Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
nederlands thema 7 werkwoordspelling
herhaling werkwoorden.
tegenwoordige tijd -> stam of stam +t
verander het werkwoord door lopen. dan hoor je wat je moet doen.
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
herhaling werkwoorden.
tegenwoordige tijd -> stam of stam +t
verander het werkwoord door lopen. dan hoor je wat je moet doen.
Slide 1 - Diapositive
rijden (tt)
Vader _____________
Slide 2 - Question ouverte
fietsen (tt)
oma _____________
Slide 3 - Question ouverte
landen (tt)
hij ___________
Slide 4 - Question ouverte
glijden (tt)
Jaap ___________
Slide 5 - Question ouverte
branden (tt)
het vuur ___________
Slide 6 - Question ouverte
wachten (tt)
Jos __________
Slide 7 - Question ouverte
houden (tt)
jij ___________
Slide 8 - Question ouverte
durven (tt)
Stef _______
Slide 9 - Question ouverte
vinden (tt)
Ravi _________
Slide 10 - Question ouverte
blozen (tt)
Merel _________
Slide 11 - Question ouverte
werkwoorden vervoegen in de verleden tijd.
je weet dat het Nederlands zwakke en sterke werkwoorden kent. een zwak werkwoord verandert in de verleden tijd niet van klank.
hele werkwoord: fietsen
tegenwoordige tijd: ik fiets
verleden tijd: ik fietste
Slide 12 - Diapositive
wat is de verleden tijd van ik vrees?
ik _______
Slide 13 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik wandel?
ik _______
Slide 14 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik gebruik?
ik _______
Slide 15 - Question ouverte
werkwoorden vervoegen in de verleden tijd.
Een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd wel van klank
hele werkwoord: geven
tegenwoordige tijd: ik geef
verleden tijd: ik gaf.
Slide 16 - Diapositive
wat is de verleden tijd van ik val?
ik _______
Slide 17 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik ruik?
ik _______
Slide 18 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik vind?
ik _______
Slide 19 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik blink?
ik _______
Slide 20 - Question ouverte
wat is de verleden tijd van ik neem?
ik _______
Slide 21 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Werkwoordspelling MA2 les 2 TT en VT
Février 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling MOA1 les 2 TT en VT
Février 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Werkwoordspelling VT (3 februari)
Janvier 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
PV VT - GPM
Décembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives