De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW waaraan een product wordt verkocht.
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag in €
Bij de inkoopprijs wordt de brutowinstopslag opgeteld. Een winkelier heeft immers ook bedrijfskosten. Daarnaast wil hij wil graag winst maken.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ArabischMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Verkoopprijs
De verkoopprijs is de prijs exclusief BTW waaraan een product wordt verkocht.
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag in €
Bij de inkoopprijs wordt de brutowinstopslag opgeteld. Een winkelier heeft immers ook bedrijfskosten. Daarnaast wil hij wil graag winst maken.
Slide 1 - Diapositive
Afzet
De afzet is het aantal producten dat je verkoopt.
Slide 2 - Diapositive
Omzet
De omzet is de verkoopopbrengst exclusief BTW.
afzet
verkoopprijs (excl. BTW) x
omzet
Slide 3 - Diapositive
Brutowinst
De brutowinst is wat overblijft van de omzet na aftrek van de inkoopprijs
afzet
verkoopprijs (excl. BTW) x
omzet
inkoopwaarde -
brutowinst
Slide 4 - Diapositive
Nettowinst
Van de brutowinst moet je nog alle bedrijfskosten (lonen, huur, elektriciteit...) aftrekken.
afzet
verkoopprijs (excl. BTW) x
omzet
inkoopwaarde -
brutowinst
bedrijfskosten -
nettowinst
Slide 5 - Diapositive
Nettowinst
Van de brutowinst moet je nog alle bedrijfskosten (lonen, huur, elektriciteit...) aftrekken.
afzet
verkoopprijs (excl. BTW) x
omzet
inkoopwaarde -
brutowinst
bedrijfskosten -
nettowinst
Slide 6 - Diapositive
Noem een voorbeeld van bedrijfskosten.
Slide 7 - Question ouverte
Hoe bereken je de brutowinst?
A
nettowinst -
bedrijfskosten
B
omzet -
inkoopprijs
C
afzet x prijs
D
bedrijfskosten -
inkoopprijs
Slide 8 - Quiz
De omzet van de kledingwinkel van Tevin is € 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de kosten zijn € 7.500. De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000
Slide 9 - Quiz
Krijn is deze week tevreden over de behaalde brutowinst. Uit welke twee delen bestaat de brutowinst?
A
inkoopwaarde & omzet
B
nettowinst & bedrijfskosten
Slide 10 - Quiz
Joyce heeft een lampenwinkel. Haar omzet in november dit jaar is € 22.000. In dezelfde maand vorig jaar was dat € 20.000. Wat is er veranderd aan de omzet?
A
De omzet is gestegen met € 22.000.
B
De omzet is gestegen met € 2.000.
C
De omzet is gedaald met € 2.000.
D
De omzet is gedaald met € 20.000.
Slide 11 - Quiz
Verkoopprijs
De verkoopprijs is altijdexclusief BTW.
Slide 12 - Diapositive
Brutowinstmarge
De brutowinstmarge is de brutowinst in procent van de inkoopprijs