3M P2 Les 6 Consumentenprijs en nettowinst

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 6.2.
timer
5:00
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 6.2.
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Startopdracht
  • Voorkennis
  • Uitleg arbeidsmarkt
  • Toepassen
  • Uitleg arbeidsparticipatie
  • Toepassen
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Denken-delen-uitwisselen
Meer klanten en winst voor Hema
Hema zag het afgelopen boekjaar het aantal klanten met bijna 35 procent stijgen. Ook kochten die voor fors meer geld producten, waardoor er na jaren van verliezen weer winst is geboekt.

Bespreek: hoe denk je dat bedrijven winst maken?

timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoopprijs #1
Brutowinstmarge = bedrijfskosten en nettowinst

Slide 7 - Diapositive

€ 18 ÷ 100 × 180 = € 32,40 of
1,8 × € 18 = € 32,40
Brutowinstmarge #2
deel ÷ geheel × 100

Slide 8 - Diapositive

Brutowinstmarge = € 35,20  − € 22 = € 13,20

€ 13,20 ÷ € 22 × 100 = 60%
Uit welke onderdelen bestaat de verkoopprijs?
A
Inkopen
B
Inkopen en bedrijfskosten
C
Inkopen, bedrijfskosten en brutowinst
D
Inkopen, bedrijfskosten en nettowinst

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een voetbal is € 6. De brutowinstmarge is 80%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een game is € 28. De gameshop berekent een brutowinstopslag van 60%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De verkoopprijs van een lamp is € 79,20. De winkel had de lamp voor € 44 ingekocht bij de groothandel.
Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 2 t/m 4 (blz. 164-165).
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.

Schoolwerk: § 6.2 opdracht 2 t/m 11.

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumentenprijs #3

Slide 14 - Diapositive

€ 32,40 ÷ 100 × 121 = € 39,20 of
1,21 × € 32,40 = € 39,20
De inkoopprijs van een spijkerbroek is € 35 exclusief btw. De winkel hanteert een brutowinstmarge van 140% op de inkoopprijs. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 5 t/m 7 (blz. 165-166).
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.

Schoolwerk: § 6.2 opdracht 2 t/m 11.

timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugrekenen

Slide 18 - Diapositive

€ 32,40 ÷ 100 × 121 = € 39,20 of
1,21 × € 32,40 = € 39,20
Terugrekenen #4
De consumentenprijs is € 49. De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De consumentenprijs is € 6,95. De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 8 (blz. 166).
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.

Schoolwerk: § 6.2 opdracht 2 t/m 11.

timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet
Omzet = afzet × verkoopprijs

Opbrengst van de verkopen
Hoeveelheid producten

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet #5
Sam verkoopt in een weekend 200 patatjes. De verkoopprijs van een zakje patat à 250 gram is € 2,20 (exclusief btw).
Bereken de omzet van dit weekend.

Slide 24 - Diapositive

Omzet = 200 × € 2,20 = € 440
De afzet in je smoothiebar was deze maand 3.480 smoothies. De verkoopprijs is € 4,25 per stuk.
Bereken je omzet van deze maand.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oom Sam rekent dit weekend op een omzet van patat van
€ 825,-. De verkoopprijs van een zakje patat à 250 gram is
€ 2,20 (exclusief btw). Bereken hoeveel afzet van zakjes patat oom Sam dit weekend verwacht.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst
Kosten die een bedrijf bij de productie maakt.
  • Huisvestingskosten
  • Loonkosten
  • Reclamekosten
  • Afschrijvingskosten
Inkoopwaarde is geen bedrijfskosten!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst #6
Bereken de nettowinst.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst #7
Bereken de nettowinst in procenten van de omzet.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van bedrijfskosten?
A
Huur van bedrijfspand
B
Inkoopwaarde van fietsonderdelen
C
Loonkosten van het personeel
D
Afschrijvingskosten van bestelbus

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tijdschriftenkiosk heeft in september een omzet van
€ 14.175. De inkoopwaarde van de tijdschriften is € 5.670. De bedrijfskosten zijn € 4.920.
Bereken de brutowinst

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gamewinkel heeft een partij van 300 spellen ingekocht voor € 9,50 per stuk. De verkoopprijs wordt € 18,95. De bedrijfskosten zijn € 865.
Bereken de nettowinst.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 9 t/m 11 (blz. 166-167).
Klaar? Maak het schoolwerk of de plusopdrachten.

Schoolwerk: § 6.2 opdracht 2 t/m 11.

timer
5:00

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een trui is € 25 exclusief btw. De winkel hanteert een brutowinstmarge van 150% op de inkoopprijs. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je agenda
Datum: 
Maken: § 6.2 opdracht 2 t/m 11.
Leren: H5, § 6.1 en § 6.2


timer
0:30

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions