les 11 w7

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Evalueert de geboden ondersteuning

                      W7

Les 11

Leerdoelen

• Aan het einde van de les ben je voorbereid voor de kennistoets

Onder product verstaan we de ...... van een activiteit.
wat moet erop de puntjes staan?

1. Resultaten
2. Kwaliteit

Onder proces verstaan we de ...... van de activiteit.
wat moet erop de puntjes staan?

1. communicatie moeilijkheidsgraad
2. begeleiding en het verloop

Productevaluatie​

Soorten vaardigheden:​

- Technische en motorische vaardigheden: Fietsen, timmeren, aardappelen schillen, schroevendraaier draaien​

- Communicatieve vaardigheden: Luisteren, vragen stellen, gesprekken voeren, telefoneren, informatie overdragen

- Sociale vaardigheden: Omgaan met conflicten, beleefd zijn, samen spelen, letten op taalgebruik, relaties kunnen aangaan

PDCA Cyclus

Je doel is dat je binnen drie weken begrijpelijke rapportages voor je collega's kunt schrijven. Hiervoor ga je de komende twee weken drie collega's om feedback vragen over jouw rapportages en hun rapportages met die van jou vergelijken. Daarnaast wil je tips over rapporteren opzoeken op internet.
Welke stap is dit van de PDCA cyclus?

1. Plan
2. Do
3. Check
4. Act

Nu 8 weken later worden je rapportages beter begrepen, want je beschrijft nu concreter welke afspraken er zijn gemaakt met cliënten en welke werkzaamheden collega's moeten uitvoeren. Je krijgt de tip om hoofd- en bijzaken goed te onderscheiden. Hier kun je nu weer mee verder.
Welke stap is dit van de PDCA cyclus?

1. Plan
2. Do
3. Check
4. Act

Evalueren

Definitie: het beoordelen van activiteiten of handelingen op vooraf opgestelde criteria

Om gericht te evalueren moeten vooraf een aantal zaken vaststaan:​

Wat ga ik evalueren? 

- Waarover moet informatie verkregen worden?​

- Hoe ga ik evalueren?  Welke manier is passend?​

- Met wie ga ik evalueren?  Wie kan de gewenste informatie geven?

Wat zijn zaken die bij de evaluatie aan bod komen?

Komen aanbod

Komen niet aanbod

Hebben we het doel behaald?

Het verliep helemaal zoals ik het me had bedacht.

Welke waarde heeft de activiteit voor de cliënt gehad?

Ik had er wel lol in; ze deden zo goed mee.

Had ik de beginsituatie van de groep juist ingeschat?

Welke uitspraak over evalueren is NIET juist?

1. Je mag een geëvalueerde activiteit altijd gebruiken ten behoeve van een andere cliënt.
2. Door te evalueren leg je verantwoording af over je handelen aan de zorgbetaler.
3. Een reden om een activiteit te evalueren, is dat je verantwoording over je handelen moet afleggen aan de cliënt.

Welk van de uitspraken over evalueren is juist?

1. Als de zorg kwalitatief slecht is omdat het niet aan de vooraf gestelde eisen voldoet, stel je de eisen achteraf bij.
2. Om te weten of de zorg of begeleiding aan de vooraf gestelde eisen voldoet, moet je ‘meten’.
3. Zonder evalueren en met alleen voorbereiden en het plan uit voeren, kun je ook een plan bijsturen.
4. Of je achteraf een activiteit beoordeelt als kwalitatief goed, hangt af van de eisen die je vooraf hebt gesteld.

Welke omschrijving hoort bij welke functie?

Leerervaring

Verantwoorden

Voorbeeldfunctie

Kwaliteitsverbetering

Middel om een plan bij te sturen.

Door te evalueren kan een collega gebruik maken van jouw bevindingen.

Je moet de begeleiding achteraf kunnen rechtvaardigen met concrete gegevens en financiële overzichten.

Als er zaken fout liepen bij de activiteit, kijken hoe het de volgende keer anders kan.

Zet de uitspraken over methodisch cyclus bij het juiste hokje

Juist

Onjuist

Alleen na de fase van het uitvoeren van acties, evalueer je en stel je het plan bij.

Tijdens het uitvoeren van een plan, zijn er telkens momenten dat je terugblikt en het plan zo nodig bijstelt.

Uit de tussenevaluatie kunnen gegevens voortkomen die gebruikt kunnen worden voor de beginsituatie van de volgende activiteit.

Elke fase van het cyclisch proces evalueer je met een tussenevaluatie.

Bij welke fase van het cyclisch
proces hoort de onderstaande evaluatievraag?

Heb ik genoeg en de juiste gegevens verzameld?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 5

Bij welke fase van het cyclisch
proces hoort de onderstaande evaluatievraag?

Had ik de juiste personen gekozen
om het totaal traject te evalueren?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 5

Bij welke fase van het cyclisch
proces hoort de onderstaande evaluatievraag?

Heb ik de cliënt op de juiste manier begeleid?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4

Welke uitspraak over evalueren is NIET juist?

1. Ik stel een evaluatieplan op vóór de fase van uitvoering.
2. Bij een evaluatie betrek je een selectie van alle betrokken partijen.
3. Het doel van de evaluatie is dat je met betrokken partijen tot betere begeleiding voor de cliënt komt.

De product evaluatie en procesevaluatie leveren veel gegevens op.
Hieruit trek je conclusies over het totale doorlopen traject en voor het eventuele vervolg, want evalueren is terugkijken maar ook vooruitkijken.

Je stelt jezelf de vraag wat de conclusies uit de evaluatie betekenen voor de cliënt, voor het begeleidingsproces en voor het vervolg.
Hoe ga je verder? De situatie van de cliënt is inmiddels veranderd en vraagt om bijstelling.
Je zult de beginsituatie anders moeten formuleren, de analyse moeten aanpassen, nieuwe (vervolg) doelen moeten vaststellen en een nieuw plan opstellen.

Welk van de doelen is een korte termijn doel?

1. De cliënt kan zijn boter op zijn boterham smeren.
2. De cliënt kan koffie zetten voor de groep.
3. De cliënt kan de washand nat maken.
4. De cliënt kan voor zichzelf opkomen in conflictsituaties.

Wat zijn is GEEN reden om als medewerker MZ te reflecteren?

1. Omdat je oordelen hebt op basis van eerdere ervaringen.
2. Omdat je door eerdere ervaringen objectief naar situaties kijkt.
3. Omdat je kwaliteiten maar ook valkuilen hebt.
4. Omdat je als medewerker MZ een voorbeeldfunctie hebt.

Wat betekent dat 'goed luisteren' tijdens het evaluatiegesprek met de cliënt?

1. Dat je begrijpt wat de cliënt jou vertelt.
2. Dat je bewust en doelgericht waarneemt wat de cliënt jou verteld.
3. Dat je de cliënt aanvult als hij er even niet uit zijn woorden komt.
4. Dat je uit alle informatie die de cliënt vertelt een selectie maakt en deze verwerkt.

Onverschillig luisteren: Als je onverschillig luistert, interesseert het je eigenlijk niet wat de ander te vertellen heeft. ​ 

Ongeïnteresseerd luisteren: Als je luistert met te weinig interesse.​

Passief luisteren: Wanneer je alleen naar iemands woorden luistert en helemaal niet let op de non-verbale communicatie.​ 

Ongeduldig luisteren: Wanneer je geen tijd hebt, is de kans groot dat jouw ongeduld doorwerkt in de manier waarop je luistert.

Verkeerd luisteren

Als je tijdens de evaluatie meneer H. hoort zeggen "Dat het zo'n fijne activiteit was", en daarbij niet ziet dat hij ontevreden kijkt, dan is er sprake van:

1. Ongeduldig luisteren
2. Passief luisteren
3. Ongeïnteresseerd luisteren
4. Onverschillig luisteren

Als je tijdens de evaluatie met meneer H. denkt:"Wat praat hij altijd moeilijk; Laat maar, ik vraag het wel aan mijn collega's.", dan is er sprake van:

1. Ongeduldig luisteren
2. Passief luisteren
3. Ongeïnteresseerd luisteren
4. Onverschillig luisteren

Egocentrisch luisterenAls je egocentrisch bent, is er in je denken en voelen geen ruimte voor anderen. Bij egocentrisch luisteren ga je voorbij aan verschillen in referentiekader, zoals verschillen in denkbeelden, gewoonten of waarden en normen. Bijvoorbeeld: als de ander iets moeilijk, lelijk of grappig vindt, kleur je dat in naar jouw opvattingen. Je gaat te veel van jezelf uit, en verplaatst je te weinig in de spreker.

Autobiografisch luisteren

Wanneer je het luisteren aangrijpt om je eigen verhaal kwijt te kunnen.

Te selectief luisteren

Als je te selectief luistert, luister je niet naar de hele boodschap, maar pik je er alleen bepaalde dingen uit.

Bevooroordeeld luisteren

Wanneer je een vooropgezette mening hebt over de ander, dan kleurt dat hoe je naar de ander luistert. Je spreekt dan van bevooroordeeld luisteren: je hoort alleen wat je wilt horen of verwacht te horen. Over het algemeen ben je eerder bereid om naar iemand te luisteren die je sympathiek vindt, of die min of meer dezelfde achtergrond heeft als jij.

Verdedigend luisteren

Bij verdedigend luisteren luister je vanuit het idee dat de ander erop uit is om jou onderuit te halen. Je staat niet open voor de ander, integendeel. Bijna iedereen luistert weleens op deze manier; dat is heel menselijk. Maar er zijn ook mensen die iedere boodschap, hoe onschuldig ook, zien als aanval op zichzelf. Dan is het wel een probleem.

Meneer H. vertelt dat hij meer hulp nodig had bij de activiteit. Jij zegt:"Ja, ik vind sportactiviteiten eigenlijk ook niet leuk."
dan is er sprake van:

1. Ego-centrisch luisteren
2. Verdedigend luisteren
3. Autobiografisch luisteren
4. Selectief luisteren

Meneer H. vertelt dat hij meer hulp nodig had bij de activiteit. Jij zegt:"Dat had ik eigenlijk wel verwacht. U bent altijd zo hulpeloos."
dan is er sprake van:

1. Ego-centrisch luisteren
2. Verdedigend luisteren
3. Bevooroordeeld luisteren
4. Selectief luisteren

In welk voorbeeld is er GEEN sprake van een analyse?

1. We hebben nu 3 keer een gesprek gevoerd over uw hobby's.
2. Als u over over uw dochter spreekt, dan straalt uw gezicht. Wat betekent zij voor u?
3. Het valt me op dat u bij evaluaties altijd aangeeft dat u het naar de zin had. Wat houdt 'naar de zin' voor u in?

Bij het proces van analyseren van informatie met de cliënt stel je vragen.
Welke vraag is gericht op het herkennen van patronen?

1. Wat betekent dat voor u?
2. Gebeurt dat vaker?
3. Herkent u dat?
4. Kunt u dat uitleggen?

Voorwaarden actief luisteren

- Je moet in staat zijn om je eigen gevoel, je eigen mening even uit te schakelen. Je moet dus in staat zijn om de ander met diens behoeften en gevoelens centraal te zetten.​

- Je moet je kunnen inleven in de ander.​

- Je moet nieuwsgierig zijn naar wat de ander je te vertellen heeft.

Dat betekent dus dat je:  In je reactie je het gevoel verwoord van de ander.
Maar ook dat je in je reactie de behoefte van de ander verwoord je. En je hoort hoe de ander iets zegt.

Meneer H. zegt tijdens de evaluatie dat hij zich ongemakkelijk voelde tijdens de activiteit.
In welk voorbeeld is er sprake van een empathische reactie?

1. Ja, dat zal wel vaker gebeuren.
2. Ik begrijp wat u bedoelt.
3. U ziet op tegen de volgende keer?
4. Dat is een kwestie van gewenning.

Informatie verzamelen

Doe je door:​

- Te Observeren​

- Een enquête af te nemen​

- ​Een individueel interview te houden​

- Een groepsinterview te houden​

Wat is een goede evaluatievraag?

1. Ben je tevreden over mijn begeleiding?
2. Hoe vond je het om de activiteit te doen?
3. Wanneer ga je eindelijk een keer aan de slag?
4. Waarom heb je niet gedaan wat ik je vroeg?

Wat komt er terug in de conclusie van een evaluatie?

Komt terug in de conclusie

Komt NIET terug in de conclusie

Alvast een nieuw plan van aanpak

Eigen inzicht

De verbanden die je ziet tussen alles wat je hebt gelezen en onderzocht

Nieuwe informatie die je nog niet eerder hebt benoemd

De uitkomsten van je gegevensanalyse

Een rapportage moet altijd aan de volgende criteria voldoen:

- Bondig, maar wel volledig

- Eenduidig

De rapportage moet voor cliënten en collega’s goed te lezen en op één manier te begrijpen zijn. Gebruik geen onbekende termen, afkortingen en vaktaal.

- Objectief

- Duidelijk

De formulering moet helder zijn en het eventuele handschrift duidelijk leesbaar.

- Herleidbaar

Genoteerde gegevens moeten voorzien zijn van een naam, functie, datum en tijdsaanduiding.

Tip voor toets

- Leer deze lesson up slides van binnen naar buiten

- Denk logisch na