Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
§4.4 De macht van vorsten
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Je kan uitleggen:
Hoeveel macht de vorst had in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Nederland
Wat centralisatie en staatsvorming zijn
Welke macht de derde stand had
Slide 2 - Diapositive
Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelaren.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute
Slide 3 - Quiz
Wie zaten er in het bestuur van een middeleeuwse stad?
A
Winkeliers
B
Gewone arbeiders
C
Kooplieden
D
Leerlingen
Slide 4 - Quiz
Wie was de baas over de veiligheid in een middeleeuwse stad?
A
De schout
B
De burgermeester
C
De graaf
D
De schepenen
Slide 5 - Quiz
Waar moest je lid van zijn om een middeleeuwse stad een ambacht uit te oefenen?
A
Vakbond
B
Gilde
C
Gemeenteraad
D
Schepenen
Slide 6 - Quiz
Hoe kon een middeleeuwse stad stadsrechten krijgen?
A
Bij een bepaald aantal inwoners gebeurde dit automatisch
B
Door een dikke stadsmuur te bouwen
C
Die konden ze kopen van hun heer
D
Door belasting te betalen aan de koning
Slide 7 - Quiz
Gebruik de bron
De afbeelding is een tekening van een middeleeuwse stad. De tekenaar kan dingen verzonnen hebben om zijn tekening leuker of aantrekkelijker te maken. Niet alles wat je ziet, hoeft echt te kloppen.
Hieronder staan vijf dingen beschreven die je op de tekening kunt zien. Geef steeds aan of die dingen kloppen, of dat het voorbeelden zijn van de fantasie van de tekenaar.
➤Er lopen varkens door de stad. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
Gebruik de bron
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Voordat je begint
Lees eerst §4.4
timer
8:00
Slide 9 - Diapositive
Filmpje
De Nederlandse koning
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Nederland
Vroeger was Nederland geen koninkrijk
Rond 1400 waren de hertogen van Bourgondië hier de baas
Zij regeerden over 17 provincies, oftewel gewesten
Dit gebied werd de Nederlanden of Lage landen genoemd
Het gebied van de Bourgondiërs (Bourgondië + de 17 gewesten)
Slide 12 - Diapositive
Duitsland
In Duitsland had de koning weinig macht
Hij werd gekozen worden door hoge edelen en geestelijken
Deze keurvorsten hadden dus eigenlijk meer macht dan de koning
Slide 13 - Diapositive
Waarom was de Duitse koning afhankelijk van lagere machtehebbers?
Niet
Wel
Hij werd door hoge edelen gekozen
Hij werd door hoge geestelijken gekozen
Hij werd door lage edelen gekozen
Hij werd door lage geestelijken gekozen
Slide 14 - Question de remorquage
Sleep de titels en uitspraken naar de juiste groepen
Geestelijken
Edelen
De paus zal tevreden zijn met mijn keuze
Na mijn dood zal mijn zoon als hertog ook weinig last hebben van de koning
Slide 15 - Question de remorquage
Frankrijk en Engeland
In Frankrijk en Engeland had de koning meer te vertellen
Daar was de titel namelijk erfelijk
Samen met de steden kon de koning leenmannen verslaan
Hierdoor kregen de Franse en Engelse koning meer macht
Dat het koningschap erfelijk was betekent dat de zoon van de koning de nieuwe koning wordt. Hij hoeft dus niet gekozen te worden.
Slide 16 - Diapositive
Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?
A
Geld
B
Stadsrechten
C
Grond
D
Voedsel
Slide 17 - Quiz
Filmpje
Centraal geregeld= Centralisatie
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Centralisatie
Net als bij 112 wilden koningen alles centraal gaan regelen
Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen
Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad
Dit besturen vanuit één centrale plek is centralisatie
Als je iets centraal regelt, regel je alles vanuit één plek (het centrum)
Slide 20 - Diapositive
Op welke afbeelding zie je een centraal bestuur?
A
B
Slide 21 - Quiz
Staatsvorming
De koningen maakten wetten voor het hele land
Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten
De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur
Dit noemen we staatsvorming
Slide 22 - Diapositive
Staten-Generaal
De derde stand werd in de steden erg rijk en belangrijk
De koning moest hen soms om advies of geld vragen
Hiervoor riep hij alle standen bij elkaar voor een vergadering
Deze vergadering werd de Staten-Generaal
Staten = standen
Generaal = algemeen
Staten-Generaal = een algemene vergadering van alle standen
Slide 23 - Diapositive
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben