LOGISTIEK VERDIEPING -OEFENEN#CHHO leerdoelen les 1 & 2

Conserveringstechnieken

Aan het eind van deze LessonUp weet je meer over conserveringstechnieken. Welke soorten ken je? We behandelen een aantal, benoemen de kenmerken en de werking, maar eerst een stukje herhaling...
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Conserveringstechnieken

Aan het eind van deze LessonUp weet je meer over conserveringstechnieken. Welke soorten ken je? We behandelen een aantal, benoemen de kenmerken en de werking, maar eerst een stukje herhaling...

Slide 1 - Diapositive

... het begrip 'logistiek'? Hoe zou je dit omschrijven?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de juiste volgorde van de bedrijfskolom?
A
fabrikant, producent, groothandel, consument
B
producent, fabrikant, groothandel, detailhandel
C
groothandel, detailhandel, producent, consument
D
producent, groothandel, fabrikant, detailhandel

Slide 3 - Quiz

Een teler van groenten is een voorbeeld van een...
A
fabrikant
B
groothandel
C
detailhandel
D
producent

Slide 4 - Quiz

1.
2.
3.
4.
5.
Producent
Fabrikant
Groothandel
Detailhandel
Consument

Slide 5 - Question de remorquage

...over het verschil tussen THT & TGT?
Schrijf de afkorting voluit en vertel wat de begrippen betekenen.

Slide 6 - Question ouverte

...over het begrip 'relatieve vochtigheid'?
Wat is de invloed van de RV op de kwaliteit van vlees?

Slide 7 - Question ouverte

...over kwaliteit? Wat zijn kwaliteitscriteria (waar let je op?)
A
kleur, geur, smaak, prijs
B
uiterlijk van de chauffeur, temperatuur, vrachtbrief
C
kleur, uiterlijk van geleverd product, geur, temperatuur
D
aantal verpakkingen, gewicht, hygiene

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je de weg die producten, medewerkers en informatie door het bedrijf heen afleggen?

Slide 9 - Question ouverte

Het verplaatsen van producten door de bedrijfskolom naar de consument noemt men...
A
routing
B
logistiek
C
distributie
D
administratie

Slide 10 - Quiz

Binnenkomende goederen controleer je op een aantal punten. Welke?

Slide 11 - Carte mentale

Welke drie soorten kosten hebben te maken met het aanhouden van voorraad?
A
Ruimte, Rente & Risico
B
Administratie, Distributie & Inventarisatie
C
Ruimte, Distributie & Personeel
D
Routing, Administratie & Bedrijfskosten

Slide 12 - Quiz

Wat word bedoeld met 'HACCP'?

Slide 13 - Carte mentale

De maximum temperatuur waarop rund- en varkensvlees mag worden opgeslagen is...
A
3-4 graden Celsius
B
0-2 graden Celsius
C
7 graden Celsius
D
5 graden Celsius

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van conserveren?

Slide 15 - Carte mentale

Het doel van conserveren...
...is het langer houdbaar maken van producten. Voorbeelden van conserveringstechnieken zijn roken, koken (of liever verhitten), zouten en drogen. Ken je nog meer voorbeelden? Aan het eind van deze lessonup volgen een aantal vragen....

Slide 16 - Diapositive

Welke conserveringstechnieken ken je?

Slide 17 - Carte mentale

Conserveren
Okee, je hebt nagedacht over conserveringstechnieken en het doel van conserveren. Waarschijnlijk heb technieken genoemd zoals roken, zouten, vacumeren, invriezen, enz. Al deze technieken zijn bedoeld om voedsel langer houdbaar te maken. Vaak ook worden micro-organismen ingezet om producten te maken. In het volgende filmpje zie je een aantal voorbeelden. Daarna volgen weer 2 vragen en informatie over micro-organismen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Koelen & invriezen
Door het goed koelen of invriezen van producten kun je de houdbaarheid flink verlengen. Zorg er dan wel voor dat de producten goed verpakt zijn en dat de koelketen gesloten blijft.
Weet je de maximum bewaartemperatuur voor vlees nog? En kip?

Slide 20 - Diapositive

Fermenteren
Fermenteren houdt in dat je producten gecontroleerd laat 'verrotten'. Je zorgt ervoor dat de slechte bacterien geen kans krijgen om te groeien. Vaak moet je dit proces kunstmatig op gang brengen. Een goed voorbeeld hiervan is zuurkool.

Slide 21 - Diapositive

Roken
In tegenstelling tot het roken van sigaretten voor de mens, werkt het roken van vleeswaren wél positief op de houdbaarheid. Vaak word deze manier gebruikt in combinatie met drogen en zouten. Ook thee word soms gerookt, de zgn. Lap-sang-su-chongthee. Je moet er maar van houden...

Slide 22 - Diapositive

Micro-organismen: schimmels
Schimmels en zwammen behoren tot dezelfde biologische familie. Schimmels zijn vaak eencellig en helpen in de natuur om biologisch afval op te ruimen. Wij kennen ze vooral als teken van bederf op bijvoorbeeld een sinaasappel. Schimmels planten zich voort d.m.v. sporen. 

Slide 23 - Diapositive

Micro-organismen: Virussen
Virussen zijn microscopisch kleine organismen die ziekten kunnen veroorzaken. Virussen worden actief in de celkernen van hun gastheer/-vrouw. Ze kunnen ervoor zorgen dat je ziek wordt. Voorbeelden zijn het griepvirus en natuurlijk, het coronavirus.

Slide 24 - Diapositive

Micro-organismen: Bacteriën
Bacteriën zijn eencelligen. Ze hebben geen celkern. Van sommige bacteriën kun je heel ziek worden. Voorbeelden van 'slechte' bacteriën zijn: Salmonella en Legionella. Goede bacteriën kunnen juist helpen bij de bereiding en het verteren van voedsel.

Slide 25 - Diapositive

Wecken
Wecken of inmaken is een heel oude manier om de houdbaarheid van bijvoorbeeld groenten te verlengen. Hierbij laat je de groenten even koken, waarna je de groenten in een pot doet en overgiet met kokend heet water. Daarna sluit je de pot goed af. Dit kun je maandenlang bewaren. Deze manier van conserveren stamt uit de tijd dat de koelkast nog niet bestond.

Slide 26 - Diapositive

Micro-organismen: Gisten
Gisten zijn familie van de schimmels. In de voedingsindustrie worden ze bijvoorbeeld ingezet bij de productie van brood, bier en wijn. Maar wist je dat ook koffie word gemaakt met behulp van gisten? 

Slide 27 - Diapositive

Drogen
Door het drogen van bijvoorbeeld droge worst, onttrek je vocht aan het product. En laat water nou net een belangrijke levensvoorwaarde voor veel ziekteverwekkende micro-organismen zijn. Drogen gaat vaak samen met toevoegen van zout.

Slide 28 - Diapositive

Conserveringsmiddelen
Het gebruik van hulpstoffen om de houdbaarheid van producten te verlengen is inmiddels ook zeer gebruikelijk. Van sommige hulpstoffen (additieven) wordt gezegd dat ze slecht voor de gezondheid zijn. Van nitriet (NO2) is dat zeker het geval. Dat is een behoorlijk giftig goedje, al moet je er wel veel van binnenkrijgen voordat je ziek word.

Slide 29 - Diapositive

Zuur
Net als suiker en zout werkt ook zuur remmend op de groei van micro-organismen. Wie kent niet de zure haring, augurken en zilveruitjes? Atjar tjampoer en Piccalilly zijn voorbeelden van deze manier. Minder bekend is rolpens en leverworst op zuur.

Slide 30 - Diapositive

Verhitten
In de praktijk zeggen we vaak dat we producten gaan koken. Liever spreken we van verhitten. We kennen een aantal varianten. De meest bekende zijn Pasteuriseren (verhitten tot 72 graden Celsius) en Steriliseren (verhitten tot 100 graden Celsius)

Slide 31 - Diapositive

Wat is het verschil in werking tussen pasteuriseren en steriliseren? Je mag het antwoord best opzoeken...

Slide 32 - Question ouverte

Inblikken
Inblikken is een variant op het verhitten. Hierbij vul je blikken af met vlees, groenten of fruit met vocht. Daarna sluit je het blik luchtdicht af en word het product verhit. Er zijn gevallen bekend van blikken Corned Beef die op deze manier tientallen jaren bewaard zijn gebleven en bij opening nog prima te consumeren bleken.

Slide 33 - Diapositive

Toevoegen van zout/suiker
Het toevoegen van zout of suiker remt de groei van micro-organismen. De voorbeelden zijn legio: droge worstsoorten, limonade, vleeswaren, chips, snoep etc. Nadeel is dat een teveel van deze stoffen slecht voor de gezondheid kan zijn.

Slide 34 - Diapositive

Welke micro-organismen worden vaak gebruikt bij de productie van voedsel?
A
Gisten
B
Schimmels
C
Virussen
D
Mineralen

Slide 35 - Quiz

Noem een aantal producten die bereid worden met hulp van micro-organismen en die je (bijna) dagelijks consumeert.

Slide 36 - Question ouverte