Persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Mijn broer koopt nieuwe cd's.
Slide 6 - Question ouverte
Zij ziet in de etalage een mooie jas.
Slide 7 - Question ouverte
De kinderen rennen een rondje.
Slide 8 - Question ouverte
De leerling haalt koffie voor de meester en juf.
Slide 9 - Question ouverte
De stoelen staan allemaal op een andere plek.
Slide 10 - Question ouverte
De vogels maken weer nestjes.
Slide 11 - Question ouverte
De kinderen lezen een mooi boek.
Slide 12 - Question ouverte
Morgen koop ik een nieuwe Playstation 5.
Slide 13 - Question ouverte
Het digibord ging gisteren kapot.
Slide 14 - Question ouverte
De les is nog niet klaar.
Slide 15 - Question ouverte
Aafke eet elke ochtend een boterham met pindakaas.
Slide 16 - Question ouverte
De kinderen waren vandaag laat.
Slide 17 - Question ouverte
De kinderen krijgen een traktatie.
Slide 18 - Question ouverte
De bomen krijgen weer knoppen.
Slide 19 - Question ouverte
De lente is begonnen.
Slide 20 - Question ouverte
De leerling gaf een mooi compliment.
