Les 13 Bloedstolling

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
FarmacotherapieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 1 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
rode bloedcellen, zuurstof transport
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rode bloedcellen
  • Grootste bestandsdeel van ons bloed.
  • Taak: vervoeren van zuurstof door je lichaam m.b.v. hemoglobine  
  • De rode kleur van bloed wordt veroorzaakt door deze stof hemoglobine.   
  • Hemoglobine: een eiwit dat een ijzeratoom bevat die ervoor zorgt dat zuurstof in de rode bloedcel gebonden wordt.  
  • Een tekort aan hemoglobine (laag Hb) noemen we Anemie. (bloedarmoede)  
  • Rode bloedcellen worden afgebroken in de milt. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bloedziekte wordt NIET veroorzaakt door problemen met je bloedplaatjes?
A
Hemofilie
B
Anemie
C
Trombose

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 3 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
witte bloedcellen, afweer tegen ziekten
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedstolling

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bloedziekte wordt veroorzaakt door problemen met je bloedplaatjes?
A
Hemofilie
B
Anemie
C
TIA
D
hartinfarct

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplaatjes (trombocyten)
  • Delen van uiteengevallen cellen
  • Bloedstolling:
  1. Kleven vast aan beschadigde wand
  2. Vallen uiteen en stoffen komen vrij --> samen met stollingsfactoren bloedplasma (o.a. Ca2+-ionen)-->
  3. Fibrinogeen omgezet in fibrine --> bloedstolsel
  • Bloedserum: bloedplasma zonder fibrinogeen
  • Bloederziekte (hemofilie): stollingsfactor ontbreekt

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je bloed niet kan stollen, dan noem je dat...
A
Trombose
B
Infarct
C
Hemofilie
D
Embolie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hemofilie
  • Sommige mensen hebben niet genoeg stollingsfactoren
  • Een klein wondje is dan al gevaarlijk
  • Afwijkende gen bevindt zich op X-chromosoom (vandaar vooral bij mannen)

Slide 13 - Diapositive

Vrouwen hebben XX dus 1 gezond waardoor productie stollingsfactor toch kan plaatsvinden
Ze zijn wel draagster
Vitamine ...speelt een rol bij bloedstolling.
A
K
B
C
C
D
D
A

Slide 14 - Quiz

Zonder vitamine K geen bloedstolling, want vitamine K helpt bij de aanmaak van stollingsfactoren. Dat zijn eiwitten die voorkomen in bloedplasma en noodzakelijk zijn voor de bloedstolling.

De meeste antistollingsmiddelen danken hun werking aan het feit dat ze vitamine K tegenwerken; het zijn zogenoemde vitamine K antagonisten. Hierdoor worden er minder stollingsfactoren aangemaakt, waardoor het bloed minder snel stolt en de kans op trombose daalt.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een bloedvat licht verstopt raakt door een bloedpropje, noem je dat ...
A
Trombose
B
Infarct
C
Hemofilie
D
bloedpropje

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een bloedvat verstopt raakt en cellen sterven hierdoor af, noem je dat...
A
Trombose
B
Infarct
C
Hemofilie
D
bloedpropje

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een longembolie?
A
Vertakking longslagader verstopt
B
Ontstoken luchtwegen
C
Vetophoping longen
D
Te kort aan longblaasjes

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Longembolie
Bij een longembolie sluit een bloedstolsel een bloedvat in de longen af.
U gaat sneller ademen en u heeft pijn bij het ademen.
En het kan zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Bij een longembolie krijgt u bloedverdunners.
2 van de 3 mensen met een longembolie hebben ook een trombosebeen: een rood, dik en pijnlijk been *
* Uit https://www.thuisarts.nl/longembolie

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions