Thema ontwikkeling menselijk denkenV4 20,21 en 26

1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


-Vraag van vandaag
-Filmpje
-Voorkennis
-Renaissance-uitleg
-Bronopdracht
-Multicausaliteit 
-Nabespreken


-
Agenda

Slide 3 - Diapositive

Vraag van vandaag:
Wat en wanneer was de Renaissance en hoe verhield het wereldbeeld van deze periode zich tot eerdere momenten in de geschiedenis?

Slide 4 - Diapositive

1

Slide 5 - Vidéo

03:54
Wat zegt de topografie van Italië over de politieke situatie destijds?

Slide 6 - Diapositive

Welk KA's eerder dit jaar gingen over wetenschappelijk denken?
timer
2:00

Slide 7 - Question ouverte

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
De geleerden geloofden dus dat ze leefden in de vroegmoderne tijd, die een wedergeboorte was van de oude tijd..

Slide 8 - Diapositive

Geleerden vonden dat ze in een nieuwe tijd leefden, wat leek op een wedergeboorte... de duistere periode tussen de oude en de nieuwe tijd noemden ze nu de Middeleeuwen

Slide 9 - Diapositive

Welke periode was dan de oudheid?
A
De prehistorie
B
De Griekse en Romeinse oudheid
C
De Middeleeuwen
D
De tijd van de eerste boeren

Slide 10 - Quiz

Deze wedergeboorte noemden ze ook wel de...
A
Nieuwe tijd
B
Reïncarnatie
C
Renaissance
D
Opleving

Slide 11 - Quiz

Noem 2 overeenkomsten en 1 verschil tussen de renaissance en de oudheid.

Slide 12 - Question ouverte

Zou jezelf een kantelpunt in de geschiedenis kunnen aanwijzen?

Slide 13 - Question ouverte

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 14 - Diapositive

Humanisme
  • Studie van teksten uit de Klassieke Oudheid
  • Zelfstandige, kritische denkers
  • Rationele manier de samenleving verbeteren
  • Niet alles meer basseren op wat de kerk zegt.

Slide 15 - Diapositive

‘Ik vind geen vrede en ik kan niet strijden,
ik hoop en vrees, ik brand en ben van ijs,
ik zweef omhoog en ik lig verstijfd te lijden,
ik bemin de wereld, die ik misprijs.
Ik ben verlost en kan me niet bevrijden,
ik heb een houvast en raak toch van de wijs,
ik voel me levend en gestorven beide:
ach, liefde is zowel hel als paradijs!
Ik zie verblind, ik schreeuw en kan niet praten.
ik haat mezelf en hou van iedereen,
ik roep om hulp en wil het leven laten,
ik huil van vreugde, ik lach terwijl ik ween,
leven en dood, wat kan het mij baten:
en dit, lieveling, komt door jou alleen.’
Uit: Petrarca, Il Canzoniere (1374).





‘Ik vind geen vrede en ik kan niet strijden,
ik hoop en vrees, ik brand en ben van ijs,
ik zweef omhoog en ik lig verstijfd te lijden,
ik bemin de wereld, die ik misprijs.
Ik ben verlost en kan me niet bevrijden,
ik heb een houvast en raak toch van de wijs,
ik voel me levend en gestorven beide:
ach, liefde is zowel hel als paradijs!
Ik zie verblind, ik schreeuw en kan niet praten.
ik haat mezelf en hou van iedereen,
ik roep om hulp en wil het leven laten,
ik huil van vreugde, ik lach terwijl ik ween,
leven en dood, wat kan het mij baten:
en dit, lieveling, komt door jou alleen.’

Uit: Petrarca, Il Canzoniere (1374).





Vraag
● Leg met verwijzingen naar de inhoud van de bron uit dat dit gedicht niet bij de middeleeuwse samenleving/denkwijze past. (2p)
● Leg uit hoe Petrarca in de laatste strofe van dit gedicht laat zien dat de levenshouding van een humanist anders is dan die van een stereotype middeleeuwer. (2p)

Slide 16 - Diapositive

Diamantopdracht
timer
7:00

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

KA 19:
Wat en wanneer was de Renaissance, hoe verhield het wereldbeeld van deze periode zich tot de middeleeuwen en wie waren de hoofdspelers in deze periode?

Slide 19 - Diapositive

KA 20:
De hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid

Slide 20 - Diapositive

Agenda:
1. Vraag van vandaag
2. Uitleg
3.renaissancequiz
4.Betoogopdrachtje



Slide 21 - Diapositive

Vraag van vandaag:
Wat was de invloed van de renaissance op de schilderkunst, architectuur en literatuur, wie waren de hoofdrolspelers en waar moet je - zowel qua geografie als chronologie - op letten bij het bespreken van de renaissance?

Slide 22 - Diapositive

Wat valt op?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Vraag van vandaag:
Wat was de invloed van de renaissance op de schilderkunst, architectuur en literatuur?

Slide 25 - Diapositive

Wat is de letterlijke betekenis van het begrip 'renaissance'?

Slide 26 - Question ouverte

Waar ontstaat de renaissance als eerste?
A
Het Midden-Oosten
B
Frankrijk
C
Italiaanse stadsstaten
D
Het Duitse rijk

Slide 27 - Quiz

Waarom moet men spreken van Italiaanse stadsstaten i.p.v. Italië
A
Omdat beide landen op een andere plek liggen
B
Omdat Italië op dit moment was veroverd door de Italiaanse stadsstaten.
C
Omdat de natiestaat Italië nog niet bestond
D
Gewoon, omdat we dat zo hebben afgesproken.

Slide 28 - Quiz

De renaissance ontstond deels door de zelfstandigheid van de stadstaten. Dit is een...
A
Politieke oorzaak
B
Culturele oorzaak
C
Economische oorzaak
D
Sociale oorzaak

Slide 29 - Quiz

Met welke gebieden dreven de Noord-Italiaanse steden voornamelijk handel?
A
Midden-Oosten en Vlaanderen
B
Oostzeegebied en Noord-Afrika
C
Midden-Oosten en de Hanzesteden
D
Spanje / Portugal en het Oostzeegebied

Slide 30 - Quiz

Wat is een juist kenmerk van de mentaliteit 'memento mori'?
A
De mens stelt zichzelf centraal
B
Gebruik van de rede
C
Verblijf op aarde is tijdelijk
D
Besef dat de aarde rond is

Slide 31 - Quiz

Van welke stroming is Erasmus de bekendste Nederlandse vertegenwoordiger?
A
Katholicisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Classicisme

Slide 32 - Quiz

Wat is een kenmerk van de 16e-eeuwse humanisten?
A
Humanisten gaven opdracht voor nieuwe kunst
B
Humanisten waren rijke handelaren
C
Universele mens als ideaal

Slide 33 - Quiz

Wat is géén kenmerk van de schilderkunst uit de renaissance?
A
De kerk was één van de opdrachtgevers
B
Uitsluitend schilderen van religieuze voorstellingen
C
Er is aandacht voor de anatonomie
D
De perspectiefwerking is kloppend

Slide 34 - Quiz

Wat wordt NIET gezien als een gevolg van de renaissance?
A
De Verlichting
B
De Wetenschappelijke Revolutie
C
De Reformatie
D
De Europese expansie

Slide 35 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 36 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 37 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 38 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 39 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 40 - Quiz


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Welke ontwikkeling in de renaissance vind jij belangrijker de wetenschappelijke, of de culturele en waarom vind jij dat?

Slide 43 - Question ouverte

Ka 26:
De wetenschappelijke revolutie

Slide 44 - Diapositive

Vraag van de dag
Wat is de wetenschappelijke revolutie, waarom had de republiek hier zo’n belangrijke rol in, wat maakt deze ontwikkeling zo bijzonder en hoe verhoudt deze stroming zich tot het humanisme?

Slide 45 - Diapositive

Agenda:
1. Voorkennis
2. Wetenschappelijke revolutie
2.Nederlandse revolutie
3.Bronopdracht
4.Europese revolutie

Slide 46 - Diapositive

Schrijf in ongeveer 150 woorden een korte samenvatting van de ontwikkeling van het denken tot aan deze les. KA's uit eerdere thema's hoef je hierin niet te benoemen.

Slide 47 - Question ouverte

Wetenschappelijke revolutie 
Wetenschappelijke revolutie = De ontwikkeling waarbij onderzoekers zich begonnen te richten op waarneming en experimenten in plaats van op al bestaande religieuze teksten te vertrouwen.

KA 19 hoofdstuk 5 --> Het veranderende  mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.




Slide 48 - Diapositive

Wetenschappelijke revolutie
Meten is weten! (Empirisme)
 

Ze gaan zo goed mogelijk bekijken wat god heeft gecreëerd.

Dus niet tegen de kerk. 

Slide 49 - Diapositive

Noem een verschil en een overeenkomst tussen de wetenschappelijke revolutie en het humanisme

Slide 50 - Question ouverte

Wetenschappelijke revolutie in de Republiek
Gedachte goed uit Italië komt naar de Republiek. Vanaf 1600 stroomversnelling in de Republiek

Twee kenmerken van de republiek waarom de wetenschap zich hier super snel ging ontwikkelen:

  1. Rijkdom
  2.  Tolerantie


Slide 51 - Diapositive

2.  Tolerantie
- Wetenschap werd niet belemmerd door religieuze zaken 

- Uit heel Europa kwamen geleerde naar de Republiek om onderzoek te doen dat 'thuis' niet was toegestaan.

Slide 52 - Diapositive

Slide 53 - Diapositive

Franse reactie
Engelse reactie

Slide 54 - Diapositive