Industriele revolutie: liberalisme en de burgerij

Burgers en stoommachines:  liberalisme en de burgerij
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Burgers en stoommachines:  liberalisme en de burgerij

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Wat gaan we vandaag leren?(5 minuten)
  •  Uitleg: De gegoede burgerij en liberalisme(20 minuten)
  • Werken uit Learnbeat(15 minuten)
  • Afsluiten(5 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren? 
  • Aan het einde van de les weten we de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij. 


  • Aan het einde van de les kunnen twee belangrijke ideeën noemen die liberalen in de 19e eeuw hadden op het gebied van bestuur en economie.

Slide 3 - Diapositive

1. Herhaling
  • Om welke reden gingen boeren richting de steden? 

  •  Welke problemen/gevaren kwamen arbeiders tegen in de fabrieken

  • Beschrijf waarom het leven in de steden vies en onhygiënisch was. 

Slide 4 - Diapositive

1. De gegoede burgerij
  • Wie kon betalen kon een beter leven krijgen in de buitenwijken van de steden.  '

  • Hier had men schoon drinkwater, gezond eten en een wc binnen. 

  • Hier woonde de gegoede burgerij. Fabriekseigenaren, advocaten en bankiers. 


Slide 5 - Diapositive

2. De gegoede burgerij
  • Onder de gegoede burgerij kwam de middenklassen.

  • Deze mensen waren onderwijzers, winkeliers en kantoorpersoneel. 

  • Voor deze beroepen had je een opleiding nodig of je eigen bedrijf. 

  • Zij waren rijker dan de arbeiders en armer dan de Gegoede burgerij. 

Slide 6 - Diapositive

1. Liberalisme
  • Het contrast tussen gegoede burgerij en de arbeiders was groot. 

  • De overheid deed eerst niets om de situatie voor de arbeiders te verbeteren. 

  •  Dit kwam, omdat veel bestuurders in Nederland liberaal waren. 

Slide 7 - Diapositive

2. Liberalisme
  • Liberalisme is een politieke stroming waarbij de zich regering niet bemoeid met de economie. 

  •  Vrijheid van de persoon staat hier centraal. 

  • Kapitalisme zou zorgen voor welvaart en goedkope producten. 

Slide 8 - Diapositive

3. Liberalisme
  • Volgens de liberale had de regering alleen de taak om veiligheid te waarborgen. 

  • Vrijheid van meningsuiting en geloof stonden centraal. 

  • Mensen moesten stem en kiesrecht krijgen, maar alleen de rijke mannen. 



Slide 9 - Diapositive

Maken: Learnbeat
Wat ? : Je gaat zelfstandig aan de slag met leerdoelen:Leven in een industriestad  2.3 leerdoel 1
Hoe ? : Je doet dit via Learnbeat
Tijd? : 20 minuten. 
Hulp? : De docent.
Klaar? : 
Resultaat : 






Slide 10 - Diapositive