Mythologie 1.1

Kennismaking Mythologie
Wat is mythologie?
Waarom hebben we deze lessen?


Mythologie: les 1
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kennismaking Mythologie
Wat is mythologie?
Waarom hebben we deze lessen?


Mythologie: les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je leert: 
  1. Wat Mythologie is
  2. Wat we gaan behandelen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitdaging
We willen jullie uitdagen.
Als zijn deze verhalen ouder dan de geboorte van Jezus, ze blijven een boodschap bevatten. 
Dus geniet van de verhalen, en leer van de aardrijkskunde, geschiedenis en informatieverwerking waar je ook mee te maken krijgt. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaan de verhalen over?
  • Over het ontstaan van Rome (Romulus en Remus)
  • Over Aeneas
  • Over de twistappel, Helena en Paris
  • Over Troje
  • Over Hannibal Barkas en zijn olifanten
  • Over Jason en het Gulden Vlies
  • Over Odysseus en zijn reis terug van Troje

 Over Griekse en Romeinse goden, hoe mensen metd e verhalen omgingen, de gewoontes en tradities en geschiedenis. 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Latijn Nederlands

1. ave gegroet / hallo
2. clamat roept / schreeuwt
3. et en / ook
4. valde / zeer
5. gaudet verheugt zich / is blij

6. nam want / namelijk
7. modo zojuist / juist
8. imperator veldheer / keizer
9. intrat komt binnen / gaat binnen
10. consul/ consul

11. tribunus  /tribuun
12. pater / vader
13. nunc / nu
14. turba / menigte


15. non / niet
16. tacet / zwijgt
17. audit hoort / luistert
18. tum dan / vervolgens
19. iterum weer / opnieuw
20. venit / komt

21. ecce / kijk!
22. simulacrum / beeld
23. plaudit / klapt in zijn handen / applaudisseert
24. amat / is verliefd / houdt van
25. enim / namelijk / immers

26. ibi / daar
27. sedet / zit
28. ridet / lacht
29. spectaculum / schouwspel
30. placet  / bevalt / valt in de smaak

Slide 6 - Diapositive

Latijn Nederlands
1. ave gegroet / hallo
2. clamat roept / schreeuwt
3. et en / ook
4. valde zeer
5. gaudet verheugt zich / is blij
6. nam want / namelijk
7. modo zojuist / juist
8. imperator veldheer / keizer
9. intrat komt binnen / gaat binnen
10. consul consul
11. tribunus tribuun
12. pater vader
13. nunc nu
14. turba menigte
15. non niet
16. tacet zwijgt
17. audit hoort / luistert
18. tum dan / vervolgens
19. iterum weer / opnieuw
20. venit komt
21. ecce kijk!
22. simulacrum beeld
23. plaudit klapt in zijn handen / applaudisseert
24. amat is verliefd / houdt van
25. enim namelijk / immers
26. ibi daar
27. sedet zit
28. ridet lacht
29. spectaculum schouwspel
30. placet bevalt / valt in de smaak
Vertaal:
imperator entrat et salutem eve

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal:
consulis et tribunus salutem ave

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal:
imperator gaudet

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal:"
Turba magna clamore

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal:
imperator non audit et plaudit

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal: ecce! gladiator venit iterum simulacrum

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal:
spectaculum placet nunc

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ave moi
ave = groet
moi = me/mij

Goed gedaan!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke Latijnse woorden
herken jij in het Nederlands?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat het
vertaalde stukje Latijn over?
A
Een gladiator komt in beeld
B
Drie mensen bekijken een wedstrijd in een arena
C
Mensen applaudisseren voor de veldheer
D
Ik weet het niet.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zou de wedstrijd zich afspelen?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stuur een foto in van je MET KLEURPOTLOOD getekende tekening van een gladiator

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions