Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid
V4
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Middeleeuwse literatuur
Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid
V4
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van de middeleeuwse literatuur benoemen.
Je kunt aan de hand van die kenmerken jouw gekozen middeleeuwse werk interpreteren (=betekenis eraan geven).
Je kunt in een presentatie (pechakucha) de algemene informatie over het verhaal beschrijven, waar het verhaal over gaat en welke kenmerken van de middeleeuwse literatuur je tegenkomt in het verhaal.
Je kunt in een presentatie (pechakucha) verduidelijken wat het verhaal bijzonder en nu nog relevant maakt.
Slide 2 - Diapositive
Opdracht
• In groepjes van vier gaan jullie een middeleeuws werk lezen.
• Vervolgens maken jullie een pechakucha die jullie voor de hele klas presenteren. In deze presentatie vertellen jullie o.a. waar het verhaal over gaat en maken jullie de koppeling met de theorie uit de lessen/Laagland.
• Voor de pechakucha krijgen jullie een gezamenlijk cijfer dat één keer meetelt.
Slide 3 - Diapositive
Download van Somtoday
Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid - opdracht
Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid - beoordeling
Laagland Literatuur-Lezer - Cursus 8
Sla alles op in een mapje Nederlands. Ook dit middeleeuwse werk komt terug op je mondeling in V6!
Slide 4 - Diapositive
Groepjes & middeleeuwse werken
Maak een groepje en schrijf de namen op het bord.
We gaan vijf korte filmpjes over de werken bekijken. Noteer op de Post-it als een werk je interessant/leuk lijkt.
Overleg met je groepje en schrijf jullie voorkeur op het bord.
Belangrijk: een verhaal mag door maximaal twee groepjes gekozen worden. Meer? Loten!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Groepjes & middeleeuwse werken
Overleg met je groepje.
Indien nodig, lees de omschrijvingen in de opdracht.
Schrijf jullie voorkeur op het bord.
Belangrijk: een verhaal mag door maximaal twee groepjes gekozen worden. Meer? Loten!
Slide 11 - Diapositive
Middeleeuwse literatuur
V4
Slide 12 - Diapositive
Middeleeuwse literatuur
de historische context rondom middeleeuwse literatuur
de kenmerken van de middeleeuwse literatuur
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Historische context: tijd
500-1500 na Christus
Begin middeleeuwen na einde Romeinse Rijk.
Einde middeleeuwen ingezet door start nieuwe periode: de Renaissance.
Slide 15 - Diapositive
Historische context: 3 standen
Standen = relatief gesloten groepen binnen de bevolking met eigen sociale status en 'taak'.
Geestelijkheid > taak: bidden
Adel & ridders > taak: strijden
Boeren & burgers > taak: werken
Slide 16 - Diapositive
1e stand: Geestelijkheid
Monniken, nonnen, bisschoppen, paus, etc. Zorgden voor 'zielenheil': bidden, biecht, mis, etc.
Geloof superbelangrijk voor iedereen. Doel: een leven na de dood zoals in de Bijbel omschreven.
De Bijbel was het belangrijkste boek.
Slide 17 - Diapositive
2e stand: Adel & ridders
Bekwaam in politieke zaken en krijgskunst.
Feodale maatschappij (leenstelsel): hoge adel (leenheer) gaf stuk land in ‘leen’ af aan lage adel (leenmannen/vazallen). In ruil daarvoor zwoeren deze vazallen trouw aan hun leenheer en hielpen als er oorlog was.
Adel beschermde zichzelf door kastelen en ridders (zonen van lage adellijke families).
Eer en aanzien belangrijk.
Slide 18 - Diapositive
3e stand: Boeren & burgers
90% van de bevolking was boer. Veelal als 'horigen' in dienst van leenmannen/vazallen (zie: 2e stand: Adel & ridders).
Met de verstedelijking kwam de burgerij op die leefden van handel en productie van goederen.
Burgerlijke mentaliteit: vlijt, nuttigheid, spaarzaamheid, etc.
Slide 19 - Diapositive
Historische context: schrijfcultuur
Tot de 12e eeuw voornamelijk geschreven door monniken in kloosters.
Door verstedelijking meer behoefte aan mensen die konden schrijven.
Tot de uitvinding van de boekdrukkunst (15e eeuw) werden boeken met de hand geschreven door kopiisten.
Slide 20 - Diapositive
Literaire ontwikkelingen: schrijver en publiek
Van veel middeleeuwse teksten zijn de schrijvers onbekend.
Schrijvers kwamen uit schrijvende beroepsgroepen en werkten in opdracht.
Een opdrachtgever (mecenas) gaf de opdracht een literair werk te schrijven/vertalen.
De schrijver kende zijn publiek goed en wilde het publiek vermaken maar ook iets leren.
Veel middeleeuwse werken geïnspireerd door Latijnse of Franse bron (bronteksten)
Middeleeuwse teksten werden voorgedragen (voorleescultuur) en waren op rijm. Daardoor konden ze beter onthouden worden.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Taal teksten
Latijn lange tijd schrijftaal, Middelnederlands volkstaal (spreektaal).
Geleidelijk meer aandacht voor teksten in het Middelnederlands.
Slide 23 - Diapositive
Wanneer waren de middeleeuwen?
Slide 24 - Question ouverte
Welke drie standen waren er in de middeleeuwen?
Slide 25 - Question ouverte
Waarom werden verhalen in de middeleeuwen mondeling overgeleverd ?
Slide 26 - Question ouverte
Waarom waren de teksten op rijm?
Slide 27 - Question ouverte
Welke taal werd er toen in Nederland gesproken?
Slide 28 - Question ouverte
Weet je nog iets van het eerste geschreven Middelnederlandse zinnetje?