1HV sterke 2.9 sterke werkwoorden/ meervoud znw

Sterke werkwoorden
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Sterke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Aan het eind van de les:

  • Weet je wat sterke werkwoorden zijn 
  • Kun je sterke werkwoorden in de verleden tijd zetten
  • Kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud zetten

Slide 2 - Diapositive

Wat is een sterk werkwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden
zijn werkwoorden
die in de verleden tijd 
van klank veranderen

Slide 4 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Tegenwoordige tijd: 
Hij ligt te slapen

Verleden tijd:
Hij lag te slapen

Slide 5 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Tegenwoordige tijd:
Zij rijden

Verleden tijd:
Zij reden

Slide 6 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Tegenwoordige tijd:
Zij zingt

Verleden tijd:
Zij zong

Slide 7 - Diapositive

Wat is een sterk werkwoord?
A
lachen
B
zoeken
C
voelen
D
doen

Slide 8 - Quiz

Wat is een sterk werkwoord?
A
kopen
B
zeggen
C
moeten
D
hebben

Slide 9 - Quiz

Bedenk twee sterke werkwoorden

Slide 10 - Question ouverte

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Het meervoud van een zelfstandig naamwoord 
eindigt op en
of
eindigt op een s

Slide 11 - Diapositive

Meervoud zelfstandige naamwoorden
paard - paarden
hek - hekken
boom - bomen

drempel - drempels
garage - garages



Slide 12 - Diapositive

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Je schrijft een 's 
als het zelfstandig naamwoord eindigt
op een lange klinker (a, o, u, i of y)
die je met één letter schrijft

Slide 13 - Diapositive

Meervoud zelfstandige naamwoorden
opa - opa's
piano - piano's
paraplu - paraplu's
ski - ski's
pony - pony's

Slide 14 - Diapositive

Welk woord schrijf je met 's?
A
bikini
B
pyjama
C
trui
D
schoen

Slide 15 - Quiz

Welk woord schrijf je met 's?
A
cowboy
B
lasso
C
hoepel
D
menu

Slide 16 - Quiz

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Je schrijft een
als het zelfstandig naamwoord eindigt
op een lange klinker (a, o, u, i of y)
die je met meer letters schrijft
of met een letter met een accent

Slide 17 - Diapositive

Meervoud zelfstandige naamwoorden
café - cafes
shampoo - shampoos
cowboy - cowboys

Slide 18 - Diapositive

Hoe schrijf je kangoeroe?
A
met 's
B
met een s
C
met en

Slide 19 - Quiz

Hoe schrijf je programma?
A
met 's
B
met een s
C
met en

Slide 20 - Quiz

Aan de slag....
Maken 2.9
Opdracht 3, 4, 5 en 6 online

Slide 21 - Diapositive