WEBB 26.2

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
  • Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 

Slide 3 - Diapositive

 Belasting toegevoegde waarde
  • Btw / omzetbelasting = de belasting die de overheid heft over de verkoop van goederen en diensten
  • De ondernemer betaalt btw over ingekochte goederen en diensten
  • De ondernemer rekent btw over verkochte goederen en diensten; hij ontvangt deze van zijn klanten.  
  • De ondernemer mag de betaalde btw met de ontvangen btw verrekenen. 
  • Voor de ondernemer is de btw geen kostenpost


Slide 4 - Diapositive

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125, btw-tarief 21%. 

  • Bereken het btw-bedrag 
  • Bereken de consumentenprijs
125/ 100 x 21 = 26,25
125 x 1,21 = 151,25

Slide 5 - Diapositive

Rekenen met BTW
Een spijkerbroek kost € 129,95 incl. 21% btw

  • Bereken het btw-bedrag
  • Bereken de consumentenprijs exclusief btw 
129,95/ 121 x 21 = 22,55
129,95/121 x 100 = 107,40

Slide 6 - Diapositive

Omzet exclusief 21% btw is €20.280, betaalde btw aan leveranciers is €3832,12. Hoeveel btw moet er worden afgedragen?
A
€3.848
B
€2.788
C
€425
D
€4.258,80

Slide 7 - Quiz

30.2 Verkoopprijs
Bij handelsonderneming is het eenvoudigst:
Inkoopprijs (excl.btw) + winstopslag = Verkoopprijs (excl.btw)

Winstopslag = % van de inkoopprijs of % van de verkoopprijs

Slide 8 - Diapositive

Uit je hoofd kennen:
Inkoopprijs                                a
Winstopslag  (%van a of c)     b +
Verkoopprijs excl. btw             c
BTW (9% of 21% van c)          d + 
Verkoopprijs incl. btw               e

Slide 9 - Diapositive

Wat is de consumentenprijs?
A
de verkoopprijs zonder btw
B
de verkoopprijs excl. de brutowinst
C
de verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 10 - Quiz

Rekenen met BTW
Een spijkerbroek kost €129,95 incl. 21% BTW
Bereken het BTW-bedrag
129,95/121 x 100 = 107,40
€129,95/121 x 21 = €22,55
VKP excl BTW €129,95/121 x 100 = €107, 40 (of: €129,95/1,21)

Slide 11 - Question ouverte

Brutowinstmarge voorbeeld
De inkoopprijs van een laptop is € 900. De verkoopprijs is
€ 1.500.
  • Bereken de brutowinstmarge in euro's 
  • Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs 
600 : 900 x 100% = 66,7%
1500 - 900 = 600

Slide 12 - Diapositive

Verkoopprijs
Een stoel kost inkoop € 40, de ondernemer rekent een winstopslag van 150% van de inkoopprijs. Bereken de verkoopprijs van de stoel 

  • Inkoopprijs                                     100 %
  • Winstopslag  +                                   X%  +
  • Verkoopprijs                           100 + X%
 
  • De verkoopprijs ook wel consumentenprijs genoemd is de prijs die je in de winkel betaalt zonder BTW
Inkoop € 40 = 100% 
Winstopslag = 150% x € 40 = € 60 
Verkoopprijs = € 40 + € 60 = € 100

Slide 13 - Diapositive

Verkoopprijs
Een stoel kost inkoop € 40, de ondernemer rekent een winstopslag van 50% van de verkoopprijs. Bereken de verkoopprijs van de stoel 

  • Inkoopprijs                              € 40 =  .....%
  • Winstopslag  +                                     50 %  +
  • Verkoopprijs                                       100 %
 
  • De verkoopprijs ook wel consumentenprijs genoemd is de prijs die je in de winkel betaalt zonder BTW
De verkoopprijs is hierbij 100%. De winstopslag is 50% van de verkoopprijs wat betekent dat de inkoopprijs eveneens 50% van de verkoopprijs is. 
De inkoopprijs is gegeven en bedraagt € 40. 
De verkoopprijs = € 40 + € 40 = € 80 

Slide 14 - Diapositive

Brutowinstmarge
  • De brutowinstmarge is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 

  • Brutowinstmarge =  


inkoopprijsbrutowinst

Slide 15 - Diapositive

Brutowinstmarge voorbeeld
De inkoopprijs van een laptop is € 900. De verkoopprijs is
€ 1.500.
  • Bereken de brutowinstmarge in euro's 
  • Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs 
600 : 900 x 100% = 66,7%
1500 - 900 = 600

Slide 16 - Diapositive

Hoe bereken ik de verkoopprijs?
A
omzet + brutowinstmarge
B
verkoopprijs + brutowinstmarge
C
inkoopprijs + btw
D
inkoopprijs + brutowinstmarge

Slide 17 - Quiz

De brutowinstmarge is .......
A
een percentage van de verkoopprijs
B
een percentage van de omzet
C
een percentage van de btw
D
een percentage van de inkoopprijs

Slide 18 - Quiz

De inkoopprijs van een telefoon van het merk Samsung is € 400. De verkoopprijs van de telefoon is € 900.

Bereken de brutowinstmarge in euro's.

Slide 19 - Question ouverte

De inkoopprijs van een telefoon van het merk Samsung is € 400. De verkoopprijs van de telefoon is € 900.

Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs

Slide 20 - Question ouverte

De inkoopprijs van een Gucci-riem is € 150. De brutowinstmarge is 120%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag!
26.5 t/m 26.7

Slide 22 - Diapositive

Opgave 26.5 
  • Brutowinst = (774,40 / 1,21) - 400 = 240 
  • BW-percentage van de inkoopprijs = 240/400 x 100% = 60%

Slide 23 - Diapositive