vmbobasis SO2 Taalverzorging H3H4

SO Taalverzorging
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

SO Taalverzorging

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Door de tijd van de zin te veranderen, vind je
A
de werkwoorden
B
het onderwerp
C
het gezegde
D
de persoonsvorm

Slide 3 - Quiz

Een heleboel mensen zitten de hele dag achter de computer.
PV?

Slide 4 - Question ouverte

Een heleboel mensen zitten de hele dag achter de computer.
OW?

Slide 5 - Question ouverte

Sanne en Anne zongen die avond een zelfgeschreven liedje.
PV?

Slide 6 - Question ouverte

Sanne en Anne zongen die avond een zelfgeschreven liedje.
OW?

Slide 7 - Question ouverte

Gelukkig kon de politie de misdaden snel oplossen.
PV?

Slide 8 - Question ouverte

Gelukkig kon de politie de misdaden snel oplossen.
OW?

Slide 9 - Question ouverte

Tijdens de storm van gisteren zijn een paar bomen omgewaaid.
PV?

Slide 10 - Question ouverte

Tijdens de storm van gisteren zijn een paar bomen omgewaaid.
OW?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

In het hotel genoot ik erg van het ontbijt, want die / dat was heel uitgebreid en lekker.
A
die
B
dat

Slide 13 - Quiz

Rianne heeft bij de dj haar lievelingsliedje aangevraagd en hij gaat dat / die straks draaien.
A
dat
B
die

Slide 14 - Quiz

We hebben vrijdag met z'n vijven afgesproken. Dat / die is heel lang geleden.
A
dat
B
die

Slide 15 - Quiz

Er is hier inderdaad nog een lege stoel, maar deze / dit is gereserveerd.
A
deze
B
dit

Slide 16 - Quiz

Op de kinderboerderij is een konijn ontsnapt, dus ____ zijn ze nu aan het zoeken.
A
dat
B
die
C
deze
D
dit

Slide 17 - Quiz

We kunnen het museum niet bezoeken, want ____ is vandaag gesloten.
A
dat
B
dit
C
die
D
deze

Slide 18 - Quiz

Ik heb hier een zwarte spijkerbroek in jouw maat. Of wil je liever ____ blauwe passen?
A
deze
B
dit
C
die
D
dat

Slide 19 - Quiz

Isabella heeft één muur geel geverfd en ____ aan de andere kant wordt oranje.
A
dat
B
deze
C
dit
D
die

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Sommige (mens) hebben bijzondere hobby's, zoals het meedoen aan (prijsvraag).

Slide 22 - Question ouverte

Zij besteden hun vrije (uur) aan het verzinnen van (slagzin), het oplossen van (rebus) en het invullen van (vragenlijst).

Slide 23 - Question ouverte

De soort prijs is heel verschillend: van leuke (product) tot flinke (geldbedrag) en zelfs (vliegreis).

Slide 24 - Question ouverte

Iets voor jou? Ga snel op zoek naar websites van (bedrijf) die (wedstrijd) houden!

Slide 25 - Question ouverte

PVTT:
's Ochtends (ontbijten) mijn zus nooit.

Slide 26 - Question ouverte

PVTT:
Dylan (voetballen) drie keer per week.

Slide 27 - Question ouverte

PVTT:
Stephan (verzenden) de e-mail direct.

Slide 28 - Question ouverte

PVTT:
Ik (houden) niet van al die series op televisie.

Slide 29 - Question ouverte

PVTT:
Mijn buurjongen (dragen) altijd een gekke pet of muts.

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive