Toets 2 - H40 t/m H46

Toets 2 - H40 t/m H46
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Toets 2 - H40 t/m H46

Slide 1 - Diapositive

Onderdelen van de toets
* De letter x uitgesproken als ks.
* De ie geschreven als i.
* De zj geschreven als g.
* Verkleinwoorden met -ootje, - eetje, -uutje.
* Veelvoorkomende afkortingen. 
* Franse en Engelse leenwoorden. 
* Samengestelde woorden. 

Slide 2 - Diapositive

Kies de juiste spelling bij deze afbeelding
A
taxi
B
taxie

Slide 3 - Quiz

In de fabriek was een hevige....
A
eksplosie
B
explosie

Slide 4 - Quiz

Verdeel het volgende woord in lettergrepen: examen.

Slide 5 - Question ouverte

Verdeel het volgende woord in lettergrepen: excuses

Slide 6 - Question ouverte

In de biebliotheek staan veel boeken.
Welk woord is verkeerd geschreven?
Schrijf het foute woord goed op.

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord is goed geschreven?


A
dirigent
B
dieriegent

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?


A
fienale
B
finale

Slide 9 - Quiz

Van welk zelfstandig naamwoord is dit het verkleinwoord?
- autootje

Slide 10 - Question ouverte

Van welk zelfstandig naamwoord is dit het verkleinwoord?
- minuutje

Slide 11 - Question ouverte

Maak van het woord paraplu een verkleinwoord.

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent de afkorting a.u.b.

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent de afkorting z.s.m.
A
zo snel mogelijk
B
zo spoedig mogelijk

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de afkorting i.p.v.
A
in plaats van
B
in plaats vervangend

Slide 15 - Quiz

Schrijf 'met ingang van' als afkorting.

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf zoveel mogelijk Engelse en Franse leenwoorden op.

Slide 17 - Carte mentale

Maak van dit samengestelde woord 2 zelfstandige naamwoorden: deurmat

Slide 18 - Question ouverte

Maak van dit samengestelde woord 2 zelfstandige naamwoorden: doelpunt

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de betekenis van het samengestelde woord: blindegeleidehond

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent het Franse leenwoord 'trottoir'
A
stoep
B
luxe wc

Slide 21 - Quiz

Het woord 'sticker' is een...
A
Frans leenwoord
B
Engels leenwoord

Slide 22 - Quiz