Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2025-01-08 ISK-K Dagen, maanden - Disk thema 1
Het is vandaag woensdag.
Het is vandaag winter.
Het is vandaag 8 januari.
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het is vandaag woensdag.
Het is vandaag winter.
Het is vandaag 8 januari.
Slide 1 - Diapositive
Lesplan
Overhoring nieuwe woorden van gisteren
De dagen van de week
De seizoenen
De maanden
De datum
Zelfstandig werken (DISK/LOWAN)
Ren-dictee
Slide 2 - Diapositive
Schriftelijke overhoring
Als je klaar bent mag je een boek uit de kast pakken.
Slide 3 - Diapositive
Schrijf het goede woord op het blaadje
1. niet het begin maar ... 6. dit heet ...
2. niet oud maar ...
3. dit is een ... 7. dit is ...
8. Met Nieuwjaar wensen wij
4. dit zijn .... elkaar ....
timer
5:00
Slide 4 - Diapositive
Herhalen: Het jaar
Een jaar heeft ..... weken.
Een week heeft ..... dagen.
Een maand heeft ..... of ..... dagen.
Februari heeft ..... dagen.
En jaar heeft .....maanden.
Een jaar heeft ..... seizoenen.
Slide 5 - Diapositive
Welke dag is het vandaag?
Welke maand is het vandaag?
Welk seizoen is het vandaag?
Welke datum is het vandaag?
Slide 6 - Diapositive
Dagen van de week
Weekend
Slide 7 - Diapositive
De seizoenen
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
januari
februari
maart
april
mei
juni
augustus
september
oktober
november
december
juli
Slide 10 - Question de remorquage
Ga staan als je ...
In januari jarig bent.
Slide 11 - Diapositive
Ga staan als je ...
13 jaar oud bent.
Slide 12 - Diapositive
Ga staan als je ...
in de zomer jarig bent
Slide 13 - Diapositive
Het is vandaag woensdag.
Het is vandaag winter.
Het is vandaag 8 januari.
Slide 14 - Diapositive
Lesplan
Nieuwe woorden + uitspraak
Persoonlijke gegevens
Rendictee
Het formulier
Een formulier invullen
Het schrijfportfolio
Taken: Opdracht 5: HUISWERK
البيانات الشخصية
النموذج
املأ النموذج
| DISK Thema 1
Slide 15 - Diapositive
Woorden: uitspraak
de voornaam - de achternaam - de voorletters
Karin - Okken - K. E.
het adres
de straatnaam - het huisnummer
Willemstraat - 23
de postcode - de plaatsnaam - de woonplaats
3571 XG - Utrecht
Slide 16 - Diapositive
vervolg المتابعة
het telefoonnummer - het e-mailadres
06 - 351 26 707 - k.junger@hotmail.com
het geslacht - de nationaliteit - de geboortedatum
vrouw -
N
ederlandse - 21 maart 1994 / 19-03-1994
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Binnen-buitenkring
Ronde 1: binnekring vraagt: Ronde 2: buitenkring vraagt:
* Wanneer ben je jarig? * Wat is je geboortejaar?
B geeft antwoord: Binnenkring geeft antwoord:
* Ik ben op ..... jarig. * Ik ben in ..... geboren.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Als je klaar bent:
timer
20:00
Slide 22 - Diapositive
Grammatica oefenen
Slide 23 - Diapositive
Overhoring nieuwe woorden van gisteren
De dagen van de week
De seizoenen
De maanden
De datum
Zelfstandig werken (DISK/LOWAN)
Ren-dictee
Wat hebben we gedaan?
Slide 24 - Diapositive
Schrijf drie woorden op
die je vandaag hebt geleerd
Slide 25 - Diapositive
Kalender
Welke datum is het vandaag?
Het is vandaag ...
Welke dag is 12 januari.
12 Januari is een ... dag
Wanneer is het weekend?
Het is weekend op ... en ...
Agenda
dag
week
weekend
maand
jaar
Slide 26 - Diapositive
Vandaag en morgen
Weet je het nog?
eergisteren
gisteren
vandaag
morgen
overmorgen
Slide 27 - Diapositive
Praat samen over de agenda. Wat doe je met een agenda? Wat schrijf je er wel in en wat niet?
Herhaal ook de dagen van de week, tijden, maanden en data.
Slide 28 - Diapositive
Vragen stellen in tweetallen
Wanneer ...
wanneer ben jij jarig? - ik ben op [datum] [maand] jarig
wanneer begint de voorjaarsvakantie? - de voorjaarsvakantie begint op [datum] [maand]
wanneer moet je daarna weer naar school? - ik moet op [datum] [dag] weer naar school
Slide 29 - Diapositive
Een maand heeft 4 weken.
Een week heeft 7 dagen.
Een dag heeft 24 uur.
Een uur heeft 60 minuten.
Een minuut heeft 60 seconden.
Slide 30 - Diapositive
Hoe lang
Vraagt naar
een periode van tijd
secondes, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Hoe lang kan jij je adem inhouden?
Hoe lang moet jij fietsen naar school?
Slide 31 - Diapositive
Eenheden van tijd
1 millennium = 1.000 jaren
1 eeuw = 100 jaren
1 jaar = 4 kwartalen
1 jaar = 12 maanden
1 jaar = 52 weken
1 jaar = 365 of 366 dagen
1 kwartaal = 3 maanden
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartier
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden
Slide 32 - Diapositive
Zet in de goede volgorde:
overmorgen - gisteren - vandaag - morgen - eergisteren
Slide 33 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
2025-01-07 ISK-K Nieuwjaar woorden en luistertekst
il y a 1 jour
- Leçon avec
40 diapositives
NT2
ISK
2025-01-08 ISK-G Nieuwjaar woorden en luistertekst
il y a 2 jours
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
ISK
Uren, weken, maanden
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
NT2
ISK
Uren, weken, maanden
Novembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
NT2
ISK
Uren, weken, maanden
Novembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
NT2
ISK
Herhaling WO Je hoort erbij!
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
Lager onderwijs
Uren, weken, maanden
Septembre 2024
- Leçon avec
43 diapositives
NT2
ISK
F2.3A Rekenen - Tijd: kalender en agenda
Juin 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2