4 Basis 6.2/6.3 zelfstandige- en hulpwerkwoorden, congruentie en werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

4 Basis 6.2 Zelfstandig en hulpwerkwoord, 

6.3 Spelling

Doelen van deze les

Je herkent het verschil tussen een zelfstandig en een hulpwerkwoord

Je leert dat de persoonsvorm en het onderwerp bij elkaar horen

Je weet dat de examenwijzer je kan helpen bij de voorbereiding op toetsen en examens

Je hebt ontdekt hoe het staat met jouw werkwoordspelling

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Zelfstandig werkwoord - Hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord

Bepaalt wat er in een zin gebeurt

Hulpwerkwoord

Kun je weglaten zonder dat de betekenis van een zin verandert

Ik heb vandaag lekker gegeten.

1. Heb is zelfstandig werkwoord
2. gegeten is zelfstandig werkwoord

Ik eet bij de lunch twee boterhammen

1. eet is een hulpwerkwoord
2. eet is een zelfstandig werkwoord

6.3 

Onderwerp en persoonsvorm

De persoonsvorm geeft aan wat het onderwerp doet.

Ik eet bij de lunch twee boterhammen.

Ze moeten dus beide enkelvoud of meervoud zijn.

Dit heet congruentie tussen onderwerp en persoonsvorm.

Ik eten bij de lunch twee boterhammen.

PV: eten       meervoud

Onderwerp: ik        enkelvoud

Maak opdracht 1+2

blz 218/219

Ben je klaar?

Ga door met opdracht 4,5,6

Kijk eens naar de examenhulp

Voor dit onderdeel op blz. 230 t/m 233

Doelen van deze les

Je herkent het verschil tussen een zelfstandig en een hulpwerkwoord

Je leert dat de persoonsvorm en het onderwerp bij elkaar horen

Je weet dat de examenwijzer je kan helpen bij de voorbereiding op toetsen en examens

Je hebt ontdekt hoe het staat met jouw werkwoordspelling

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord