4.3.3 zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voegwoord, komma, persoonsvorm

• Taal / spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

4.3.3. zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voegwoord, komma, persoonsvorm 

Herhaling

Zelfstandig naamwoord: de kast

Bijvoeglijk naamwoord: de groene kast

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Annet pakt de hond met een rode halsband.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Ik wil een blauwe trui aan en een gestreepte broek.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Ik moet voor in de klas zitten op een houten stoel.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Het feestje is top en de DJ draait leuke muziek.

Herhaling

Zelfstandig naamwoord: de kast

Bijvoeglijk naamwoord: de groene kast

Wat is het bijv. naamwoord?
Annet pakt de hond met een rode halsband.

Wat is het bijv. naamwoord?
Ik wil een blauwe trui aan en een gestreepte broek.

Wat is het bijv. naamwoord?
Ik moet voor in de klas zitten op een houten stoel.

Wat is het bijv. naamwoord?
Het feestje is top en de DJ draait leuke muziek.

Wat is het voegwoord?
Annet pakt de hond, voordat hij kan wegrennen.

1. hond
2. Annet
3. voordat
4. wegrennen

Wat is het voegwoord?
Ik wil een blauwe trui, want dat is mijn lievelingskleur.

1. blauwe
2. trui
3. lievelingskleur
4. want

Wat is het voegwoord?
Je moet in de klas zitten, zodat de juf kan beginnen.

1. zodat
2. klas
3. zitten
4. beginnen

Wat is het voegwoord?
Ik ga naar de supermarkt en daarna ook nog naar de Kruidvat.

1. supermarkt
2. en
3. daarna
4. Kruidvat

Wat is het voegwoord?
Wil jij kaas of wil jij worst?

1. kaas
2. worst
3. of
4. wil

Persoonsvorm

Is altijd een werkwoord. Altijd iets wat je kunt doen. 

Die kun je vinden door er een vraagzin van te maken. Het woord dat je vooraan hoort is de persoonsvorm. 

Ik ben afgelopen week jarig geweest.

Persoonsvorm

Maar... soms staat een zin al als vraag. Hoe vind je dan de persoonsvorm?

Je kunt ook de tijd van de zin veranderen. Kijk maar mee:

Gaat Mees naar de dierentuin? 

Ging Mees naar de dierentuin?

Persoonsvorm

Nu jullie: 

Koopt hij een kaartje bij de kassa? 

Persoonsvorm

Nu jullie: 

Koopt hij een kaartje bij de kassa? 

Kocht hij een kaartje bij de kassa? 

Wat is de persoonsvorm?
De mevrouw geeft hem geld terug.

Wat is de persoonsvorm?
Jens heeft al een tijdje een abonnement.

Wat is de persoonsvorm?
Is zijn abonnement nog maar een maand geldig?

Wat is de persoonsvorm?
Hij moet eerst zijn kaart verlengen.

Wat is de persoonsvorm?
Laat hij daarvoor eerst een pasfoto maken?

Wat is de persoonsvorm?
Jullie hebben wel genoeg geoefend.