V3 Paragraaf 6.4 Moleculaire stoffen

6.4 Moleculaire stoffen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.4 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Diapositive

Moleculaire stoffen
  • De meeste stoffen bestaan uit moleculen
  • Dat noem je moleculaire stoffen
  • Vergeleken met metalen hebben moleculaire stoffen laag smelt- en kookpunt en geleiden geen stroom in vaste en vloeibare fase.
  • We gaan kijken naar de bouw en het waarom.

Slide 2 - Diapositive

Formule moleculaire stoffen
  • Bestaat alleen maar uit niet-metaalatomen.
  • C12H22O11, C18H36O2, H2O
  • Geleidt niet, want er zijn geen geladen deeltjes aanwezig 

Slide 3 - Diapositive

Hoe heten de buitenste elektronen?

Slide 4 - Question ouverte

Atoombinding
  • De buitenste elektronen, de valentie-elektronen, zijn belangrijk voor binding tussen atomen
  • Niet-metaalatomen delen elektronen dat noem je een atoombinding of covalente binding.
  • Vb: H2

Slide 5 - Diapositive

welke 6 moleculen bestaan ook uit 2 dezelfde atomen?

Slide 6 - Question ouverte

Covalentie
  • Covalentie is aantal bindingen dat een atoom kan vormen.
  • Het is het aantal streepjes in een molecuultekening rondom een atoom

Slide 7 - Diapositive

De covalentie van C is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

De covalentie van O is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Het smelt- of kookpunt hangt af van hoe sterk de aantrekkingskracht is tussen moleculen.
  • Weinig aantrekkingskracht? Dan zijn de deeltjes gemakkelijk uit elkaar te halen
  • Veel aantrekkingskracht? Dan kost het meer energie

Slide 10 - Diapositive

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • De aantrekkingskracht noem je vanderwaalskrachten.
  • Deze krachten vormen de vanderwaalsbinding (VdW)
  • Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de VdW-binding

Slide 11 - Diapositive

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methaan (112K) vs. ethaan (185K): de massa van ethaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger
  • Ethaan (185K) vs. butaan (273K): de massa van butaan is hoger, dus is de VdW-binding sterker en dus is het kookpunt hoger

Slide 12 - Diapositive

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • Methylbutaan (301K) vs. dimethylpropaan (283K): de massa is gelijk, dus dan zou de VdW-binding net zo sterk moeten zijn.
  • Hoe kan dat?
  • Wat valt je op aan het verschil tussen methylbutaan en dimethylpropaan?

Slide 13 - Diapositive

Langgerekte en vertakte moleculen
  • Methylbutaan is minder vertakt dan dimethylpropaan.
  • Hoe minder raakvlak er is, hoe zwakker de VdW-binding
  • Vandaar dat het kookpunt van methylbutaan iets hoger is dan het kookpunt van dimethylpropaan

Slide 14 - Diapositive

Hydrofiel en hydrofoob
  • Niet alle stoffen zijn te mengen
  • Als een molecuul een OH-groep of een NH-groep heeft, kan het molecuul oplossen in water
  • Vormen extra bindingen: de waterstofbrug
  • Stippellijntje tussen moleculen

Slide 15 - Diapositive

Hydrofiel en hydrofoob mengen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel
  • Hydrofoob mengt met hydrofoob
  • Hydrofoob mengt niet met hydrofiel
  • Emulgator: een combinatie van hydrofiel en hydrofoob

Slide 16 - Diapositive

De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van de moleculen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een ionbinding
A
is sterker dan een VdW binding
B
komt voor bij metalen
C
bestaat ook als het zout is opgelost in water
D
ontstaan doordat protonen aan een ander atoom worden afgestaan

Slide 18 - Quiz

1 een atoombinding komt voor in moleculaire stoffen.
2 vanderwaalskrachten komen voor tussen moleculaire stoffen
A
stelling 1 is juist stelling 2 onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 19 - Quiz

Hydrofiele stoffen zijn stoffen die goed oplossen in water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Het kookpunt van ethaan (C2H6) is hoger dan het kookpunt van butaan (C4H10)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz