21/22 H5 wk 39 les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Klaar voor de start:

   -boek, pen, schrift

   -jas uit, tas op de grond

   -telefoon uit, in de tas

Vooraf: 

Terugblik

Soorten gedichten:

               -metaforische gedichten

               -gedichten met veel vormkenmerken

               -prozagedichten

               -hermetische/open gedichten

               -moderne/traditionele gedichten

Periode 2

-Oefenen met analyse van gedichten

-Toets: keuze uit drie gedichten; maak zelf een analyse

-De bundel

De reader 

Dl 1: proza, dl. 2: poëzie

Poëzie: 'lastige'onderdelen: D, F, G

Hoe lees je een gedicht

Drie leesrondes

Leesronde 1

Lees het gedicht een keer, parafraseer de inhoud

            'Dit gedicht gaat volgens mij over ...

Is het gedicht je duidelijk? Prima, klaar. Lukt het niet ....... stap 2.

(hermetische t/o open poëzie)

Leesronde 2

Analyseer het gedicht aan de hand van analysebegrippen, zoals strofenbouw, rijm, syntactische en semantische kenmerken, typografische kenmerken.

Is het gedicht je nu duidelijk? Prima, klaar. Blijft het onduidelijk ....... ronde 3.

Leesronde 3

1. Is er iets dat je moet weten om het gedicht te begrijpen:

    over de dichter (persoonlijk leven, herkenbare thematiek, het        gedicht t.o.v. ander werk van zijn hand enz.)

2. Is er iets dat je moet weten over de tijd waarin het gedicht             geschreven is, de stijlperiode, de kunststroming enz.