Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2025-01-15 ISK-K Spellen en Formulier
Het is vandaag ....
Het is vandaag winter.
Het is vandaag ... januari.
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactif
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het is vandaag ....
Het is vandaag winter.
Het is vandaag ... januari.
Slide 1 - Diapositive
Lesplan
Spellen herhalen
2. Een formulier invullen
3. Schrijfopdracht bespreken
en verbeteren
4. Zelfstandig werken
Vandaag
: Opdracht 5: HUISWERK ->
Stuur
vandaag
naar je docent
| DISK Thema 1
Slide 2 - Diapositive
Spellen - Het alfabet
24
Oranje
=
klinker
Blauw
=
medeklinker
Slide 3 - Diapositive
Spellen
Slide 4 - Diapositive
Het formulier
Slide 5 - Diapositive
Schrijf de antwoorden
in je schrift
Voor wie is het formulier?
Wie vult het formulier in?
Waarom vult ze dit formulier in?
Een voorbeeld
Slide 6 - Diapositive
Gegevens
Naam: voornaam, achternaam, voorletters
Adres: straatnaam, huisnummer, postcode, woonplaats
Geslacht: man / vrouw
Geboortedatum:
Nationaliteit:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Leeftijd: (hoe oud) .... jaar
Slide 7 - Diapositive
Opdracht
Een formulier invullen
Bijvoorbeeld als je ov-kaart kapot is.
.
Je wilt dan een nieuwe kaart.
Daarvoor moet je een formulier invullen.
Slide 8 - Diapositive
Opdracht Formulier invullen
LET OP: goed lezen en beginnen bij opdracht 1 !!!
Omcirkelen
Huisnummer 510
III
etage/verdieping
Handtekening
Lid (van een club / vereniging)
1 = waar 3. Voorletter
s
= A. M.
2 = niet waar (derde etage) 4. 03 = de maand mei
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Dit kan ik (een beetje)
Ik kan persoonlijke gegevens geven
Ik kan spellen
Ik kan een formulier invullen
Slide 11 - Diapositive
Jezelf voorstellen in Whatsapp
Taak 2, opdracht 5
Hoofdletters! Begin zin - namen van personen, steden, landen
Punt aan het eind van een zin.
Slide 12 - Diapositive
Begin en eind
Hoi,
Ik ben ..... , ik ben ... jaar oud
Ik kom uit ...
Ik woon nu in ....
Mijn hobby's zijn ....
Groetjes,
Eva
Slide 13 - Diapositive
Leesbaar schrijven
Op de lijn
Moeilijke letters: d, g, l, p, r, u, v, ij
Slide 14 - Diapositive
Dit kan ik (een beetje)
Ik kan mezelf kort voorstellen op Whatsapp
Slide 15 - Diapositive
Zelfstandig werken
Slide 16 - Diapositive
Lang of kort?
Lang
Kort
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Binnen-buitenkring
Ronde 1: binnekring vraagt: Ronde 2: buitenkring vraagt:
* Wanneer ben je jarig? * Wat is je geboortejaar?
B geeft antwoord: Binnenkring geeft antwoord:
* Ik ben op ..... jarig. * Ik ben in ..... geboren.
Slide 19 - Diapositive
Kalender
zie taalcompleet
Welke datum is het vandaag?
Het is vandaag ...
Welke dag is 12 januari.
12 Januari is een ... dag
Wanneer is het weekend?
Het is weekend op ... en ...
Agenda
dag
week
weekend
maand
jaar
Slide 20 - Diapositive
Als je klaar bent:
Slide 21 - Diapositive
Vandaag en morgen
Weet je het nog?
eergisteren
gisteren
vandaag
morgen
overmorgen
Slide 22 - Diapositive
Praat samen over de agenda. Wat doe je met een agenda? Wat schrijf je er wel in en wat niet?
Herhaal ook de dagen van de week, tijden, maanden en data.
Slide 23 - Diapositive
Vragen stellen in tweetallen
Wanneer ...
wanneer ben jij jarig? - ik ben op [datum] [maand] jarig
wanneer begint de voorjaarsvakantie? - de voorjaarsvakantie begint op [datum] [maand]
wanneer moet je daarna weer naar school? - ik moet op [datum] [dag] weer naar school
Slide 24 - Diapositive
Een maand heeft 4 weken.
Een week heeft 7 dagen.
Een dag heeft 24 uur.
Een uur heeft 60 minuten.
Een minuut heeft 60 seconden.
Slide 25 - Diapositive
Hoe lang
Vraagt naar
een periode van tijd
secondes, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Hoe lang kan jij je adem inhouden?
Hoe lang moet jij fietsen naar school?
Slide 26 - Diapositive
Eenheden van tijd
1 millennium = 1.000 jaren
1 eeuw = 100 jaren
1 jaar = 4 kwartalen
1 jaar = 12 maanden
1 jaar = 52 weken
1 jaar = 365 of 366 dagen
1 kwartaal = 3 maanden
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartier
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden
Slide 27 - Diapositive
Zet in de goede volgorde:
overmorgen - gisteren - vandaag - morgen - eergisteren
Slide 28 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
2025-01-14 ISK-G Spellen en Formulier
il y a 24 jours
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
ISK
2025-01-14 ISK-K Spellen en Formulier
il y a 24 jours
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
ISK
2025-01-16 ISK-K Lezen en voorbereiden thema 2
il y a 22 jours
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
ISK
2025-01-08 ISK-K Dagen, maanden - Disk thema 1
il y a 1 mois
- Leçon avec
36 diapositives
NT2
ISK
Eenheden van tijd en snelheid en verhoudingen
Avril 2018
- Leçon avec
17 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
2025-01-21 ISK-K Thema 2 DISK
il y a 17 jours
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
ISK
2025-01-29 ISK-K Thema 2 - Intro 3
il y a 9 jours
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
ISK
Meten
Avril 2018
- Leçon avec
42 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1