Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij biologie!
Slide 1 - Diapositive
Even voorstellen
Mevrouw Wijninga
En wie zijn jullie allemaal?
Slide 2 - Diapositive
Wat leer je bij biologie?
De leer van het leven!
'Bios' = leven
'Logos' = wetenschap
Slide 3 - Diapositive
Als je goed kijkt, is biologie overal!
Slide 4 - Diapositive
Programma Biologie Brugklas
Periode 1:
H4 gedrag
Periode 2:
1.1 Organen
H2 Bewegen
Voor een gedetailleerde versie zie PLA
Periode 3:
H3 Waarneming
H5 Planten
Periode 4:
H6 Ecologie
Slide 5 - Diapositive
Bij Biologie werk je met:
Slide 6 - Diapositive
- PLA
- Planning per periode
- Lesmaterialen
- Oefeningen, D-toetsen
- Links naar uitlegfilms, websites e.d.
Slide 7 - Diapositive
Wat verwacht ik van jou?
Actieve houding! Maak aantekeningen, stel vragen, bereid de lessen goed voor en verwerk de lesstof na de les
Je hebt altijd je boek, binas en opgeladen laptop mee
Je maakt altijd keurig je huiswerk :)
Slide 8 - Diapositive
Wat mag je van mij verwachten?
Antwoord op al je vragen
Veel afwisseling in de lessen
Oefenen met en voor de toetsen
Tijd om je huiswerk te maken in de les
Slide 9 - Diapositive
Periode 1
Slide 10 - Diapositive
4.1 Prikkels en gedrag
Slide 11 - Diapositive
Dit ga je leren vandaag:
Je kunt beschrijven wat prikkels en gedrag is.
Je kunt beschrijven waardoor gedrag ontstaat.
Je kunt uitleggen wanneer een mens of dier reageert.
Je kunt uitleggen hoe je gedrag onderzoekt.
Slide 12 - Diapositive
Wat is gedrag?
Alles wat een mens of dier doet!
Gedrag is een reactie op een prikkel (een verandering in de omgeving of in je lichaam)
Slide 13 - Diapositive
Welk gedrag heb jij vandaag vertoont?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Vidéo
Wat zijn de flamingo's hier volgens jou aan het doen? En waarom?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Waarom?
Welke functie heeft gedrag in de natuur?
Wat is de aanleiding voor gedrag?
Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?
Slide 18 - Diapositive
Daarom!
Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.
Slide 19 - Diapositive
Inwendige prikkels
Uitwendige prikkels
Slide 20 - Diapositive
De jonge pimpelmeesjes sperren. Op welke inwendige en uitwendige prikkels reageren de vogels?
Slide 21 - Question ouverte
Benoem wat volgens jou de inwendige- en uitwendige prikkels zijn die er voor zorgen dat je gaat eten.
Slide 22 - Question ouverte
Motivatie
Wat kost het vangen (tijd, energie, risico)
Wat levert het op (hoe groot is de prooi)
Hoe hard heb ik het nodig?
Slide 23 - Diapositive
Motivatie
Als de optelsom boven dedrempelwaarde komt, is de motivatie groot genoeg om bepaald gedrag te vertonen.
Slide 24 - Diapositive
Wat ga je doen?
Lees 4.1 door en maak een begrippenlijst Die kun je vinden in Classroom -> maak een kopie van het document in je eigen Drive zodat je de begrippenlijst kan bijhouden.
Maak opdracht 2, 3, 6, 7 en 10 in het werkboek
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Sleutelprikkel
Prikkel die vrijwel altijd lijdt tot dezelfde reactie van een dier.
Slide 27 - Diapositive
Dit ga je leren vandaag:
Je kunt beschrijven wat prikkels en gedrag is.
Je kunt beschrijven waardoor gedrag ontstaat.
Je kunt uitleggen wanneer een mens of dier reageert.
Je kunt uitleggen hoe je gedrag onderzoekt.
Slide 28 - Diapositive
Ethologie
Bij het goed bestuderen van gedrag zien we dat gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen, dit zijn de ‘losse’ dingen die een dier doet
Slide 29 - Diapositive
Ethogram: een lijst met beschrijvingen en afkortingen van handelingen
Slide 30 - Diapositive
Je gebruikt de ethogram om een protocol te maken, dan hou je gedurende een bepaalde tijd bij hoe vaak, in welke volgorde of hoe lang een dier iets doet
Slide 31 - Diapositive
Een lijst met handelingen en afkortingen heet een...
A
Tabel
B
Protocol
C
Ethogram
D
Grafiek
Slide 32 - Quiz
Hoeveel handelingen staan in de volgende zin? 'De hond staat op uit zijn mand en loopt naar zijn bak, waar hij gaat eten'
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 33 - Quiz
Waar of niet waar? Je maakt een protocol, voor je het ethogram maakt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Huiswerk
Opdracht 12, 14, 16, 17, 18 en 19 van 4.1
Dit moet je volgende les kunnen laten zien, samen met de opdrachten die je tijdens de les hebt gemaakt!