Martialis De Sp.2

De spectaculis 2
Geschreven ter ere van de voltooiing van het Colosseum in 80 na Christus
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De spectaculis 2
Geschreven ter ere van de voltooiing van het Colosseum in 80 na Christus

Slide 1 - Diapositive

regel 1-2
Hic ubi sidereus propius videt astra colossus
 et crescunt media pegmata celsa via,

Hier waar de colossus met een stralenkrans de sterren van dicht(er)bij ziet en hoge steigers midden op de weg oprijzen
* Colossus: het beeld van Nero dat oorspronkelijk bij de de ingang van zijn Domus Aurea stond en later bij het Amphitheatrum dat daaraan zijn bijnaam Colosseum te danken heeft.

Slide 2 - Diapositive

Welke stijlfiguur zie je in regel 2?
A
asyndeton
B
chiasme
C
anafoor
D
antithese

Slide 3 - Quiz

Leg uit hoe het chiasme de inhoud van r.2 benadrukt.

Slide 4 - Question ouverte

regel 3-4
invidiosa feri radiabant atria regis
 unaque iam tota stabat in urbe domus.
straalde het gehate paleis van de woeste despoot
en één huis stond al in de hele stad
2x antithese: una <-> tota
 urbe <-> domus

Slide 5 - Diapositive

Wie is de feri regis?
A
Nero
B
Titus
C
Domitianus
D
Trajanus

Slide 6 - Quiz

Wat wordt onderstreept door de woordplaatsing in regel 4?
una(que iam) tota (stabat) in urbe domus

Slide 7 - Question ouverte

Welk stijlfiguur bevat r.4 NIET?
A
hyperbaton
B
chiasme
C
litotes
D
antithese

Slide 8 - Quiz

regel 5-6
Hic ubi conspicui venerabilis Amphitheatri
 erigitur moles, stagna Neronis erant.

Hier waar het eerbiedwaardige gevaarte van het opvallende Amfitheater zich verheft, was de vijver van Nero.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

regel 7-8
Hic ubi miramur velocia munera thermas,
 abstulerat miseris tecta superbus ager.

Hier waar wij de thermen, snel gebouwde geschenken, bewonderen, had een hoogmoedig stuk land huizen ontnomen aan de ongelukkigen

Slide 11 - Diapositive

r.8 tecta - hoe heet deze stijlfiguur?
A
personificatie
B
sententia
C
pars pro toto
D
eufemisme

Slide 12 - Quiz

r.8 superbus ager - hoe heet deze stijlfiguur?
A
personificatie
B
sententia
C
pars pro toto
D
eufemisme

Slide 13 - Quiz

In deze twee regels komen impliciet twee keizers voor. Wat is waar?
A
velocia munera = Titus en superbus ager = Nero
B
velocia munera = Nero en superbus ager = Titus
C
velocia munera = Trajanus en superbus ager = Domitianus
D
velocia munera = Domitianus en superbus ager = Trajanus

Slide 14 - Quiz

de keizers van Nero tot Trajanus
Nero - vierkeizerjaar (68-69) - Vespasianus - Titus - 
Domitianus - Nerva - Trajanus

Slide 15 - Diapositive

regel 9-10
Claudia diffusas ubi porticus explicat umbras,
ultima pars aulae deficientis erat.

Waar de porticus van Claudius verspreide schaduwen uitspreidt, was het laatste deel van het paleis dat hier ophield
2x tautologie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

regel 11-12
Reddita Roma sibi est et sunt te praeside, Caesar,
 deliciae populi, quae fuerant domini.
Rome is aan zichzelf teruggegeven en onder uw leiding, Caesar, zijn de genoegens, die eigendom waren geweest van een meester, eigendom van het volk. 

Slide 19 - Diapositive

Grammatica: welke twee woorden uit r.11-12 vormen een abl.abs.
A
Reddita Roma
B
te praeside
C
deliciae populi

Slide 20 - Quiz