Referentiekader


Referentiekader
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Referentiekader

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Check- in
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Opdracht in tweetallen
  • Evalueren
  • Check- out

Slide 2 - Diapositive

Check- in

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  •  Aan het einde van de les kunnen de studenten uitleggen wat een referentiekader is en hoe dit je beeld van situaties kan beïnvloeden (B,O,T)
  • Aan het einde van de les kunnen de studenten een situatie bedenken en beschrijven waarin het inleven van de ander centraal staat (T,A)

Slide 4 - Diapositive

Theorie 
Wat is diversiteit? Verschil tussen mensen
Diversiteit in bijvoorbeeld:
- Achtergrond
- Interesse 
- Behoeftes
- Geloofsovertuiging

Slide 5 - Diapositive

Hoe houd jij rekening met de verschillen tussen de kinderen/ouders op je BPV?

Slide 6 - Question ouverte

Waarden en normen
Waarden: Dit zijn ideeën wat goed gedrag en minder goed gedrag is.
Normen: Regels voor gedrag die vanuit waarden ontstaan

Voorbeeld:
Behulpzaamheid
Als een oudere valt, help je hem of haar overeind

Slide 7 - Diapositive

Normen
Waarden
Geduld hebben
Respect tonen
In de rij wacht je netjes tot je aan de beurt komt
Eerlijkheid
Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je dat weer terug
Iemand uitlachen is niet leuk

Slide 8 - Question de remorquage

Waar denk je aan
het woord familiediner?

Slide 9 - Carte mentale

Theorie
Hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde beeld heeft bij dit woord?
-> Jouw beeld bouw jij op door ervaringen in relatie met mensen om je heen. Deze ervaringen vormen je referentiekader.


Slide 10 - Diapositive

Drie factoren die ons referentiekader beïnvloeden
1. Onze voorgeschiedenis 
2. Ons zelfbeeld, hoe we naar ons zelf kijken
3. Onze verwachtingen.

- Wat denk je dat je van iemand moet weten om zich goed in hem/ haar te kunnen inleven?
- Op welke manier kan je meer te weten komen over het referentiekader van (bijvoorbeeld de kinderen waarmee je stage loopt)?


Slide 11 - Diapositive

Opdracht in tweetallen
- Bedenk een persoon die jullie best wel goed kennen.
- Bedenk nu een probleem of lastige situatie waar jij onlangs tegenaan bent gelopen?

a. Hoe zou de persoon in deze situatie reageren?
b. Hoe pakt de door jullie gekozen persoon problemen aan?
(10 min)

Slide 12 - Diapositive

Evalueren
  • Wat heb je geleerd en wat neem je mee?
  • Zijn er nog vragen?

Slide 13 - Diapositive