dond 28 okt H1 formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leesboek
• je Nederlands boek
• je schrift.
  
  
• Je gaat direct klaarzitten voor de les. 

Tien minuten lezen

Let op! Je boek is 9 november uit. 

2 keer niet bij je --> mail naar ouders + mentor

Deze les:

10 minuten lezen
Uitleg variatie in woordgebruik+zinsopbouw
Zelfstandig aan de slag
Afsluiting 

Leerdoelen

Je kan variëren in woordgebruik in teksten.

 Je kan variëren in zinsopbouw in teksten.

Wat is het verschil?

• De man is naar Delfzijl gefietst. Daar heeft de man een uitsmijter gegeten. De man heeft van de uitsmijter genoten.
  
  
• De man is naar Delfzijl gefietst. Daar at hij een uitsmijter, waarvan hij genoot. 
  

Varieer in woordgebruik om te voorkomen dat een tekst saai wordt. 

1. Synoniemen
Bijv. lawaai -> herrie          moeilijk -> ingewikkeld

2. Verwijswoorden
Bijv. hij, zij, deze, die, enz 

Leerlingen vragen: hoe maken we de tekst levendiger? Hoe zorgen we ervoor dat deze tekst prettiger te lezen is? 

Je zou de woorden kunnen vervangen door synoniemen, of gebruik kunnen maken van verwijswoorden.

Welke synoniemen/verwijswoorden zou je kunnen gebruiken in deze tekst?

Losgeslagen kalkoenen

Tientallen wilde kalkoenen veroorzaken overlast in de Amerikaanse stad Foxborough. De politie denkt dat iemand de kalkoenen voert, waardoor de kalkoenen aan mensen gewend raken. De gemeente mag de kalkoenen afmaken, maar de politie zegt dat de kalkoenen daarvoor nog niet voldoende gevaar opleveren. Wat er uiteindelijk met de kalkoenen gaat gebeuren, is dus nog niet bekend. Dierenactivisten hopen dat de kalkoenen niet eindigen als Thanksgivingmaaltijd. 

Nu jullie!

Verbeter de volgende zin voor jezelf in stilte:

Binnenkort geeft Beyoncé weer een concert in Nederland. Omdat ik Beyoncé heel goed vind, zal ik zeker proberen kaartjes te krijgen voor het concert van Beyoncé.

Maak dus gebruik van synoniemen en verwijswoorden.

Variatie in zinsopbouw

Zinsopbouw: de volgorde van zinsdelen.

• onderwerp (O), persoonsvorm (P), ander zinsdeel (A)
  
• OPA is meest voorkomend.
  
• Anders: APO of POA
  

Leerlingen vragen: hoe maken we de tekst levendiger? Hoe zorgen we ervoor dat deze tekst prettiger te lezen is? 

Je zou de woorden kunnen vervangen door synoniemen, of gebruik kunnen maken van verwijswoorden.

Variatie in zinsopbouw

Bijvoorbeeld:

• Mijn broer geeft zijn vriendin elk jaar voor haar verjaardag een roos.
• Elk jaar geeft mijn broer zijn vriendin voor haar verjaardag een roos.
  
  
• Op haar zeventiende verjaardag is hij daarmee begonnen.
• Hij is daarmee begonnen op haar zeventiende verjaardag

Leerlingen vragen: hoe maken we de tekst levendiger? Hoe zorgen we ervoor dat deze tekst prettiger te lezen is? 

Je zou de woorden kunnen vervangen door synoniemen, of gebruik kunnen maken van verwijswoorden.

Aan de slag!

Leerlingen vragen: hoe maken we de tekst levendiger? Hoe zorgen we ervoor dat deze tekst prettiger te lezen is? 

Je zou de woorden kunnen vervangen door synoniemen, of gebruik kunnen maken van verwijswoorden.

Afsluiting

• Hoe heb je gewerkt? 
• Wat ging goed en wat kan beter?
• Vooruitblik morgen: verder werken met de opdrachten en eventueel start grammatica woordsoorten.
  
  
• Let op! De verwerkingsopdracht over je 1e leesboek komt eraan.