Stijlstrategie herhaling 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

WELKOM

3 Kader

Welkom

4Va

We gaan nu 10 minuten lezen

Toets formuleren

Onderwerp: formuleren

Leerstof: boekje schrijfstijl

Toetsvorm: vragen zoals in het boekje schrijfstijl

Lesdoel

Je kunt de stijlstrategieën toepassen in eigen teksten.

Schrijven is voor 10 procent inspiratie en voor 90 procent transpiratie. Dat is een mooie manier om te zeggen: schrijven is een ambacht. Met veel oefening kan iedereen duidelijk en aantrekkelijk leren schrijven.

Huiswerk:  15 blz. 29, opdracht 16 blz. 35 en opdracht 18 blz 36.

Klaar?

Maak de eindopdracht op blz. 39 en 40.

Kies hier of voor opdracht A of voor opdracht B.

Opdracht 15 antwoorden

A. Analyse van een wedstrijdverslag

b) Ellips

d) Zo ontstaat er ‘snelheid’. De mededelingen vallen op en krijgen extra kracht.

e) (11) Zijn jagen, zijn dribbels, zijn passing. (12) Machtig mooi.

f) De zin beschrijft een snelle schijnbeweging. De zin zelf is, door al die korte stukjes tussen komma’s, ook ‘snel’.

g) Machtig mooi.

h) bliksem snel, een pass uit duizenden, wonderavond, ziedend.

i) De zin geeft een opsomming, zonder dat er persoonsvormen of onderwerpen worden gebruikt.

B. Analyse van een concertrecensie

a) Willem raakt.

b) Ellips

c) kalm / rustig / vredig

e) De rapper begint niet meteen met zijn optreden, maar hij creëert spanning door een onverwachte aankleding. De journalist begint ook niet met de beschrijving van het optreden, maar met een trage beschrijving van het podium en de reactie van het publiek.

f) plots

h) De zin geeft een opsomming, zonder persoonsvorm of onderwerp.

i) De laatste zin geeft de conclusie: die is zo kort mogelijk geformuleerd. Doordat de zinnen ervoor lang zijn, springt deze laatste zin er nog meer uit.

Opdracht 16: Voor welke reactie heb jij gekozen? A, B of C? Licht je keuze toe?

Waarom is stijl belangrijk?

Wat kun je nu?

• Je kunt stijlstrategieën bewust inzetten om bepaalde effecten te creëren. 
• Je begrijpt bepaalde tekstproblemen beter (zoals warrigheid of gebrek aan samenhang). 
• Je kunt deze problemen dus ook beter oplossen.
  
• Je kunt aan jezelf en aan anderen uitleggen waarom een bepaalde formulering sterk of juist
  
• zwak is. 
• Je hebt meer taal-over-taal tot je beschikking.

Maak eindopdracht B op blz. 40

(verbeteren van een motivatiebrief)

Lever in de classroom in, zie opdracht.

Zijn er nog vragen?