Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
11. Thema 2, week 1 Les 2 functie- inhoudswoorden
Wat voor woordsoort is het onderstreepte woord?
Ik heb de hele
nacht
geslapen.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
werkwoord
1 / 40
suivant
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat voor woordsoort is het onderstreepte woord?
Ik heb de hele
nacht
geslapen.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
werkwoord
Slide 1 - Quiz
Wat voor woordsoort is het onderstreepte woord?
Ik heb de hele nacht
geslapen
.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
Slide 2 - Quiz
Sleep de woorden van deze zin naar de juiste plek!
Zij draagt een erge dure trouwring om haar vinger.
WERK-
WOORDEN
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
ZELFSTANDIG
NAAMWOORD
Slide 3 - Question de remorquage
Sleep de woorden van deze zin naar de juiste plek!
Onze trouwdag vieren we niet vandaag, maar overmorgen.
BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
VOEGWOORD
WERKWOORD
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
Slide 4 - Question de remorquage
Lesdoel
Ik kan inhoudswoorden en functiewoorden herkennen en benoemen in een zin.
Slide 5 - Diapositive
INHOUDSWOORDEN
zelfstandige naamwoorden, werkwoorden,
bijvoeglijke naamwoorden
bijwoorden.
Dit zijn Inhoudswoorden en geven betekenis aan een zin.
Slide 6 - Diapositive
Een bijwoord zegt iets over...
waar iets is (plaats)
wanneer iets is (tijd)
hoe-vragen
Slide 7 - Diapositive
Waar iets is. De plaats.
Daar
staat de prullenbak.
—>
Daar
vertelt waar de plek van de prullenbak is en is dus een
bijwoord
.
Andere woorden die een plaats aangeven:
hier, er, ergens, nergens.
Slide 8 - Diapositive
Wanneer - De tijd
Vandaag
gaan we rekenen.
—>
Vandaag
vertelt
wanneer
je gaat rekenen en is dus een
bijwoord
.
Het was
gisteren
lekker weer.
—>
Gisteren
vertelt jou wanneer het lekker weer was en is dus een
bijwoord
.
Slide 9 - Diapositive
Hoe-vragen
De auto rijdt hard.
—> Hoe rijdt de auto?
Hard
en is dus een
bijwoord.
Het meisje zingt mooi.
—> Hoe zingt het meisje?
Mooi
en is dus een
bijwoord.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
INHOUDSWOORDEN
Ik
las
gisteren
een
leuk
boek
las
=
werkwoord
(ww)
gisteren
=
bijwoord
(bw)
leuk
=
bijvoeglijk naamwoord
(bv)
boek
=
zelfstandig naamwoord
(zn)
Slide 12 - Diapositive
Het
meisje
zit nu op de oude schommel.
Het rode inhoudswoord is een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 13 - Quiz
Het meisje
zit
nu op de oude schommel.
Het rode inhoudswoord is een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 14 - Quiz
Het meisje zit
nu
op de oude schommel.
Het rode inhoudswoord is een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 15 - Quiz
Het meisje zit nu op de
oude
schommel.
Het rode inhoudswoord is een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 16 - Quiz
Het meisje zit nu op de oude
schommel.
Het rode inhoudswoord is een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 17 - Quiz
Noem de 4 woordsoorten die inhoud geven aan een zin.
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het werkwoord?
Gisteren maakten wij een moeilijke toets.
A
Gisteren
B
maakten
C
moeilijke
D
toets
Slide 19 - Quiz
Wat is het zelfstandige naamwoord(en)?
Gisteren maakten wij een moeilijke toets.
A
Gisteren
B
maakten
C
moeilijke
D
toets
Slide 20 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Gisteren maakten wij een moeilijke toets.
A
Gisteren
B
maakten
C
moeilijke
D
toets
Slide 21 - Quiz
Wat is het bijwoord?
Gisteren maakten wij een moeilijke toets.
A
Gisteren
B
maakten
C
moeilijke
D
toets
Slide 22 - Quiz
Je ziet 3 inhoudswoorden. Maak er een mooie zin van.
Slide 23 - Question ouverte
FUNCTIEWOORDEN
Omdat
Isa jarig is gaan
we
naar
de
film
voegwoord
(vw)
( pers.) voornaamwoord
(vnw)
voorzetsel
(vz)
lidwoord
(zn)
Slide 24 - Diapositive
Dat boek leest hij voor zijn plezier.
Slide 25 - Diapositive
Wat is het voegwoord?
Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij
Slide 26 - Quiz
Wat is het lidwoord?
Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij
Slide 27 - Quiz
Wat is het voornaamwoord?
Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij
Slide 28 - Quiz
Wat is het voorzetsel?
Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij
Slide 29 - Quiz
Groep 8 oefent hard, want zij moeten de tekst uit het hoofd kennen.
Wat zijn de functiewoorden?
Slide 30 - Question ouverte
Noem de 4 woordsoorten die functie geven aan een zin.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Vandaag gaat Bas met mij de ringen uitzoeken.
INHOUDSWOORDEN
Werkwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Bijwoord
FUNCTIEWOORDEN
lidwoorden
voornaamwoorden
voorzetsles
voegwoorden
Mijn
partner
zoekt
een
nieuwe
baan
Slide 33 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Vandaag gaat Bas met mij de ringen uitzoeken.
INHOUDSWOORDEN
Werkwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Bijwoord
FUNCTIEWOORDEN
lidwoorden
voornaamwoorden
voorzetsles
voegwoorden
Vandaag
gaat
Bas
met
mij
de
ringen
uitzoeken
Slide 34 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar de juiste plek.
In het kleedhokje pas ik een witte bruidsjurk.
INHOUDSWOORDEN
Werkwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Bijwoord
FUNCTIEWOORDEN
lidwoorden
voornaamwoorden
voorzetsles
voegwoorden
In
het
kleedhokje
pas
ik
een
witte
bruidsjurk
Slide 35 - Question de remorquage
Wat zijn de 4 inhoudswoorden?
Slide 36 - Question ouverte
Wat zijn de 4 functiewoorden?
Slide 37 - Question ouverte
Aan het werk
Thema 2, week 1 Les 2
Slide 38 - Diapositive
TAAL
Thema 2, week 1
Les 2
OPGAVE 1 o
WE MAKEN DE OPGAVEN SAMEN
Slide 39 - Diapositive
leerkracht.snappet.org
Slide 40 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Inhoudswoorden en functiewoorden TA8
Juin 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
18. Thema 2, week 4, les 16 en 17 inhoudswoorden en leestekens
Novembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Inhoudswoorden en functiewoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 3, week 1 Les 2 Inhoudswoorden & functiewoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Inhoudswoorden & functiewoorden
Avril 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
20. Thema 3, week 1 Les 2 Inhoudswoorden & functiewoorden
Octobre 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
bijwoord
Juin 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 5 Grammatica Par. 7 Woordsoort Bijwoord
Octobre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1