november werkwoordsvormen en soorten werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

werkwoorden

Wat gaan we doen?

- Lezen

- uitleg over werkwoordsvormen en soorten werkwoorden.

Werkwoorden

Werkwoordsvormen

Persoonsvorm

Heel werkwoord= infinitief

Voltooid deelwoord

Persoonsvorm

De jongen loopt naar huis

Infinitief =Heel werkwoord

De jongen wil naar huis lopen

Voltooid deelwoord

De jongen is naar huis gelopen

Rick zit altijd recht op zijn stoel.
Wat is het woord 'zit'?

Jolien wil liever naast Christel zitten.
Wat is het woord 'zitten'?

Sebastiaan heeft alles al gemaakt.
Wat is het woord 'gemaakt'?

Hij heeft niets gezegd
Gezegd is..

1. Hele werkwoord
2. Persoonsvorm
3. Voltooid deelwoord

Ik ga morgen wandelen
Wandelen is..

1. Persoonsvorm
2. Hele werkwoord
3. Voltooid deelwoord

Morgen zal ik je bellen
Zal is..

1. Voltooid deelwoord
2. Hele werkwoord
3. Persoonsvorm

Ik zou jou gisteren nog bellen!
bellen =

1. persoonsvorm
2. hele werkwoord
3. voltooid deelwoord

Moest je dat niet eerst vragen?
vragen =

1. persoonsvorm
2. hele werkwoord
3. voltooid deelwoord

Peter had jou dat nog willen zeggen.
willen =

1. hele werkwoord
2. voltooid deelwoord
3. persoonsvorm

Marijke is hier gisteren geweest.
is =

1. hele werkwoord
2. voltooid deelwoord
3. persoonsvorm

Meneer Hiemstra is een leuke leraar.
is =

1. hele werkwoord
2. voltooid deelwoord
3. persoonsvorm

Daniël kan dat niet gedaan hebben.
wat is het voltooid deelwoord?

1. kan
2. gedaan
3. hebben