1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht

1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
Koningin Victoria, tevens keizerin van India, opent
“The Great Exhibition” in het Crystal Palace, in 1851 (Hyde Park, Londen)
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
Koningin Victoria, tevens keizerin van India, opent
“The Great Exhibition” in het Crystal Palace, in 1851 (Hyde Park, Londen)

Slide 1 - Diapositive

Crystal palace Londen
De wereldtentoonstelling

Slide 2 - Diapositive

Welk deel van de Britse bevolking bezocht de wereldtentoonstelling in Londen 1851?
A
1/3 deel
B
1/6 deel
C
1/4 deel
D
1/2 deel

Slide 3 - Quiz

Wat gaan we doen? 

1.  Korte herhaling van de vorige les
2.  Nieuwe theorie / leerdoelen
5. Beeldmateriaal
6. Aan de slag 
7. Leerdoelen nabespreken

Slide 4 - Diapositive

1.3 Het Britse Rijk als economische wereldmacht
Leidende vraag:
Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in Groot- Brittannië (1750-1900)?

Slide 5 - Diapositive

Syllabus
Het bezit van koloniën vergrootte de economische voorsprong die Groot-Brittannië in de 18e en 19e eeuw nam op andere landen. In de tweede helft van de 18e eeuw ontstond in Groot- Brittannië de industriële revolutie. Deze werd mogelijk door uitvindingen zoals de Spinning Jenny en de stoommachine. 

Syllabus Havo 2021 (blz 16)

Slide 6 - Diapositive

Zet de uitvindingen in de juiste historische volgorde (kijk naar moment van toepassing in de textiel).
A
stoommachine, Spinning Jenny, schietspoel
B
Spinning Jenny, schietspoel, stoommachine
C
schietspoel, stoommachine, Spinning Jenny
D
Schietspoel, Spinning Jenny, Stoommachine

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

nieuw
Leerdoel






Je weet de betekenis van de begrippen industrieel kapitalisme, liberale markteconomie en vrijhandel. 

Slide 9 - Diapositive

Syllabus
Door verbeteringen in de landbouw en door ziektebestrijding groeide de bevolking en nam de vraag naar goederen en het aanbod van goedkope arbeid toe.


Syllabus Havo 2021 (blz 16)

Slide 10 - Diapositive

Hoe veranderde de toenemende industrialisatie de samenleving?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Waardoor groeide de Engelse industrie in deze periode zo enorm? 

Slide 14 - Carte mentale

Syllabus
Ondernemers investeerden winsten uit de koloniën in industrie en transport in Groot-Brittannië, waar eerst vaarwegen en daarna spoorwegen werden aangelegd.



Syllabus Havo 2021 (blz 16)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Syllabus
Grondstoffen, met name katoen, kwamen uit de koloniën in het Caribische gebied, uit de Verenigde Staten en uit India. Daarnaast werd vooral India in de loop van de 19e eeuw een steeds belangrijkere afzetmarkt voor de katoenindustrie. De Britse markt werd gevoelig voor gebeurtenissen op mondiaal niveau.
Syllabus Havo 2021 (blz 16)

Slide 17 - Diapositive

Verschuivingen in de wereldeconomie
  • Door de groei van de textielindustrie nam de vraag naar ruw katoen toe.
  • Door het Verdag van Allahabad werkten de Britten niet langer met bania's (tussenpersonen) maar handelen zelf met de producenten.
  • De vraag naar Indiaas textiel nam af, en de vraag naar ruw katoen explodeerde omdat de Britten nu de ruwe katoen zelf konden bewerken in de textielfabrieken.
  • Het belang van India als afzetmarkt werd nu ook steeds groter.

Slide 18 - Diapositive

Wat hield het verdrag van Allahabad in?

Slide 19 - Question ouverte

Verschuivingen in de wereldeconomie
  • De koloniën in de Caraïben en de VS bleven ook een belangrijke rol spelen als leveranciers van grondstoffen en plantageproducten.
  • Uit de Caraïben kwam nog steeds suiker, tabak en rijst, en de VS was nog steeds een belangrijke leverancier van ruw katoen. Vooral de zuidelijke staten in de VS waren katoenleverancier.
  • Het werk op die plantages werd (nog steeds) gedaan door slaven en door de toenemende vraag naar katoen, nam ook het aantal slaven toe dat moest werken op de plantages.

Slide 20 - Diapositive

Koppel de volgende begrippen aan de 4 genoemde kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme

Slide 21 - Question de remorquage

Verschuivingen in de wereldeconomie
  • De Britse economie was kwetsbaar voor gebeurtenissen buiten haar grondgebied.
  • Dit bleek tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), een belangrijke oorzaak van deze burgeroorlog was de onenigheid tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten over de afschaffing van de slavernij.
  • De Noordelijke staten probeerden de export van de Zuidelijke staten te dwarsbomen. De aanvoer van ruw katoen naar Groot- Brittannië kwam hierdoor vrijwel stil te liggen.

Slide 22 - Diapositive

Verschuivingen in de wereldeconomie
  • De fabrieken in Groot- Brittannië kregen hierdoor te weinig ruw katoen om nog winstgevend te kunnen blijven produceren.
  • Om dit te voorkomen in de toekomst, besloten de Britten om niet meer afhankelijk te zijn van Amerikaans katoen. Ze gingen zich steeds meer richten op ruw katoen uit Brits- Indië.

Slide 23 - Diapositive

Syllabus
Door de industrialisatie veranderde het handelskapitalisme in industrieel kapitalisme. Ondernemers streefden naar een liberale markteconomie met vrijhandel en een kleine rol voor de overheid, ook binnen het Britse wereldrijk. Om die vrijhandel af te dwingen zetten Britten desnoods de marine in, ook in gebieden die niet direct gekoloniseerd waren.

Slide 24 - Diapositive

Vrijhandel op de wereldzeeën
  • De industrialisatie zorgde ervoor dat het handelskapitalisme uit de 17e eeuw en 18e eeuw veranderde in industrieel kapitalisme. Ondernemers wilden vrijheid om fabrieken te bouwen, goederen te produceren en te verhandelen.
  • De overheid moest volgens de fabrikanten zorgen voor bescherming van de productie en de handel en het tegengaan van buitenlandse concurrentie.
  • Verder moest de overheid weinig doen, weinig regels die de economie zouden kunnen belemmeren.

Slide 25 - Diapositive

Vrijhandel op de wereldzeeën
  • De ondernemers wilden een liberale markteconomie met zoveel mogelijk ruimte voor wereldwijde vrijhandel.
  • Het Britse parlement begreep heel goed dat de welvaart van Groot- Brittannië gebaat was bij vrijhandel.
  • Zodra ergens de vrijhandel werd bedreigd stuurde de Britse regering de Royal Navy om de Britse belangen te beschermen en de vrijhandel te waarborgen.
  • De Britse Royal Navy dwong ook vrijhandel af in gebieden die geen onderdeel waren van het Britse Rijk.

Slide 26 - Diapositive

Vrijhandel op de wereldzeeën
  • In de 19e eeuw voerde Groot- Brittannië twee oorlogen met China. China wilde handelen onder eigen voorwaarden en stond dus niet alle Britse handel toe.
  • Zo verbood de keizer van China de opiumhandel, een zeer winstgevende handel voor de Britten. De Royal Navy stoomde op om de Britse belangen te beschermen, en vernietigde de Chinese marine. De Chinezen werden gedwongen om een handelsverdrag te tekenen met Groot- Brittannië, en hiermee kreeg Groot- Brittannië ook Hongkong in handen.

Slide 27 - Diapositive

Zoek een spotprent over Brits economisch-liberalisme; maak een foto en laat deze hier zien.

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Vrijhandel op de wereldzeeën
  • Door het verdrag kreeg Groot- Brittannië ook toegang tot andere Chinese havens en hoefden voortaan nauwelijks nog invoerrechten te betalen aan de Chinese regering.
  • De enorme Chinese markt (afzetmarkt en grondstoffen) lag daarmee open voor de Britse handelaren.

Slide 31 - Diapositive

Maak een foto die volgens jou symbool staat voor een van de volgende begrippen: industrieel kapitalisme, liberale markteconomie en vrijhandel.

Slide 32 - Question ouverte

Wat hebben we gedaan? 

1.  Herhaling vorige les
2.  Nieuwe theorie / leerdoelen
5. Beeldmateriaal / Aan de slag 
7. Leerdoelen nabespreken

Slide 33 - Diapositive

Syllabus
De industrialisatie leidde tot de vorming van nieuwe sociale klassen. Fabrieksarbeiders leefden en werkten onder slechte omstandigheden in snelgroeiende steden en kwamen in protest. De overheid greep aanvankelijk niet in, maar probeerde vanaf 1833 met de Factory Acts excessen te voorkomen. Mede onder invloed van mensen als Robert Owen wisten arbeiders via vakbonden meer rechten af te dwingen.

Slide 34 - Diapositive

Wat gaan we de volgende keer doen? 

1.  Herhaling vorige les
2.  Nieuwe theorie / leerdoelen
3. Beeldmateriaal / Aan de slag 
4. Leerdoelen nabespreken

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo