Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
les 2 Vorming van vetten
NOVA H10.2
5HAVO
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat de functie is van vetten in onze voeding;
Je weet hoe vetten zijn opgebouwd;
Je kunt een reactievergelijking in structuurformules geven van de vorming van vetten
Je weet wat het verschil is tussen verzadigde en onverzadigde vetten
Slide 2 - Diapositive
Functie van vetten
Energiebron en reserve opslag voor energie.
Opbouw van de celmembraan.
Isoleren en beschermen van organen.
Bouwsteen voor hormonen.
Slide 3 - Diapositive
celmembranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden
Binas 67G3
Slide 4 - Diapositive
Bouw van vetten: vetten zijn esters
Weet je het nog?
Slide 5 - Diapositive
Bouw van vetten
glycerol
3x ALCOHOL
GROEP
Vetten zijn esters van glycerol en vetzuren
Slide 6 - Diapositive
Vorming van esters: Binas 67G1
Binas 67G2
glycerol + vetzuren
vet (triglyceride) + water
Slide 7 - Diapositive
Uit de naam de structuur van het vet afleiden:
het deel dat afkomstig is van glycerol noem je glyceryl-
de uitgang van het vetzuur eindigt op -aat bijv. stearaat (van stearinezuur)
telwoord geeft het aantal vetzuren aan
Voorbeeld: glyceryltristearaat teken je dus zo:
(= vet van glycerol + 3xstearinezuur)
Slide 8 - Diapositive
Geef de systematische naam van dit vet. Gebruik Binas tabel 67G.
A
glyceryltrilinolaat
B
glyceryltrioleaat
C
glyceryltripalmitaat
D
glyceryltristearaat
Slide 9 - Quiz
Welke vetzuren zijn in dit vet veresterd?
A
2x oliezuur
1x palmitinezuur
B
2x stearinezuur
1x palmitinezuur
C
2x palmitinezuur
1x oliezuur
D
2x palmitinezuur
1x stearinezuur
Slide 10 - Quiz
Welke vetten passen het best in een gezond voedingspatroon?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
C
Transvetten
D
Geen vetten
Slide 11 - Quiz
Verzadigde en onverzadigde vetten
Verzadigd vetzuur = alleen enkele C-C bindingen aanwezig.
Onverzadigd (enkelvoudig of meervoudig) vetzuur = 1 of meer dubbele C=C bindingen aanwezig.
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel C=C bevat dit vetmolecuul?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
uitleg
verzadigd vetzuur:
De koolstofstaart heeft 2x zoveel H's als C plus één extra aan het eind:
~CnH2n+1dus: ~C17H35
onverzadigd vetzuur:
voor elke C=C in de keten zijn er 2 H's minder, dus bij 33H's is er 1x C=C en bij 31 H's is er 2x C=C aanwezig in de koolstofketen
Slide 14 - Diapositive
Door de C=C in ketens van onverzadigde vetzuren liggen vetzuurketens minder geordend en is de afstand tussen de vetmoleculen groter. De vdWaalsbinding is hierdoor zwakker. Hierdoor ligt het smeltpunt van onverzadigde vetten lager