2e les herhaling rekenen 1,2 en 3

Herhaling van breuken en decimale getallen

pak je telefoon en ga naar lessonup

zorg dat je een kladblaadje bij je hebt

1 / 22

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling van breuken en decimale getallen

pak je telefoon en ga naar lessonup

zorg dat je een kladblaadje bij je hebt

Slide 1 - Diapositive

Je kan

breuken optellen ( )

breuken aftrekken ( )
decimale getallen omzetten in een breuk en andersom

decimale getallen optellen ( 0,2 + 0,345)
decimale getallen aftrekken ( 0,345 - 0,2)
decimale getallen vermenigvuldigen ( 18 x 3,45)

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

0, 4 = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 2 - Diapositive

Breuken

Slide 3 - Carte mentale

De teller en de noemer

Bij breuken heb je een teller en een noemer.

De teller is het getal boven de streep.

De noemer is het getal onder de streep.

Slide 4 - Diapositive

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 5 - Quiz

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

1

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 6 - Quiz

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 2 2 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 1 ​}

1

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 0 ​}

Slide 7 - Quiz

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 8 - Quiz

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} - \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 9 - Quiz

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 ​}

Slide 10 - Quiz

Decimale getallen

zorg dat de komma's goed onder elkaar staan
Denk aan rekenen met geld!!!!

Slide 11 - Diapositive

Decimale getallen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Decimale getallen optellen en aftrekken.

Sleep de getallen naar het juiste vak op de getallen lijn.

0,55

0,19

0,34

0,24

0,46

Slide 14 - Question de remorquage

Hoeveel is de 4 in het getal 4,013 waard?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 0 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 15 - Quiz

Hoeveel is de 3 in het getal 4,013 waard?

3

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 0 0 ​}

Slide 16 - Quiz

126,56 - 12,65 =

113,91

6,00

125,295

0,06

Slide 17 - Quiz

Hoeveel is in het getal 4,013 de 1 waard?

1

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 0 0 ​}

Slide 18 - Quiz

Zet de decimale getallen in de juiste volgorde van klein naar groot.

3,3

2,99

3,19

Slide 19 - Question de remorquage

optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =

26,943

13,334

27,943

26,934

Slide 20 - Quiz

90,96

341,28

8,37

12,48

4 x 3,12 =

6 x 15,16 =

8 x 42,66 =

3 x 2,79 =

Slide 21 - Question de remorquage

Ga aan de slag

Kijk op blz. 104 t/m 119 wat je nog niet hebt gemaakt.

Ga daar mee aan de slag

Volgende les is de toets!

Slide 22 - Diapositive