Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Herbert Simon
Adam Smith
Vilfredo Pareto
Begrensde rationaliteit
Diamant water paradox
Opmars wiskunde in de economie
Slide 1 - Question de remorquage
Allereerst; wat is rationaliteit?
Rationele mensen (Tiemeijer, Thomas, & Prast, 2009):
Laten emoties buiten beschouwing
Gebruiken alle beschikbare informatie
Houden op statistisch correcte wijze rekening met eventuele onzekerheden, evenals met mogelijke verschillen tussen opbrengsten op korte en lange termijn.
Bovendien zijn hun voorkeuren stabiel.
Slide 2 - Diapositive
Herbert Simon
Simon kwam vroeger met het idee over de begrensde rationaliteit.
Zijn focus lag niet zo zeer op de economie zelf, maar op de economische gedragingen
Slide 3 - Diapositive
Herbert Simon
Mensen hebben moeite met het maken van complexe keuzes, omdat zij het moeilijk vinden alle informatie die zij binnen krijgen te ordenen en te verwerken.
Slide 4 - Diapositive
Herbert Simon
Simon wist zijn collega’s (andere economen) niet te overtuigen, want zij kwamen met andere praktische oplossingen. Zij beweerde het volgende:
‘’Ook al zijn mensen niet volledig rationeel, zolang een groep gemiddeld wel rationele keuzes maakt, kunnen wij onze ideeën over het maken van rationele keuzes wel gebruiken’’.
Slide 5 - Diapositive
Adam Smith
De grondlegger van de moderne economische wetenschap, maakte het onderscheid tussen diamanten en water.
Dit werd de diamant-water paradox genoemd.
Slide 6 - Diapositive
Wat is meer waard?
A
Diamant
B
Water
Slide 7 - Quiz
Diamant water paradox
In The Wealth of Nations (zijn populairdere werk) vertelde hij dat er niets van grotere waarde is dan water, maar je kunt er alleen niets van kopen.
Slide 8 - Diapositive
Adam Smith
Een diamant daarentegen heeft bijna geen gebruikswaarde, maar toch is er een grote hoeveelheid andere producten mee te verkrijgen
Onderscheidt wordt gemaakt in gebruikswaarde en ruilwaarde
Slide 9 - Diapositive
Vilfredo Pareto
Neoklassieke economen zoals Pareto moesten niets hebben van de theorie over diamant en water. Zij noemden het zelfs betekenisloos.
Slide 10 - Diapositive
Vilfredo Pareto
De aanzet tot het Neoklassieke denken werd gegeven door Vilfredo Pareto.
Voor hem was niet van belang waarom mensen keuzes maken, maar welke keuzes zij maken.
Slide 11 - Diapositive
Vilfredo Pareto
Hij wilde de economie modelmatiger uitwerken.
Zo begon de wiskunde haar opmars binnen de economie .
Nu berekenen wij de welvaart aan de hand van bijvoorbeeld het BBP en wordt de waarde van een bepaald product bepaald aan de hand van diverse berekeningen (bedrijfseconomie).
Slide 12 - Diapositive
Vilfredo Pareto
De twijfel over wat welvaart en waarde zijn, was vervangen door de zekerheid van de rekensom (Bregman & Frederik, 2016)
De homo economicus was geboren.
De homo economicus handelt volgens Pareto altijd rationeel, egoïstisch, kan onbelemmerd ingewikkelde afwegingen maken en vertoont nooit systematische fouten
Slide 13 - Diapositive
Zijn jullie het er mee eens dat een rekensom de twijfel over welvaart en waarde vervangt door een zekerheid? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
Een lamp die jij echt nodig hebt, is afgeprijsd van €15 naar €10. Zou jij hiervoor tien minuten naar de stad lopen? Ervan uitgaande van dat je geen vervoer hebt?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Een laptop die jij echt nodig hebt is afgeprijsd en kost nu €795 ipv €800. Zou jij hiervoor tien minuten naar de stad lopen?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Is het rationeel dat de meesten wel voor de lamp zouden lopen, maar niet voor de laptop?
Slide 17 - Question ouverte
Met welk begrip heeft het voorbeeld uit de vorige vragen te maken?
A
De lokvogel
B
Relatieve opofferingskosten
C
Referentiekaders
D
Bezitseffect
Slide 18 - Quiz
Experiment
Je hebt net een voorwerp gekozen die je sinds het begin van de les bij je hebt.
Bepaal nu voor jezelf voor hoeveel euro je deze zou verkopen aan iemand anders.
Graag vraag ik degene die ik heb uitgekozen, mij een PRIVÉ-bericht te sturen met; voor hoeveel je het voorwerp zou verkopen.
Slide 19 - Diapositive
Hoeveel euro zou jij betalen voor..........?
Slide 20 - Question ouverte
Hoeveel euro zou jij betalen voor..............?
Slide 21 - Question ouverte
Waarom ontstaat er een verschil tussen de prijzen?