2B - week 50 - H2.7 Les 1

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 1 - Diapositive

Welke woordsoorten
ken je nog?

Slide 2 - Carte mentale


  • DUO-opdracht 15 min.
  • Presentaties duo-opdracht 25
     min.
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 3 - Diapositive

Je kunt de volgende woordsoorten herkennen in een zin:
  • Lidwoord (LW)
  • Bijvoeglijk naamwoord (BN)
  • Zelfstandig naamwoord (ZN)
  • Werkwoord (WW)
  • Telwoord (TW)
  • Voorzetsel (VZ)
LESDOELEN

Slide 4 - Diapositive

1. Zoek informatie over jouw
   woordsoort(en).
2. Schrijf op hoe je jouw
   woordsoort herkent.
3. Schrijf minstens drie
   voorbeelden.
4. Geef de klas een
   vraag/opdracht over jouw
   woordsoort.
Duo-opdracht
Lidwoord en telwoord: Yinthe en Demi

Bijvoeglijk naamwoord:  Dean en Justin

Zelfstandig naamwoord: 

Werkwoord: 

Voorzetsel: Kian, Jayden en Tygo
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Wat is het lw ?

Het grote en het kleine meisje liepen naar een kast.
A
het
B
het, het, een
C
grote en kleine
D
kleine meisje

Slide 6 - Quiz

Benoem in de zin hieronder: bn, zn en lw.

Het mooie boek staat in de kast.

Slide 7 - Question ouverte

Benoem in de zin hieronder: lw, bn, zn.

De grote man liep naar het bos.

Slide 8 - Question ouverte

Benoem in de zin hieronder: bn, zn en lw.

De zware tocht had als doel veel geld op te halen.

Slide 9 - Question ouverte

Ruim je je plek op?

We blijven zitten tot de bel gaat.

Schuif je stoel aan.

Doe je mondkapje op voordat je het lokaal verlaat.
Tot ziens!
Huiswerk voor vrijdag:
2.7 - opdr. 1 t/m 7 + 9 en 10

Slide 10 - Diapositive

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Keuzeopdrachten
timer
10:00
  1. Vorm een tweetal.
  2. Schrijf allebei 5 zinnen op.
  3. Laat witregel vallen tussen je zinnen.
  4. Wissel je blaadjes en vul in: zn, bn en lw
  5. Kijk samen alles na
  Maak in H2.7 opdr. 4, 5, 6 en 9
 Daarna sprongtoets grammatica.

Slide 11 - Diapositive

Typ hier een van de zinnen die je hebt bedacht.

Slide 12 - Question ouverte


   Gebruikersnaam:   
   kluispasnummer



Ga naar mijn.numo.nl

Slide 13 - Diapositive

Noem de lidwoorden.
Leg uit wat een zelfstandig naamwoord is.
Noem een zin met een bijvoegelijk naamwoord.
Begrippen
Hoe heb je gewerkt?

Slide 14 - Diapositive

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schrift
   Pen
  Laptop
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 15 - Diapositive

  • Introductie grammatica
  • Woordsoorten lw, bn, zn
  • Woordsoorten ww, tw, vz
  • Lezen
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 16 - Diapositive

  • Je kunt de woordsoorten lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen.
  • Je kunt de werkwoorden (ww), telwoorden (tw) en voorzetsels (vz) herkennen en toepassen.
LESDOELEN

Slide 17 - Diapositive

We bekijken de filmpjes die in de leerstof staan. Hoofdstuk 2.7.

Slide 18 - Diapositive

Zet lw, zn, bn, vz, ww of tw
A

Slide 19 - Quiz

Zet lw, zn, bn, vz, ww of tw onder de woorden.

Een Afrikaanse dame wilde in de lente van 2019 in een natuurpark een leeuw aaien.

Slide 20 - Question ouverte

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Maken in H2.7 - opdracht 5 , 6, 9, 10  en 11 (extra)
Wat?
Met wie?
Hulp?
Eerder klaar?
En daarna?
Leerpleinopdracht


Zelfstandig
timer
10:00
Ik loop een rondje
Test jezelf
NUMO en/of versterk jezelf
Aan de slag!

Slide 21 - Diapositive

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H2.7 - opdracht 5 , 6, 7, 9 en 10
Wat?
Met wie?
Hulp?
Eerder klaar?
En daarna?
Leerpleinopdracht?

Zelfstandig
Ik loop een rondje
Test jezelf en versterk jezelf
NUMO
Maak een strip, zie opdracht 11 blz 130

Slide 22 - Diapositive

Wat is een telwoord en geef een voorbeeld in een zin.
Noem een mooie zin met een voorzetsel.
Noem voorbeelden van werkwoorden
Begrippen
Hoe heb je gewerkt?

Slide 23 - Diapositive

Ruim je je plek op?

We blijven zitten tot de bel gaat.


Schuif je stoel aan.


Doe je mondkapje op voordat je het lokaal verlaat.
Tot ziens!

Slide 24 - Diapositive