Vragen tekst 1 Puberbrein
Tekst 1 Puberbrein
1 / 11
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Tekst 1 Puberbrein
Slide 1 - Question ouverte
Vraag 1
Wat is het onderwerp van de tekst ‘Puberbrein’?
Wat is het onderwerp van de tekst ‘Puberbrein’?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 2 - Quiz
Vraag 2
Welke twee manieren worden in alinea’s 1 en 2 gebruikt om de tekst in te leiden?
Welke twee manieren worden in alinea’s 1 en 2 gebruikt om de tekst in te leiden?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 3 - Quiz
Vraag 3
Welke conclusie past het beste bij alinea 3?
Welke conclusie past het beste bij alinea 3?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 4 - Quiz
In alinea 4 wordt gezegd dat in een aantal delen van de hersenen neuronen afsterven.
Vraag 4: Wat is volgens de tekst het voordeel van het afsterven van deze neuronen?
Vraag 4: Wat is volgens de tekst het voordeel van het afsterven van deze neuronen?
Slide 5 - Question ouverte
Vraag 5
Welke twee soorten intelligentie worden hier volgens de tekst bedoeld?
Welke twee soorten intelligentie worden hier volgens de tekst bedoeld?
Slide 6 - Question ouverte
Vraag 6
Welk ander woord voor ‘afbraak en opbouw’ kom je tegen in alinea 6?
Welk ander woord voor ‘afbraak en opbouw’ kom je tegen in alinea 6?
Slide 7 - Question ouverte
Vraag 7
Boven welke alinea past het kopje Intelligentie het beste?
Boven welke alinea past het kopje Intelligentie het beste?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 8 - Quiz
Vraag 8
Wat wil het voorbeeld van Gage (alinea 9) ons vooral vertellen?
Wat wil het voorbeeld van Gage (alinea 9) ons vooral vertellen?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 9 - Quiz
Vraag 9
De laatste alinea heeft twee functies.
Welke twee functies zijn dit?
De laatste alinea heeft twee functies.
Welke twee functies zijn dit?
A
?
B
?
C
?
D
?
Slide 10 - Quiz
Vraag 10
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
De tekst wil de lezer ......
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
De tekst wil de lezer ......
A
?
B
?
C
?
D
?
