2e les herhaling rekenen 1,2 en 3
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Breuken
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
81+84=
A
85
B
165
C
1
D
83
Slide 5 - Quiz
72+74=
A
146
B
76
C
1
D
72
Slide 6 - Quiz
115+113=
A
228
B
118
C
1
D
02
Slide 7 - Quiz
108−102=
A
83
B
122
C
83
D
106
Slide 8 - Quiz
1211−129=
A
83
B
122
C
104
D
61
Slide 9 - Quiz
65−63=
A
121
B
62
C
31
D
12
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Decimale getallen optellen en aftrekken.
Sleep de getallen naar het juiste vak op de getallen lijn.
0,55
0,19
0,34
0,24
0,46
Slide 14 - Question de remorquage
Hoeveel is de 4 in het getal 4,013 waard?
A
4
B
1004
C
10004
D
104
Slide 15 - Quiz
Hoeveel is de 3 in het getal 4,013 waard?
A
3
B
103
C
1003
D
10003
Slide 16 - Quiz
126,56 - 12,65 =
A
113,91
B
6,00
C
125,295
D
0,06
Slide 17 - Quiz
Hoeveel is in het getal 4,013 de 1 waard?
A
1
B
101
C
1001
D
10001
Slide 18 - Quiz
Zet de decimale getallen in de juiste volgorde van klein naar groot.
3,3
2,99
3,19
3
Slide 19 - Question de remorquage
optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =
12,933 + 14,01 =
A
26,943
B
13,334
C
27,943
D
26,934
Slide 20 - Quiz
90,96
341,28
8,37
12,48
4 x 3,12 =
6 x 15,16 =
8 x 42,66 =
3 x 2,79 =
