1.1 verbranding

timer
5:00
Leerdoel: 
  • Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  • Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.
 


Telefoon op stil in je tas. 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen. laat je laptop nog even dicht. 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
5:00
Leerdoel: 
  • Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  • Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.
 


Telefoon op stil in je tas. 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen. laat je laptop nog even dicht. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning (2 lesuren)
Lezen Paragraaf 1.1 
Instructie met Demonstratie verbranding
korte quiz.
Opgaven basisstof 1.1 maken
Instructie met Demonstratie verbranding


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practica 1: Verbranding bij een kaars



  • Zet het waxinelichtje op het schoteltje en steek het aan 
  •  Zet de jampot over het brandende waxinelichtje
  • welke waanemingen doe je? 

   
  


DEMO door de docent

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding
Bij verbranding:

- verdwijnt de brandstof en ontstaan nieuwe stoffen

- er komt energie vrij  (bijv. warmte)

                        Ook in het lichaam vindt verbranding plaats

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig bij verbranding
Als je een kaars brandt, verbrandt er kaarsvet. 
Voor verbranding heb je een brandstof nodig (bijv. kaarsvet)

Zet je een glas over de kaars dan zal de vlam uitgaan, dit komt omdat de zuurstof opraakt. 
Voor verbranding is zuurstof nodig.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit komt vrij bij verbranding
Bij verbranding komt energie vrij. 
Vormen van energie zijn: licht en warmte
Dat komt vrij bij verbranding bij een kaars 

Bij verbranding ontstaan nieuwe stoffen. 
Er ontstaat water (condens) en er ontstaat koolstofdioxide. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactieschema verbranding
Dit schema ken je:

brandstof+zuurstof          water+koolstofdioxide+energie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maak de opgaven van Basisstof 1.1

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
4:00
Leerdoel: 
  • Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  • Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.

 


Telefoon op stil in je kluis 
Rustig binnen komen
Op je plaats gaan zitten
Tas op de grond jas in de kluis 
Spullen open voor 
Welkom, kom rustig binnen,  
Log in op deze les en start je digitale lesmateriaal op. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

programma 
Terugblik deel 1  3 min
Instructie film met interactieve onderdelen 15 min
Samenvatting 2 min
Demonstratie en Practicum 15 min 
Afsluiten 5 min. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Glucose

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

indicator
Een indicator is een stof die een andere stof aantoont.

De indicator helder kalkwater toont koolstofdioxide aan omdat het heldere kalkwater troebel wordt. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke brandstof hebben de cellen in je lichaam nodig
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
indicator
D
glucose

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan er NIET
plaatsvinden zonder zuurstof
A
verbranding
B
ademhaling
C
hoesten
D
warmte

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welk gerecht zit heel veel glucose
A
patat met mayo
B
spaghetti met ketchup
C
biefstuk met sla
D
vis met wortelen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komt vrij bij verbranding?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in het lichaam
vindt verbranding plaats?
A
in het spierstelsel
B
in het verteringsstelsel
C
in alle levende cellen in het lichaam
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doe je laptop dicht. 
nu volgt een instructie 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practica 2: Koolstofdioxide aantonen (blz. 53)

4-tal
      • Nummer de buizen 1 t/m 4 met de stift
      • In buis 1: een pinkdikte gekookt en afgekoeld water 
      • In buis 2: een pinkdikte bruisend bronwater met prik
      • In buis 3 én 4: een pinkdikte helder kalkwater 
      • Doe de inhoud van buis 1 bij buis 3 
      • Doe de inhoud van buis 2 bij buis 4 
      

Pinkdikte

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practica 3: Koolstofdioxide bij een brandende kaars 


Wat gebeurt er met het helder kalkwater ? 




Wat gebeurt er met het helder kalkwater ? 

Wij gebruiken:
- een glazen potje met helderkalkwater 
- een waxinelichtje dat we aansteken
- we doen daarna het deksel op het potje
Demo 1
Demo 2
Wij gebruiken:
- een glazen potje met helderkalkwater 
- een waxinelichtje (NIET aansteken)
- we doen daarna het deksel op het potje

Slide 21 - Diapositive

Waarneming:
De kaars gaat uit.
Het helder kalkwater wordt troebel.
Dit is het bewijs voor het verbrandingsproduct koolstofdioxide (CO2)

Energie:
Warmte - Het glas voelt warm aan.

Verbrandingsproduct:
Water: De binnenkant van het glas is beslagen. Er zijn waterdruppeltjes te zien.

Antwoorden:
2. Je weet niet zeker of het kalkwater troebel wordt door verbranding. Misschien komt het wel door iets anders....
3. Ja wel kalkwater, HELDER kalkwater anders kun je het niet vergelijken met het andere proefje
4. Ja er moet een kaars in, maar die steek je NIET aan
 Verbranding in je lichaam
Op elk moment, in elke cel
-
Nodig voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> koolstofdioxide + water + energie
brandstof

verbrandingsproducten
deze adem je uit
-  Krijg je binnen door
    voedsel te eten
-  Glucose wordt
    gemaakt door planten (fotosynthese)
komt vrij

- om te bewegen
- om het lichaam op
   temperatuur te houden

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet welke stoffen nodig zijn voor verbranding en welke stoffen ontstaan.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

ik kan uitleggen wat lichamelijke inspanning voor invloed heeft op de verbranding in je lichaam.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk: 
Verbeter fouten in opdrachten bas 1.1 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions