3H1_H3_les4_theorie_grammatica_woordsoorten

Grammatica woordsoorten H3
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten H3

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les 
- weet je wat het verschil is tussen wederkerig en een wederkerend voornaamwoord
- kun je wederkerige en wederkerende voornaamwoorden herkennen en benoemen

Slide 2 - Diapositive

Planning deze les
- herhalen theorie grammatica zinsdelen H3
- theorie grammatica woordsoorten H3
- oefenen
- huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Wat is een verwijswoord? Noem minimaal 2 voorbeelden.

Slide 4 - Question ouverte

Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar een persoon of ding (=antecedent) dat al eerder is genoemd. 

Anja's ouders wonen vlakbij en ze bezoekt hen vaak.
hen = verwijswoord
Anja's ouders = antecedent


Slide 5 - Diapositive

Met dat blonde meisje die in klas 3H2 zit, zou Nick best een keer willen afspreken.

Slide 6 - Question ouverte

Het geld wat ik geleend heb, is al op.

Slide 7 - Question ouverte

Ze doen waar hun zin in hebben.

Slide 8 - Question ouverte

Ik snap het onderdeel 'verwijswoorden' goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

Theorie grammatica woordsoorten


Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden

Slide 10 - Diapositive

???
In zin a en c staat het woordje zich. Kun je dit in zin b en d vervangen door iets of iemand anders?

a Bjorn scheert zich.
b Bjorn scheert ....
c Leonie schaamt zich.
d Leonie schaamt ....

Slide 11 - Diapositive

???
In zin a en c staat het woordje zich. Kun je dit in zin b en d vervangen door iets of iemand anders?

a Bjorn scheert zich.
b Bjorn scheert ....
c Leonie schaamt zich.
d Leonie schaamt ....
zijn opa

Slide 12 - Diapositive

Theorie 
filmpje op Nieuw Nederlands online

Slide 13 - Diapositive

Wederkerend voornaamwoord
- Verplicht wed. werkwoord -> 'zich' niet vervangen 
Hij schaamt zich.

- Toevallig wed. werkwoord -> 'zich' vervangen door mezelf, jezelf, zichzelf, onszelf
Rik scheert zich - Rik scheert zichzelf -Rik scheert hem.


Slide 14 - Diapositive

Welke woordsoort?

Slide 15 - Diapositive

Wederkerig voornaamwoord
  • elkaar/elkander/mekaar --> verwijst naar meerdere personen

  • De twee bekenden gaven elkaar een hand.


Slide 16 - Diapositive

Ik snap het onderdeel 'wedekerende vnw' goed.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Huiswerk
H3 Grammatica woordsoorten:
Maak de volgende opdrachten:
opdr. 1, 2 en 3.


Slide 18 - Diapositive