Het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Check in :)







Hoe voelen jullie je?


Slide 2 - Diapositive

Lesinhoud
Terugblik vorige week (huidziekten)
Voorkennis
Filmpje
Theorie
Opdracht
Evalueren/afsluiting
Huiswerk volgende week

Slide 3 - Diapositive

Wat weten jullie nog over vorige week (huidziekten)?

Slide 4 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het zenuwstelsel? Wat weet je er al van?

Slide 5 - Carte mentale

Klokhuis filmpje Hersenen
https://hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3171/hersenen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Centrale zenuwstelsel (CZS)
Bestaat uit :
  • Hersenen
  • Het ruggenmerg

Slide 8 - Diapositive

Functies 
Grote hersenen:  Controlecentrum
  • Maken het bewust handelen mogelijk. 
  • Prikkels komen hier aan en worden 
verwerkt.
  • Functies als denkvermogen, taal, geheugen, creativiteit en nieuwe dingen aanleren.



Slide 9 - Diapositive

Wie is er wel eens bij de tentoonstelling body's geweest?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Kleine hersenen
Coördinatie en balans/ evenwicht.
 Gevoelig voor alcohol. 

Slide 12 - Diapositive

Hersenstam
Bestuurt belangrijke levensfuncties: Ademhalen, slaap- waakcyclus, spijsvertering reguleren, kauwen, slikken, huilen, plassen.

Slide 13 - Diapositive

Ruggenmerg
  • Is onderdeel van het centrale zenuwstelsel, en bevindt zich in het kanaal van de wervelkolom .
  • Hierdoor lopen alle zenuwen die van en naar de hersenen toe gaan.
  • Dwarslaesie

Slide 14 - Diapositive

Perifeer zenuwstelsel
Bestaat uit zenuwen die impulsen aan- en afvoeren vanuit het lichaam naar het centraal zenuwstelsel.

Bestaat uit:
Somatisch en autonoom zenuwstelsel

Slide 15 - Diapositive

Somatisch zenuwstelsel
Soma = lichaam --> bewust
Stuurt alles aan waar we controle over hebben.

Lopen, praten, zwaaien

Slide 16 - Diapositive

Wat regelt het somatisch zenuwstelsel?
A
Zintuiglijke waarnemingen
B
Spierbewegingen
C
Spijsvertering
D
Hormoonproductie

Slide 17 - Quiz

Autonoom zenuwstelsel
Auto = zelf --> onbewust/ automatisch

 Stuurt het hart en gladde spierweefsels (zoals maag-darmstelsel, bloedvaten, luchtwegen, voortplantingsorganen)
aan. 
Over dit gedeelte hebben wij geen controle.

Slide 18 - Diapositive

Wat regelt het autonoom zenuwstelsel?
A
Slaapcycli
B
Spijsvertering
C
Bewuste beweging
D
Hartslag

Slide 19 - Quiz

Ezelsbruggetje: Para- staat voor paracetamol, dus het parasympathische zenuwstelsel is voor ontspannen en relaxen.

Slide 20 - Diapositive

Reflex
Een reflex is een onwillekeurige reactie van de spieren op een prikkel.
Er vindt geen bewustwording in de hersenen plaats dus de route is kort.

Voorbeeld: Je brandt je aan een hete oven en trekt je hand terug. Later besef je pas wat je hebt gedaan.


Slide 21 - Diapositive

Groepjes van 4 personen 
Volg je de les online? Dan werk je de opdracht alleen uit (uitgewerkte opdracht na 10 min inleveren via een teams bericht naar mij).

Elke groep bespreekt/zoekt gezamenlijk het volgende (op): 
Wat is impulsgeleiding?
Welke rol speelt het zenuwstelsel hierin?

Praktijkvoorbeeld; bedenk een praktijkvoorbeeld waar impulsgeleiding een rol speelt in de zorg, bijvoorbeeld bij reflexen of pijnprikkels.

Gezamenlijk bespreken. Duur: 10 minuten

Slide 22 - Diapositive

Wat is impulsgeleiding?
A
Snelle geleiding van zenuwprikkels
B
Geleiding via spierweefsel
C
Overdracht via axonen
D
Langzame overdracht van bloedvaten

Slide 23 - Quiz

Axonen zijn lange, dunne uitlopers van zenuwcellen (neuronen) die elektrische signalen van de cel naar andere cellen overbrengen.
 Denk aan een axon als een soort draad die informatie door het lichaam leidt.

Functie: Axonen transporteren signalen, zodat verschillende delen van het lichaam met elkaar kunnen communiceren.
Structuur: Ze zijn vaak omgeven door een isolerende laag, myeline genoemd, die helpt om de signalen sneller te laten gaan.
Eindpunten: Aan het einde van het axon bevinden zich synapsen, waar de signalen overgedragen worden naar andere zenuwcellen of spieren.

Slide 24 - Diapositive

Wat is de functie van axonen?
A
Zenden zenuwimpulsen door
B
Versterken spiercontracties
C
Produceren neurotransmitters
D
Verbinden zenuwcellen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Elektrisch signaal wordt chemisch signaal

Slide 27 - Diapositive

Schema zenuwstelsel
Wat: Maak een overzicht van alle delen van het zenuwstelsel met hun functies.
Hoe: Op tafel met een set kaartjes.
Hulp: Je klasgenoot. Je werkt in tweetallen.
Tijd: 10 minuten. Hierna klassikaal bespreken.
Uitkomst: Overzicht van het hele zenuwstelsel.
Klaar: Maak een foto en/of schrijf over in je schrift.

Slide 28 - Diapositive

Opdrachten van vandaag
Microscopie ruggenmerg-- tekenen wat je ziet.
Reflexen testen

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Evalueren/afsluiting

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
- Lees ThiemeMeulenhoff module module 12, hoofdstuk 2 (zintuigen) oog en oor door

Maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten en lever deze in op it's learning

Slide 32 - Diapositive