenboek.

 

Inclusief toevoegingen 

en verbuigingen

Schooltaalwoorden

• Docenten
  
• Studieboeken
  
• Vakjargon
  

Receptieve woordenschat

Woorden die je begrijpt, maar niet zelf gebruikt.

Productieve woordenschat

Woorden die je begrijpt én gebruikt.

 

Intentioneel leren

• Semantiseren (uitleggen)
• Consolideren (herhalen)
• Controleren (toetsen)

(Maranzo)

Ervaring Jan

Mentale lexion

Persoonlijke woordenschat

Woordgeheugen

Woordleervaardigheden

Raadvaardigheid

Woordenboekvaardigheden

Sparren:

Welke woordleervaardigheden worden beheerst door jouw leerlingen?

Idioom (uitdrukking/ gezegde)

Op de fles gaan = Failliet gaan.

 

 

Woorden die niet naar believen verbuigbaar of vervoegbaar zijn.

Bestaan uit woordcombinaties die meestal als een geheel functioneren.

Wist je dat? NT2-docenten hebben overigens nogal eens een opvallende voorliefde voor spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen een soort gelijke idiomatisch taalgebruik.

Valse vrienden

Woorden die in vorm zowel in de T1 als in de T2 bestaan.

Vraagje: Welke 'valse vrienden' ken jij allemaal?

Afronding

Wat hebben we gedaan

Planning

- Quizvragen/ voorkennis

- Uitleg begrippen 

- Afronden

Lesdoelen

Jullie weten nu:

• De kernbegrippen van woordenschatdidactiek en de kernbegrippen van grammatica binnen het NT2-onderwijs hanteren door ze uit te leggen en er voorbeelden van te geven;
• Je weet hoeveel woorden je leerlingen/cursisten moeten leren, om welke woorden het gaat en hoe ze het beste kunnen worden geleerd;
• Je bent op de hoogte van de doelstellingen en de didactiek van het leren en onderwijzen van woorden.