Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Voedselbederf
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Je kunt uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu.
Slide 2 - Diapositive
In de natuur ruimen bacteriën en schimmels de dode resten van organismen op. Jouw voedsel bestaat ook uit (dode) resten van organismen, bijvoorbeeld vlees, groenten en fruit. Daar zijn bacteriën en schimmels dol op.
Slide 3 - Diapositive
Voedselbederf
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel, en produceren gifstoffen
Voedselvergiftiging: afweerreactie van je lichaam bij het eten van voedsel met gifstoffen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Wat is ook geen manier van conserveren?
A
Steriliseren
B
Pasteuriseren
C
In water leggen
D
Invriezen
Slide 6 - Quiz
Wat is conserveren?
A
Een manier om voedsel te bewaren
B
Een manier hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
C
Een manier om voedsel te maken
D
Een manier om bacteriën en schimmels te doden
Slide 7 - Quiz
wat zijn voorbeelden van conserveren
A
koelen, stoffen toevoegen en gasverpakken
B
luchtdicht verpakken, verhitten en veel zuurstof
C
koelen, drogen
D
verhitten, drogen, luchtdicht verpakken
Slide 8 - Quiz
Wat is GEEN manier van conserveren?
A
Drogen
B
Pasteuriseren
C
Vacuüm verpakken
D
Ontdooien
Slide 9 - Quiz
Heb je de stof goed gelezen?
Dan mag je beginnen met de opdrachten
van basisstof 5: opdracht 4, 5, 6 en 8
van basisstof 7: opdracht 1, 2 en 3
Slide 10 - Diapositive
Conserveren is het langer houdbaar maken van verse producten
Dit doe je door de leefomstandighedenvan micro-organismen zo slecht mogelijk te maken
Slide 11 - Diapositive
Leefomstandigheden ongunstig maken
Voedsel verhitten: steriliseren of pasteuriseren
Koelen en vriezen
Stoffen toevoegen aan voedsel: conserveermiddel
Vacuüm (luchtdicht) verpakken of met een speciaal gas (gasverpakken)
Voedsel drogen
Slide 12 - Diapositive
Conserveren hoe?
Slide 13 - Diapositive
conserveren
Slide 14 - Diapositive
Additieven
Conserveermiddel is een voorbeeld van additief.
- zout, zuur, suiker, stikstof
kleur-, geur- en smaakstoffen
Slide 15 - Diapositive
Additieven
Kleurstoffen
Geurstoffen
Smaakstoffen
Slide 16 - Diapositive
Lokaal vlees
Vlees rechtstreeks van de boer uit jouw omgeving
Voordeel: Weinig transport, minder bewerkt vlees, dieren zijn beter gehouden
Nadeel: klant moet extra rijden, duurder
Slide 17 - Diapositive
Vleesvervangers
Voordelen:
geen dieren nodig
Nadelen
vrij prijzig, soms duurder dan vlees (bio-industrie)
het is niet precies hetzelfde als vlees
Slide 18 - Diapositive
Maken opdrachten
van basisstof 5: opdracht 4, 5, 6 en 8
van basisstof 7: opdracht 1, 2 en 3
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Lang verhitten op 100 graden C
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout, azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Concerveermiddelen
Pasteuriseren
Slide 21 - Question de remorquage
Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen
Slide 22 - Quiz
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 23 - Quiz
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 24 - Quiz
Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken
Slide 25 - Quiz
welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen
Slide 26 - Quiz
120-140 oC
100 oC
72 oC
steriliseren
koken
pasteuriseren
Slide 27 - Question de remorquage
Leerdoelen
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.
Je kunt uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu.