Thema 6 Herhaling b1 en nieuw b2

Thema 6: Ecologie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: Ecologie

Slide 1 - Diapositive

Wat is een biotische factor?
A
Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
B
Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
C
Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
D
Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Slide 2 - Quiz

Abiotische factoren

Slide 3 - Carte mentale

Zet van klein naar groot

Slide 4 - Question de remorquage

Aantal begrippen
  • Milieu = leefomgeving
  • Ecologie = bestuderen alle relaties tussen organismen en hun milieu
  • Invloeden bij ecologie kan je verdelen in twee groepen: biotische en abiotische factoren

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Elke voedselketen start met een plant!

Slide 8 - Diapositive

Basisstof 2: Voedselrelaties

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 13 - Question de remorquage

Wat hoort bij een levensgemeenschap? Kies de beste omschrijving
A
Een steen
B
Alle stenen en andere abiotische factoren in een gebied
C
Alle zwijnen in een gebied
D
Alle dieren en planten in een gebied

Slide 14 - Quiz

Autotroof of heterotroof?
Autotroof: zelf voedend, stoffen uit levenloze ​

   natuur​
Heterotroof: voedend met andere organisme​
als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit organische stoffen​







Slide 15 - Diapositive

Heterotrofe organismen kunnen worden onderverdeeld in:​



Planteneters, herbivoren​
Vleeseters, carnivoren​
Alleseters, omnivoren


Slide 16 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
A
Leuker dan normaal
B
Even leuk/stom als normaal
C
Minder leuk dan normaal

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
Maak opdracht 2, 3, 4 en 5.1 t/m 5.4

Slide 18 - Diapositive