3 blokuur leestaak en woorden les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Nederlands blokuur in twee delen

• Welkom / opening
• Lekker lezen
• Woorden 4.5 uitleg
• Maken opdracht 1 t/m 5 in je boek

fanatiek

1. je aandacht op één ding richten
2. een verschil van mening hebben
3. heel enthousiast, met veel inzet
4. spannend, gevaarlijk

gewaagd

1. je aandacht op één ding richten
2. een verschil van mening hebben
3. heel enthousiast, met veel inzet
4. spannend, gevaarlijk

discussiëren

1. je aandacht op één ding richten
2. een verschil van mening hebben
3. heel enthousiast, met veel inzet
4. spannend, gevaarlijk

nationaal

1. van deze tijd
2. uit één land
3. waar verschillende landen mee te maken hebben
4. natuurlijk

uiteraard

1. van deze tijd
2. uit één land
3. waar verschillende landen mee te maken hebben
4. natuurlijk

internationaal

1. van deze tijd
2. uit één land
3. waar verschillende landen mee te maken hebben
4. natuurlijk

uitstallen

1. neerzetten om te laten zien
2. uitmesten
3. zorgen dat alles er is
4. geld of tijd besteden

compleet maken

1. neerzetten om te laten zien
2. uitmesten
3. zorgen dat alles er is
4. geld of tijd besteden

investeren in

1. neerzetten om te laten zien
2. uitmesten
3. zorgen dat alles er is
4. geld of tijd besteden

profiteren

1. het proberen
2. overdreven belangstelling voor iets
3. het voordeel halen uit

de poging

1. het proberen
2. overdreven belangstelling voor iets
3. het voordeel halen uit

de obsessie

1. het proberen
2. overdreven belangstelling voor iets
3. het voordeel halen uit

Opdrachten woorden 4.5

1. Maak in je boek opdracht 2, 4, 5 en 6 van 4.5

2. Samen oefenen met de woorden via quizlet

3. Ga aan de slag met je profiel van je leesboek!

Pauze

Oefenen met verwijswoorden, tekstdoelen en

het tekstverband: tijdsvolgorde (herhaling)

Lezen 4.3
blz. 36

Tekst 6 lezen

Oefenen met verwijswoorden, tekstdoelen en

het tekstverband: tijdsvolgorde (herhaling)

Lezen 4.3
blz. 36

Tekst 6 lezen

Maak bij deze tekst opdracht 23, 24 (tabel op blz. 33), 25 en 26 blz. 36-39)

Klaar? Van woorden 4.5 moest je maken: 2, 4, 5, 7 en 10

Helemaal klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen.