voegwoorden invullen

• Nederlands
• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Oefenen met bijzinnen

Wanneer gebruik je omdat, als, voordat, nadat en terwijl?

Omdat: Ik heb een verrassing voor mijn dochter, omdat ze morgen jarig is.

Bij omdat is er sprake van een reden. 

Als: Ik word altijd vrolijk, als de zon schijnt.

Bij als is er sprake van een voorwaarde

Wanneer gebruik je omdat, als, voordat, nadat en terwijl?

Voordat: ik poets mijn tanden, voordat ik naar bed ga.

Ik was de appel, voordat ik hem opeet.

Bij voordat gebeurt de hoofdzin eerst en dan de bijzin. 

Nadat: Ik eet de appel, nadat ik hem gewassen heb.

Ik ga eten, nadat ik gekookt heb.

Bij nadat gebeurt de bijzin eerst en dan de hoofdzin. De bijzin staat in de voltooide tijd.

Wanneer gebruik je omdat, als, voordat, nadat en terwijl? 

Terwijl: Kees kookt het eten, terwijl Arie de tafel dekt.

Ik eet een boterham, terwijl ik de krant lees.

Bij terwijl gebeuren er twee dingen tegelijk.

Gebruik het goede voegwoord:
Je mag niet praten, ........... je eet.

1. omdat
2. nadat
3. voordat
4. terwijl

Ik trek mijn jas aan, .......... ik naar buiten ga.

1. nadat
2. terwijl
3. voordat
4. als

Wij doen samen de afwas, .......... we gegeten hebben

1. terwijl
2. nadat
3. voordat
4. omdat

Je moet de aardappels koken, ............. je ze kan eten.

1. nadat
2. voordat
3. terwijl
4. als

Je kunt de rijst eten, ............ je de rijst gekookt hebt

1. nadat
2. terwijl
3. voordat
4. omdat

........... de wasmachine klaar is, doe ik de was in de droger.

1. voordat
2. nadat
3. tenzij
4. omdat

Wij zijn op tijd klaar met het werk, .......... we extra hulp krijgen.

1. voordat
2. nadat
3. omdat
4. terwijl

Ik neem een paraplu mee naar buiten, ............ het regent.

1. omdat
2. terwijl
3. voordat
4. nadat

Neem de tabletten in, ......... u gaat eten.

1. voordat
2. omdat
3. nadat
4. als

Ik ga pas naar huis, ............. de zon weer schijnt.

1. voordat
2. nadat
3. terwijl
4. als